Nieuwsbrief 50

vrijdag 15 november 2019

Kortingsdreiging lijkt afgewend

 

Het lijkt erop dat de dreigende kortingen op pensioenen die het komend jaar zouden gaan plaatsvinden, voorkomen kunnen worden. Diverse signalen uit Den Haag wijzen daarop. Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft eerder deze week gezegd dat hij “zicht heeft op een oplossing”.

Jongstleden woensdag is op het ministerie van SZW samen met andere ouderen-organisaties ambtelijk overleg geweest en hebben wij er nogmaals op aangedrongen om niet te korten op de pensioenuitkeringen en ook om de premies niet te verhogen.

In het overleg hebben de ouderenorganisaties naar aanleiding van de brief die zij eerder aan de minister stuurden, aangegeven dat er eerst duidelijkheid moet komen over het nieuwe pensioenstelsel en de houdbaarheid ervan in een langdurige periode van lage rente.  De vakbonden, werkgevers en pensioenfondsen hebben gelijksoortige uitingen gedaan. Pas begin volgende week, als de minister een brief over dit onderwerp aan de Tweede Kamer stuurt, zal duidelijk worden wat zijn actie inhoudt.

NVOG-voorzitter Jaap van der Spek, die woensdag aan het overleg in Den Haag deelnam, heeft een artikel geschreven waarin hij uitlegt wat de huidige stand van zaken in het pensioendossier is en hoe de seniorenorganisaties op dit moment in de pensioendiscussie staan.

U kunt het artikel hier downloaden (pdf).

 

 

Lees verder

Nieuwsbrief 49

vrijdag 8 november 2019

Ziekenhuizen moet af van rompslomp!

Joop Blom van de gezamenlijke commissie Zorg, Welzijn en Wonen schreef voor deze nieuwsbrief een artikel naar aanleiding van het ING rapport waarover in diverse kranten al is geschreven.

U kunt het artikel hier lezen.

Een nieuwe Europese Commissie:  Naar een meer “age friendly” Europa

Sinds 1 november heeft de nieuw benoemde Europese Commissie onder leiding van Mevr. Ursula von der Leyen haar verantwoordelijkheid opgenomen. Benoemd zijn 8 vice-voorzitters waaronder 3 op uitvoerend niveau. Zij zullen verantwoordelijk zijn voor de top prioriteiten die verwoord zijn in de EU politieke richtlijn. De overkoepelende onderwerpen  zullen zijn: klimatologische uitdaging,  Europa voor een digitale tijdsperk, een economie die voor allen er is  en een nieuw inzet voor een Europese democratie.

Na de benoeming van mevrouw v.d. Leyen heeft AGE Platform Europe in een open brief er bij haar erop aangedrongen in de komende jaren  onder haar verantwoordelijkheid ook de demografische veranderingen speciale aandacht te geven. In haar openingstoespraak voor het Europese Parliament  beloofde zij deze aandacht aan demografische veranderingen te geven, onze democratische rechten te waarborgen en aan de noodzaak tot “life long learning”, om zo de toegang tot de arbeidsmarkt, maar ook het combineren van arbeid en familieleven mogelijk te maken, een gecoördineerd benadering op EU niveau voor demografische verandering en solidariteit tussen de generaties.

Voor het eerst is een EU vice-president benoemd die uitsluitend belast is met het dossier “democratie en demografie”.  Deze benoeming ging naar mevrouw Dubravka Suica uit Kroatië. Haar politieke opdracht is:

-het bevorderen van actief ouder worden

– werk en familie in evenwicht te brengen, toegang tot de arbeidsmarkt voor alle generaties, met speciale aandacht voor “ life long learning”

–  het adresseren van democratische deficits en het kritisch bekijken van sociale systemen ook met zicht op een ouder wordende bevolking,

– het opstellen van een Greenbook dat de lange termijn gevolgen van onze demografische ontwikkeling nader onderzoekt.

Dat het onderwerp “democratie en demografie”  in de komende tijd de speciale aandacht zal hebben onder de EU lidstaten, werd duidelijk uit het feit dat Duitsland onder haar voorzitterschap in de tweede helft van 2020 dit tot haar hoofdthema heeft gemaakt. In Juli 2020 vindt in Berlijn een Europese conferentie plaats met als hoofdthema “de rechten van de ouderen te garanderen en te versterken vooral in het licht van de toenemende digitalisering”.  AGE is gevraagd hieraan haar medewerking te verlenen.

