Pensioen persbericht

                                            PERSBERICHT       19 november 2018

‘Pensioenakkoord onbestaanbaar zonder steun ouderen en jongeren’ Seniorenorganisaties pleiten voor  Breed Nationaal Pensioenakkoord 

Lees verder

Nieuwsbrief 47

Nieuwsbrief 47

zaterdag 17 november 2018

De zorgverzekering in 2019.

Zoals ieder jaar omstreeks deze tijd hebben de zorgverzekeraars hun premie voor de zorgverzekering 2019 gepubliceerd.

Het ministerie rekende in de begroting met een premiestijging van 9,5%. In het Basispakket is een aantal kleine wijzigingen aangebracht.

De zorgverzekeraars mogen zelf hun premie vaststellen op basis van hun verwachtingen voor het komend jaar.

Daarbij houdt men rekening met:

1. De stijging van de kosten van de zorg veroorzaakt door loon- en prijsstijgingen en de steeds grotere vraag aan zorg, vooral door de vergrijzing en de steeds meer mogelijkheden voor medische ingrepen en medicijnen.

2. Het al dan niet kunnen inzetten door de zorgverzekeraars van hun reserves om de premie te “subsidiëren:” Daar dit al vele jaren is gebeurd wordt de ruimte hiervoor steeds minder.

3. De wettelijke regeling dat de landelijke opbrengsten van enerzijds de nominale premie vermeerderd met de betaalde eigen risico’s en anderzijds de landelijke opbrengsten van de betaalde inkomensafhankelijke premies aan elkaar gelijk moeten zijn. Dit iets is scheefgegroeid, waardoor de opbrengsten van de nominale premies wat extra moet worden verhoogd door verhoging van de premie.

De inkomensafhankelijke premie wordt vanwege het onder 3 vermelde maar weinig verhoogd, nl voor de gepensioneerden van 5,65% naar 5,70%, dus nog geen 1%! (Tot een maximum inkomen van in 2108 € 54.614, dat zal wel voor 2019 nog iets worden verhoogd).

De totale uitgaven van de curatieve zorg in Nederland die door premie worden gefinancierd bedragen in 2019: € 50 miljard! 1 % meer of minder zorgkosten betekent dus landelijk dus een tekort of overschot van € 500 miljoen!

Zorgpremie 2019

De stijging van de zorgpremie 2019 is binnen de door de overheid aangegeven grens gebleven, gemiddelde 5,7% maar  hoger dan de premiestijging van de zorgpremie voor 2018.

Uit het overzicht van de premies van alle zorgverzekeraars blijkt dat de stijging van de vier grootste zorgverzekeraars als volgt is:

Maatschappij.                      Maandpremie 2018       Maandpremie 2019         stijging

CZ (Zorg bewust polis)                 112,15                               120,45                  7,4%

VGZ (natura)                                116,20                               120,95                  3,7%

Menzis (basispolis)                      119,00                               122,00                  4,1%

Zilveren Kruis (Basis zekerpolis)  119,45                              126,95                  6,3%

Een compleet overzicht van het aanbod van de in 2019 aangeboden natura-en restitutiepolissen leest u hier.

Overstappen?

U heeft het aanbod van uw huidige zorgverzekeraar ontvangen. Premie en polisvoorwaarden zijn aangepast. Een goed moment om eens na te denken of uw verzekering nog past bij uw huidige situatie. U heeft daarvoor ruim de tijd. Er zijn tal van sites waarop u de verschillende verzekeringen kunt vergelijken. Op de NVOG website onder “Handige links” staat ook een aantal links waar u zorgverzekeringen kunt vergelijken.

De inhoud van de basisverzekering is wettelijk voorgeschreven maar een zorgverzekeraar kan ook iets extra meeverzekeren. En denkt u ook aan de aanvullende verzekeringen. Dit zijn commerciële aanvullingen op de polissen, iedere zorgverzekeraar is vrij in het bepalen van de inhoud, de prijs en het acceptatiebeleid hiervan.

Reserves: teveel of nodig?

In de kranten stonden grote koppen over de door de zorgverzekeraars opgebouwde reserves. Is er sprake van oppotten of is het aanhouden van ruime reserves noodzaak?