In het licht van het garanderen van de mensenrechten geven ook de Verenigde Naties hieraan veel aandacht. Een UN Open ended Working Group (UN OEWG) komt jaarlijks bij elkaar. Ook landen buiten Europa nemen hieraan deel. Hoofdonderwerp voor 2020 is “actief ouder werden en de toegangkelijkheid tot de arbeidsmarkt voor allen, en het recht en de toegang tot “lifelong learning” .  Men hoopt tot een conventie te komen om landen te stimuleren meer te doen.  Ook hierin is AGE actief betrokken.

Actief ouder worden en de gelijke rechten voor iedereen, de implementatie van de “European Social Pillar” heeft de volle aandacht in de EU politiek  de komende jaren.

Vitaliteitsdagen

Als Koepel Gepensioneerden weten wij dat er lid-organisaties zijn die voor hun leden activiteiten op het gebied van vitaliteit organiseren. Soms met de naam Vitaliteitsdag, soms onder een andere naam.

Wij weten ook dat er behoefte is aan het uitwisselen van ervaringen en het inzicht hebben in de programma’s van zo’n dag / zo’n activiteit.

Vanuit de commissie Zorg, Welzijn en Wonen hebben wij het initiatief genomen om te inventariseren welke lid-organisaties zich bezig houden met de organisatie van een Vitaliteitsdag.

Wilt u uw activiteit en uw ervaring met ons delen? Graag een mail naar Jan Pouw: janentrudypouw@gmail.com . Op basis van de ontvangen informatie zullen wij dan kijken op welke manier onze Koepel   eventueel een rol kan spelen bij de informatie uitwisseling.

Nieuwsbrief 48

vrijdag 1 november 2019

Brief aan minister: geen kortingen en premieverhogingen

NVOG/KNVG heeft samen met andere ouderenorganisaties in een vandaag gestuurde brief een beroep op minister Koolmees gedaan om voorlopig geen kortingen toe te passen en de premies niet te verhogen.

In de brief onderstrepen de organisaties dat de bijzondere economische omstandigheden met negatieve rentes veel pensioenfondsen hard dreigen te raken.

Zij  vinden dat de minister eerst moet afwachten wat de twee studies over het nieuwe pensioenstelsel en de houdbaarheid van het stelsel in een omgeving waarin rentes lange tijd laag blijven, opleveren. Pas daarna kan worden bepaald hoe verder te gaan.

Lees hier de brief aan minister.

Veilig mobiel (op de fiets)

Vorige week hebben wij uw medewerking gevraagd bij een enquête over veilige mobiliteit voor ouderen. Dit keer een voorbeeld van een project dat gericht is op de veiligheid voor de oudere fietsende verkeersdeelnemer.

Wandelen, fietsen, gebruik maken van het OV en autorijden. Allemaal mogelijkheden om ook op oudere leeftijd zolang mogelijk mobiel te blijven en deel te kunnen nemen aan het sociale verkeer. Met of zonder lichamelijke beperkingen.

Hoe zorg je er voor dat je zo veilig mogelijk mobiel blijft? Op een gegeven moment worden onze reflexen toch wat minder en heb je wellicht meer tijd nodig om beslissingen te nemen. Goed inspelen op de andere verkeersdeelnemers, ook wel anticiperen genoemd, speelt daarbij een rol. En dan maar hopen dat de anderen dat ook doen!

De fietser

In dit artikel aandacht voor de fietser. Wellicht in het bijzonder degenen die met een E-bike aan het verkeer deelnemen. Het gaat met die E-bike toch een stukje sneller dan met de “gewone” fiets en dat vereist een goed inzicht in je eigen handelen. Is het verantwoord om met een hoge snelheid bochten te nemen en hoe stabiel ben je?

Project ”Doortrappen”

Doortrappen, met als uitdagende toevoeging “veiliger fietsen tot je 100ste” is een initiatief van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en wordt uitgevoerd met medewerking van provincies en gemeenten. Landelijke partners zijn onder andere Veilig Verkeer Nederland, de Fietsersbond, BOVAG, VeiligheidNL en BeterOud. In steeds meer gemeenten wordt het project Doortrappen geïntroduceerd of zijn plannen hiervoor in ontwikkeling.

Bewustwording

Het doel van Doortrappen is om fietsende ouderen bewust te maken van het aspect veilig mobiel blijven. Bewegen en actief blijven wordt gekoppeld aan het verbeteren van je fietsveiligheid.

In een leuke setting met een relatief kleine groep deelnemers wordt aandacht geschonken aan verkeersinzicht en de techniek van het fietsen. Ook het belang van fit zijn en fit blijven komt aan de orde. Niet alleen aandacht voor het fietsen, maar ook met bijvoorbeeld een lunch erbij of zoals in Puttershoek het geval was, na de bijeenkomst gezamenlijk een streekmuseum bezoeken. Wel op de fiets er naar toe natuurlijk!

Meer weten?

U kunt hier doorklikken naar de brochure over Doortrappen. Vanuit de brochure kan je ook de website van het project bekijken. Staat je gemeente nog niet bij de (beoogde) deelnemers? Informeer eens of er al plannen zijn. Je kunt natuurlijk ook zelf het initiatief nemen en hierover in gesprek gaan met de gemeente of plaatselijke welzijnsorganisatie. Voor ouderen, door ouderen!

SER Themabrief pensioenen en AOW

De nieuwste themabrief pensioenen en AOW van de SER staat online. Klik hier om deze nieuwsbrief te lezen.

AOW-leeftijd blijft 67.

De AOW-leeftijd blijft na uitwerking van het pensioenakkoord ook in 2025 op 67. Dat schrijft minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vandaag in een brief aan de Tweede Kamer op basis van CBS-prognoses over de gemiddelde resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd. Lees meer..

Nieuwsbrief 45

zaterdag 19 oktober 2019

Alles over de actualiteit rond pensioenen

Groot misverstand

Helaas is er iets gruwelijk mis gegaan. Tot onze verrassing werden wij geconfronteerd met berichten in de (sociale) media, als zouden Joep Schouten en ik mede-ondertekenaars zijn van de brief die een paar wetenschappers hebben geschreven naar aanleiding van de brief van 40 prominenten. Die prominenten staan voor nuancering van de wijze waarop de rekenregels in elkaar zitten en geven aan dat die ten onrechte verlammend werken op ons pensioensysteem. Voor alle helderheid, we staan achter de brief van de prominenten en juist niet achter de reactie van een paar wetenschappers, waarvan we al heel lang weten in welke hoek ze zitten.

Lees verder

Nieuwsbrief 44

vrijdag 11 oktober 2019

NVOG/KNVG vragen minister Koolmees om duidelijkheid over gemaakte afspraken.

Gisteren hebben de seniorenorganisaties een gezamenlijke brief gestuurd aan minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. In de brief uiten zij hun teleurstelling over de inhoud van de brief “Planning uitwerking pensioenakkoord” die de minister begin deze week aan de Tweede Kamer stuurde.

Naast het feit dat de seniorenorganisaties het teleurstellend vinden dat de Tweede Kamer eerder is geïnformeerd over de planning van de uitwerking dan de organisaties als direct betrokkenen, vinden zij ook dat in de brief van de minister onduidelijkheden staan.

Wij vragen de minister op korte termijn een schriftelijke bevestiging te sturen van de toezeggingen en afspraken van de afgelopen maanden. De brief is verzonden namens KNVG, NVOG, ANBO, KBO-PCOB, NOOM, FNV senioren en CNV senioren.

Brief Seniorenorganisaties aan minister Koolmees

Brief minister Koolmees aan Tweede Kamer

Ouderen en langer zelfstandig thuis wonen.

Veel wordt er gesproken en geschreven over het langer thuis wonen van ouderen.

1.       Zelfredzaamheid van thuiswonende ouderen

Studiedag:

Onlangs was er een studiedag van zorgverleners, thuiszorgorganisaties, zorgverzekeraars en gemeenten over hoe de zelfredzaamheid van thuiswonende ouderen verhoogd zou kunnen worden. De cijfers zijn bekend: Het aantal 65-plussers zal in de komende 20 jaar met ruim 50% toenemen tot bijna 5 miljoen, het aantal 90 plussers zal in de komende 20 jaar met 200% (!) toenemen tot 340.000! Maar het aantal medewerkers in de zorg zal niet evenredig gaan toenemen. Er werken nu meer dan één miljoen mensen in de zorg, er is nu al een personeelstekort. De prognose is dat in 2022 er 150.000 vacatures zullen zijn die niet vervuld kunnen worden.

De rol van de samenleving:

Het beleid van de overheid is erop gericht dat men zo lang mogelijk in een eigen huis blijft wonen.  Professionele hulp voor degenen die dat nodig hebben zal niet evenredig gaan toenemen, terwijl mantelzorg door kinderen of vrijwilligers ook maar beperkt mogelijk zal zijn. Er zit nog wel zorgpotentieel in de samenleving. Men zou bijvoorbeeld meer in voltijd of in ieder geval met grotere dienstverbanden kunnen werken en meer mogelijkheden kunnen creëren om werk beter met zorg te kunnen gaan combineren. Ook zal technologie (E-Health) en hulpmiddelen in de zorg en inrichting van woningen van ouderen tot minder zorg door professionals en mantelzorg kunnen leiden.

De zelfredzaamheid van ouderen zal ook verhoogd moeten worden. Maar belangrijk is ook dat veel mensen door gezond te leven meer jaren in goede gezondheid oud kunnen worden. Ook daar moet aandacht aan besteed worden in het belang van de ouderen zelf en de samenleving die qua leeftijdssamenstelling aan het veranderen is.

De rol van de woningcorporaties:                   

Ook woningcorporaties hebben laten weten hun rol op in de zorg voor de oudere bewoner beter op te pakken. Zij hebben ook steeds meer kwetsbare ouderen als bewoners. Door hun taak in de samenleving zijn woningcorporaties beperkt in wat ze op het gebied van zorg en maatschappelijke hulp kunnen doen, doch zij zien ook manieren om oudere te helpen om veilig en prettig thuis te kunnen blijven wonen. Een veilig huis kan enerzijds helpen om te voorkomen dat ouderen bv. vallen en in het ziekenhuis terecht komen en anderzijds ook het wonen van de ouderen plezierig houden. De woningcorporaties willen ook steeds meer samenwerken met de thuiszorg en de maatschappelijke dienstverlening. Ook zeggen zij dat niet alleen nieuwbouw het antwoord moet zijn op de vragen van ouderen. Er moet zeker ook aandacht zijn voor het beter gebruiken van de huidige woningvoorraad

Wij hopen dat het niet alleen bij “studie” blijft, maar dat dit ook daadwerkelijk wordt aangepakt. Het project “Langer Thuis” van het Pact voor de Ouderenzorg van het ministerie van VWS werkt ook hieraan, echter dat moet niet alleen landelijk zijn impact hebben, maar zeker ook in de regio en lokaal!

2.       Het wonen zelf

Vorige week organiseerde de commissie ”zorg” van de Twee Kamer een rondetafelgesprek over wonen en zorg voor ouderen met en drietal aandachtspunten:

·         De woonbehoefte van ouderen.

·         De ontwikkeling van verpleeghuizen

·         Passend wonen buiten het verpleeghuis.

De bedoeling van het rondetafelgesprek gesprek is dat de Tweede Kamer luistert naar en discussieert met deskundigen uit de samenleving. Aanwezig waren een 10-tal Kamerleden, vertegenwoordigers van de senioren/gepensioneerdenorganisaties en 10 vertegenwoordigers van organisaties in woon- en zorgsector. Vooraf hadden zij een notitie ingebracht over hoe zij over het wonen voor ouderen dachten en welke ideeën en aanbevelingen zij hebben om daar verbetering in aan te brengen.

Algemeen was de mening dat juist de lokale overheid veel meer activiteiten moest gaan ondernemen om de problemen in de ouderenhuisvesting te voorkomen. Echter daar moet de landelijke overheid wel de mogelijkheid toe geven. Vele gemeenten hebben een onvoldoende inzicht in de demografische opbouw van hun bewoners en de daaruit voortvloeiende woningbehoefte en woningomgeving in de komende jaren.

De gemeenten moeten ook veel meer nadenken over het welzijn van de ouderen en over tussenvormen van wonen, bijvoorbeeld in wooncomplexen voor ouderen. Ook moet er meer aandacht komen voor alleenwonende ouderen. Investeren in wonen en welzijn betekent minder zorg, lagere kosten en hogere kwaliteit van leven voor de ouderen. Uiteraard moet ook aandacht worden gegeven aan de woonlasten voor ouderen!

Wij hebben de hoop dat de Tweede Kamer met alle informatie over wonen van ouderen die zij die middag hebben gekregen het een en ander zal gaan doen.

Joop Blom.

Geraamde statische koopkracht 2020 van AOW-gerechtigden, volgens model NVOG/KNVG

In bijgaande grafiek (onderaan dit artikel) wordt een prognose gegeven van de koopkrachtverandering in 2020 ten opzichte van 2019. Deze is gebaseerd op ons eigen NVOG/KNVG-model, zoals ontwikkeld door Ronald Beelaard van de Commissie Inkomen en koopkracht. In de grafiek geven we voor een aantal situaties en inkomens de effecten weer van de regeringsplannen. Links de effecten voor alleenstaande AOW-ers, rechts voor paren. In de grafiek staat naast elkaar wat er gebeurt zonder korting/indexatie en wat er gebeurt als er 1% resp. 2% zou worden gekort.

Zonder korting (en geen indexatie)

Voor de gepensioneerden wordt er gemiddeld nog een lichte koopkrachtstijging verwacht.

*  De stijging bedraagt voor alleenstaande AOW-ers met alleen AOW 2% (€24,60 per maand), en daalt vrij snel naar circa 0,5% bij aanvullende pensioenen die geringer zijn dan de bruto AOW zelf.

*  Voor paren met alleen AOW is de stijging 1,5% en die daalt naar bijna nul voor hogere aanvullende pensioenen.

Stel: er komt een korting van 1% of 2% op het aanvullend pensioen

Bij een korting van 1% of 2% komt de koopkracht onder nul voor paren met beiden aan aanvullend pensioen vanaf samen circa €17.000. Voor alleenstaanden gebeurt dat iets eerder.

Bij de wat hogere aanvullende pensioenen zal het procentuele koopkrachtverlies ruwweg de helft van de korting bedragen.

Verschillen met Nibud en CPB

Ons koopkrachtplaatje wijkt op een aantal punten af van die van Nibud resp. CPB (zie nieuwsbrief 42). De verklaring daarvoor is niet helemaal helder omdat we de details van Nibud en zeker die van het  CPB niet kennen.

Zaken die in ieder geval in onze eigen berekeningen zitten

*   De wijzigingen in belastingheffing en toeslagen zoals die in het belastingplan 2020 (onderdeel van de miljoenennota) zijn opgenomen, incl. het verdwijnen van een belastingschijf.

*   Aanpassingen in het belastingplan 2019 (dat inmiddels tot wet is verheven), voor zover die wijzigingen betrekking hebben op 2020.

*   Zo nauwkeurig mogelijk berekende AOW uitkeringen voor beide helften van 2020. Deze is gebaseerd op het tot nu toe bekende (2019) indexcijfer voor de cao-lonen, dat invloed heeft op het minimumloon voor beide delen van het volgend jaar, welke op zich weer invloed heeft op de AOW-uitkering.

 Inflatieontwikkeling volgens de HICP inschatting van het CPB. Dit is een EU gedefinieerd indexcijfer dat – in tegenstelling tot de vaak gebruikte CPI – geen lastenontwikkeling van koopwoningen bevat.  De lasten van huurwoningen maakt daar wel deel van uit, maar die  wordt geneutraliseerd door de van toepassing zijnde huursubsidie.

*  Door het ministerie ingeschatte ontwikkelingen op het gebied van zorgkosten, zoals de zogenaamde standaardpremie, inkomensafhankelijke bijdrage en zorgtoeslag.

*  Het zogenaamde verzilveringsprobleem, optredend  bij kleinere inkomens.

Zaken die niet in deze berekeningen zitten, maar in het model wel mogelijk zijn

*  Combinaties van inkomen uit vroegere arbeid (= AOW + pensioen) en inkomen uit tegenwoordige arbeid (= werk).

*  Situaties waarbij een van de partners in 2019/20 nog niet AOW-gerechtigd is.

*  Eigen woning, bijtelling en/of aftrek wegens hypotheek.

*  Inkomsten uit aanmerkelijk belang volgens box 2 (tarief verandert in 2020).

*  Inkomsten en vrijstellingen in box 3 (verandert voortdurend iets mee en zo ook in 2020).

*  Huren en huurtoeslag.

Grafiek Prinsjesdag 2019-1.3 Verwachting koopkrachtontwikkeling gepensioneerden

Algemene Vergadering 13 november 2019

Op woensdag 13 november a.s. zal in Culemborg weer een Algemene Vergadering van NVOG en KNVG worden gehouden. Evenals de vergadering van 11 september zal deze bijeenkomst vrijwel geheel in het teken staan van de voorgenomen fusie.

De uitnodiging, de agenda en bijbehorende vergaderstukken zijn vandaag per e-mail aan de lid-organisaties gestuurd. Leden van aangesloten verenigingen kunnen zich tot 9 november opgeven bij Belinda Koops van het NVOG secretariaat: nvog@gepensioneerden.nl

Nieuwsbrief 43

vrijdag 4 oktober 2019

Bewegen met dementie

Dat bewegen goed is voor de mens, mag als bekend worden verondersteld. Uit een langjarig onderzoek blijkt dat bewegen juist voor mensen met dementie heel belangrijk is. Als positieve effecten van bewegen worden genoemd minder somberheid, angst en rusteloosheid. Meer bewegen door demente mensen kan de onrust overdag en ’s nachts aanzienlijk verminderen.

Kenniscentrum Sport heeft samen met professor Eric Scherder en de onderzoeksgroep “Laat het brein niet indutten, beweeg slim en verminder de kans op dementie” een digitale beweeggids voor mensen met dementie gemaakt. Kenniscentrum Sport is één van onze partners in het Consortium BeterOud.

De beweeggids bestaat uit verschillende beweegmodules met uitleg en instructies. De beweeggids kan gebruikt worden door iedereen die te maken heeft met ouderen met dementie. Niet alleen in de zorg, maar zeker ook door mensen die een familielid met dementie hebben of als vrijwilliger betrokken zijn bij mensen met dementie. Een beweegopleiding is niet nodig om de oefeningen en tips toe te kunnen passen.

Voor de beweeggids klikt u hier.

Nederlander voelt weinig voor het delen van bankgegevens

Zoals bekend hebben NVOG, KBO-PCOB en NOOM zitting in de werkgroep Toegankelijkheid en Bereikbaarheid van het MOB (Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer). In het verleden publiceerden wij o.a. artikelen over de Geldmaat, het met contant geld kunnen betalen bij overheidsinstellingen (en apotheken!) en over de PSD2-betaalrichtlijn.

Over dit laatste onderwerp treft u hieronder een link aan naar een artikel over het onderzoek van De Nederlandsche Bank naar de bereidheid van Nederlanders om hun betaalgegevens af te geven. Uit het onderzoek blijkt duidelijk dat men vooral terughoudend is om bankdata te delen omdat men weinig vertrouwen heeft in techbedrijven.

De gezamenlijke seniorenorganisaties blijven zich via het MOB inzetten voor verdere beschermende maatregelen voor met name de kwetsbaren.

Lees hier het DNB-bulletin over het delen van bankgegevens.

Minicursus Vitaal verouderen

Leyden Academy is een kennisinstituut dat wetenschappelijk onderzoek doet naar onderwerpen op het gebied van vitaliteit en veroudering. Leyden Academy vindt het belangrijk dat de kennis waarover zij beschikt ook voor u toegankelijk is.

Om te ervaren wat u zelf kunt doen om ervoor te zorgen dat u op een vitale en plezierige manier uw leven kunt invullen, heeft Leyden Academy een minicursus Vitaal verouderen ontwikkeld.

Deelname aan deze minicursus per email is gratis. Inschrijven doet u via https://www.leydenacademy.nl/minicursus-vitaal-verouderen/  De minicursus start op 25 oktober 2019.

Nieuwsbrief 42

vrijdag 20 september 2019

Prognose koopkracht 2020: lichte stijging voor gepensioneerden

Huishoudens van gepensioneerden zullen er in 2020 gemiddeld zo’n € 20 per maand op vooruitgaan qua koopkracht, althans als er niet gekort wordt (en ook niet geïndexeerd), en mits de prijsstijging (cpi) beperkt blijft tot 1,5%. Dat blijkt uit een prognose van het Nibud.

Deze stijging is (naast de stijging van de AOW), onder meer het gevolg van diverse fiscale maatregelen en aanpassingen bij de toeslagen. Bijvoorbeeld:

* De overgang  naar 2 schijven Inkomstenbelasting wordt versneld ingevoerd, het tarief van de lagere schijf (tot een belastbaar inkomen van €68.507) is een gemiddelde van de oude tarieven, en voor de hogere schijf is het tarief verlaagd. (N.B. Voor AOW-ers lijken er 3 schijven te zijn, omdat geen AOW-premie wordt geheven).

* De maximale zorgtoeslag en de maximale algemene heffingskorting worden verhoogd, en daarna worden ze iets sneller afgebouwd naar nul.

* De huurtoeslag wordt niet meer ineens afgekapt, maar geleidelijk afgebouwd.

* De IAB (Inkomens Afhankelijke Zorg Bijdrage) wordt met 0,25% punt verlaagd.

* De nominale zorgpremie zal stijgen met € 37 per jaar, maar pas medio november zal blijken wat de daadwerkelijke premies zullen worden.

Prognoses van het Nibud.

Het Nibud heeft voor een groot aantal standaardhuishoudens een prognose opgesteld  Daaruit valt voor gepensioneerden af te leiden dat een gemiddelde stijging van de koopkracht met zo’n € 20 per maand verwacht wordt.

Opgemerkt moet worden, dat het standaard situaties betreft, en er geen rekening is gehouden met eventuele indexatie of korting op het aanvullend pensioen. Voor woonlasten wordt uitgegaan van huur bij lage- en middeninkomens, en van koopwoning bij hogere inkomens.

Prognoses van het CPB (Centraal Plan Bureau)

Het CPB gaat uit van een gecomprimeerd steekproefbestand van 20.000 huishoudens, waarvan circa 20% AOW-huishoudens zijn (circa 4000 dus). Deze steekproef omvat ongeveer 0,2% van alle huishoudens.

In de CPB-prognose van de koopkracht wordt ook rekening gehouden met eventuele vermogens per huishouden, en huur- resp. koopsituaties. Maar er is geen specifieke informatie inzake korting/indexatie van aanvullende pensioenen (er wordt gewerkt met gemiddelden) , en individuele aspecten zoals gezondheid, huwelijk/scheiding, etc. doen ook niet mee. Bovendien is het nog maar de vraag in hoeverre het CPB rekening heeft kunnen houden met de effecten van een verder dalende dekkingsgraad bij vele pensioenfondsen.

Het CPB stelt een bandbreedte-prognose van de statische koopkrachtontwikkeling 2019-2020 op Klik hier om deze te bekijken. Hieruit blijkt, dat de mediaan van de AOW-huishoudens 1,1% is, d.w.z. dat 50% een hogere stijging van de koopkracht heeft, en 50% een lagere.

De uitersten zijn:

* 5% van de gepensioneerden heeft een koopkrachtstijging van minder dan 0,4%

* 5% van de gepensioneerden heeft een koopkrachtstijging van meer dan 3,6%.

Daarnaast is een grafiek beschikbaar die weergeeft, wat de gemiddelde koopkrachtstijging is in relatie tot het bruto-inkomen. Hierin wordt duidelijk dat de gemiddelde koopkracht (AOW-huishoudens) begint met 2,1% stijging voor de laagste inkomens, daalt naar 0,8% (vanaf € 40.000) en tenslotte weer iets stijgt naar 1,1%. En ook is hier goed te zien dat de gemiddelde koopkrachtstijging voor gepensioneerden duidelijk lager is dan voor werkenden.

In een volgende nieuwsbrief zullen we meer in detail ingaan op de verwachtingen voor 2020 aan de hand van ons eigen koopkrachtmodel.

SER nieuwsbrief

Er is een nieuwe Themabrief Pensioenen en AOW verschenen. U leest de themabrief via deze link naar de SER website.

Zorg in 2020

Van de commissie Zorg, Welzijn en Wonen ontvingen wij na de bekendmaking van de rijksbegroting op Prinsjesdag een artikel over de ontwikkelingen van de kosten in de zorg, herleid uit de begroting van VWS voor het komend jaar.

Om het stuk een enigszins leesbaar en overzichtelijk te houden hebben we de tekst niet in deze nieuwsbrief gezet maar in een apart document, dat u hier kunt downloaden en desgewenst op uw tablet, laptop of pc kunt bewaren.

Nieuwsbrief 41

vrijdag 13 september 2019

Wie langdurige zorg nodig heeft, moet daarvoor vaak diep in de buidel tasten.

Dat blijkt uit een onderzoek in opdracht van KNVG, NVOG, FASv, KBO-PCOB en NOOM.

De eigen bijdrage kan oplopen tot boven de € 1.100 per maand voor mensen met AOW en een aanvullend pensioen van € 600 (per maand).

In opdracht van de vijf organisaties deed Regioplan onderzoek naar de verschillen in de eigen bijdrage die senioren moeten betalen voor zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz). Het onderzoek keek naar negen verschillende typen huishoudens van AOW-gerechtigden.

 Bedragen lopen op

In de eerste periode met langdurige zorg, vaak in een verpleeghuis, betaal je de zogenaamde ‘lage eigen bijdrage’. In veel gevallen ga je na vier maanden over naar een ‘hoge eigen bijdrage’. Deze hangt af van inkomen en vermogen. De bijdragen lopen echter snel op. Terwijl de lasten lang niet altijd afnemen. En sommige verpleeginstellingen brengen soms extra kosten in rekening voor de was en zelfs voor ommetjes in het park of een stuk fruit. Dit is funest voor de bestedingsruimte van mensen die in die situatie zitten.

Alleenstaande senioren zonder aanvullend pensioen en vermogen betalen een eigen bijdrage van € 730 per maand. Voor alleenstaande senioren met een aanvullend pensioen van € 600 per maand (bruto) zonder vermogen, komt de hoge eigen bijdrage neer op       € 1.060 per maand. De hoge eigen bijdrage voor alleenstaande AOW-gerechtigden met een vergelijkbaar pensioen en met een vermogen van  € 50.000 of meer bedraagt circa    € 1.130 per maand.

Als bij een echtpaar beiden in een zorginstelling verblijven, betalen ze een eigen bijdrage van € 870 per maand, als ze geen aanvullend pensioen hebben, en geen vermogen. Hun resterende bestedingsruimte bedraagt dan circa € 770 per maand.

Bij een aanvullend pensioen van € 600 per maand, wordt de eigen bijdrage € 1.210 (indien geen vermogen), en is de resterende bestedingsruimte circa € 870, dus blijft slechts zo’n € 100 over van het aanvullend pensioen.

Indien in dat geval er wel een eigen vermogen is (van stel € 175.000), dan resteert een bestedingsruimte van € 710 per maand.

Verschil tussen Wmo en Wlz

Het verschil tussen de eigen bijdrage voor de Wlz resp. voor de Wmo (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) is wezenlijk. Van € 17,50 per vier weken voor de Wmo naar ruim € 1.000 per maand voor de Wlz. Zelfs de maandelijkse ‘lage eigen bijdrage Wlz’, die senioren in de eerste vier maanden meestal betalen, is minimaal negen keer hoger dan de eigen bijdrage Wmo. Maar een keuze heb je niet. Senioren waarvoor hulp en ondersteuning vanuit de Wmo (verschillend per gemeente) niet toereikend is, zijn aangewezen op de Wlz.

Conclusie

De senioren- en gepensioneerdenorganisaties maken zich zorgen over de hoge eigen bijdrage Wlz.

Er zijn signalen dat mensen zorg mijden, althans vasthouden aan de veel beter betaalbare Wmo-zorg en zo wellicht niet de juiste zorg krijgen. Daarnaast merken zij dat mensen die een beroep moeten doen op de Wlz naast de emotionele en fysieke belasting ook nog worden geconfronteerd met een grote financiële belasting. Dat betreft zowel alleenstaanden die naar een instelling verhuizen, als mensen die Wlz-zorg thuis ontvangen, en paren waarvan één van de twee naar een zorginstelling is verhuisd.

Daarom de vraag aan het kabinet om maatregelen ter demping van de forse kosten die senioren moeten maken als ze aangewezen zijn op langdurige zorg!

Bron: Rapport Regioplan d.d. 10 september 2019. Dit rapport kunt u hier downloaden.

Age Platform Europe, de organisatie die de belangen van ouderen op Europees niveau behartigt, heeft de september editie van de maandelijkse nieuwsbrief uitgebracht. De (Engelstalige) nieuwsbrief kunt u hier lezen.

De specialist ouderengeneeskunde

De Juiste Zorg op de Juiste Plek vanuit de gedachte dat de patiënt centraal moet staan. Daarbij speelt ook het inzetten van de specialist ouderengeneeskunde een rol.

Wat is en wat doet een specialist ouderengeneeskunde?

Een specialist ouderengeneeskunde (SO) behandelt en begeleidt kwetsbare ouderen met complexe chronische aandoeningen. Vaak is er sprake van verschillende aandoeningen tegelijk die lastig te behandelen zijn. Hij /zij kijkt daarbij niet alleen naar het ziektebeeld, maar ook naar de gevolgen voor het dagelijkse leven van de patient en zijn omgeving.

Je treft een SO bijvoorbeeld aan in een verpleeghuis, een revalidatiecentrum en in een hospice. Relatief nieuw is dat de SO ook wordt ingezet voor patiënten die thuis wonen.

Waarom wordt de specialist ouderengeneeskunde ook ingezet voor kwetsbare ouderen die thuis wonen?

Uitgangspunt is dat wij zo lang mogelijk op een verantwoorde manier thuis blijven wonen. Ook als de gezondheidssituatie minder wordt. De juiste verzorging thuis is daarbij een voorwaarde.

De huisarts speelt in de zogenoemde eerstelijnsgezondheidszorg een belangrijke rol en is ons eerste aanspreekpunt. Bij complexe zorgvragen of in crisissituaties verwijst de huisarts ons door naar een specialist.

De specialist ouderengeneeskunde is ook zo’n specialist. De SO is beter dan de huisarts in staat om de afweging te maken in hoeverre het verantwoord is dat de kwetsbare oudere thuis kan blijven wonen, welke zorg daarvoor nodig is of dat het toch beter / noodzakelijk is om de stap naar het verpleeghuis te zetten. De SO heeft daarbij de regie en vervult die rol in samenspraak met de huisarts.

Hoe zit het met de bekostiging?

Belangrijk is dat de specialist ouderengeneeskunde alleen kan worden ingezet met een verwijzing van de huisarts.

Op dit moment (2019) hoef je voor de SO niets te betalen, ook geen eigen risico van de Basisverzekering. Er is voor 2019 een tijdelijke subsidieregeling waaruit de SO inzet wordt betaald.

De bedoeling is dat in 2020 de specialist ouderengeneeskunde vergoed wordt door de zorgverzekering. Op Prinsjesdag zal duidelijk worden of dat inderdaad zo is en of de inzet van de SO onder het eigen risico valt. Omdat er sprake is van een verwijzing door de huisarts naar een specialist, zou dat best weleens het geval kunnen zijn. Op 17 september 2019 weten wij het.