De Zorgverzekeringswet stelt dat zowel zorgverzekeraars als zorgverleners aan “marktwerking” moeten doen. Het zijn zogezegd commerciële bedrijven net als andere bedrijven. Daarom moeten zij voor zelf voor hun verliezen opdraaien, maar winsten mogen zij in tegenstelling tot het normale bedrijfsleven niet uitkeren, die moeten binnen het “bedrijf” blijven.

De Nederlandse bank en Europese wetgeving schrijft wel een minimum reserve voor maar normaal is dat een bedrijf meer reserve aanhoudt dan voorgeschreven. Wel mogen deze extra reserves door zorgverzekeraars worden aangewend om de prijs van hun product (dus de premie!) te verlagen. Dat heeft men vele jaren gedaan maar een gezond bedrijf houdt wel wat extra’s achter de hand voor slechte tijden.

Volgens een publicatie van de Consumentenbond hebben de zorgverzekeraars nu € 2,4 miljard meer in kas dan de wettelijk voorgeschreven reserve. Dit is overigens nog geen 5% van de totale premiebedragen. Hoewel wij financieel technisch van mening zijn dat dit een goede zaak is, verwachten wij dat de zorgverzekeraars nog enige jaren een relatief geringe “premiesubsidie” kunnen geven, maar dan is het afgelopen. Wij zijn het eens met de kop die de NRC gebruikte boven het artikel over de zorgpremies “Eigenlijk kost de zorg nóg meer”.

Beleid

NVOG is het eens met het beleid van de overheid (en probeert daar ook aan mee te werken) dat de kostenstijging in de zorg in de hand moet worden gehouden, mits de kwaliteit en toegankelijkheid van de zorg niet te veel geweld wordt aangedaan. De premiestijging moet beperkt kunnen worden tot maximaal de inflatie. In 2015 is al, op verzoek van de regering, een advies uitgebracht waar wij aan hebben meegewerkt (en waar wij achter staan), dat de organisatie en financieringssystematiek van de curatieve zorg richting 2030 sterk moet veranderen wil de toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg niet in het gedring komen. De zorg in Nederland is van uitstekende kwaliteit, zegt het European Health Forum, maar wel duur! En dat laatste moet veranderen.

Onze stamppot reis 12 november 2018

 

Met 60 personen zijn met een druilerig begin begonnen aan de stamppot reis.

Het verslag van Martha Marjenburg  staat in onze nieuwsbrief van december 2018 vermeld.

Hierbij een aantal foto’s die met toestemming van een ieder van ons zijn gemaakt.

                                                                                                         Lees verder

Nieuwsbrief 46

Nieuwsbrief 46

vrijdag 9 november 2018

 

De Wet Maatschappelijke Ondersteuning en hulp in huis.

De afgelopen jaren is in Nederland al veel discussie geweest over de werkwijze van gemeenten op het terrein van huishoudelijke hulp.

Veel gemeenten hanteren als uitgangspunt dat als het huis maar schoon en leefbaar is het voldoende moet zijn. Er zijn door individuele hulpvragers die het hier niet mee eens zijn, veelal ondersteund door seniorenorganisaties, procedures gevoerd die hebben geleid tot een vraag aan de Centrale Raad van Beroep om hierover een uitspraak te doen.

Deze uitspraak is op 8 oktober gedaan en op 23 oktober gepubliceerd. Zij vinden dat niet de zorguitvoerder moet bepalen wat een schoon huis is maar dat de gemeenten op basis van “maatwerk”, dus individueel, uren schoonmaakhulp moet toekennen. Op basis van een ”ondersteuningplan” dat met de hulpvrager moet worden besproken, moet de gemeente (en dus niet het schoonmaakbedrijf dat een contract met een gemeente heeft gesloten hiervoor!)  schoonmaakuren per week toekennen. Het schoonmaakbedrijf regelt dan een en ander in overleg met de hulpvrager.

Dit is een belangrijke uitspraak waarop al jaren is gewacht. De gemeente mag dus niet aan de zorgaanbieder over laten te bepalen wat nodig is, zij is zelf verantwoordelijk! En als er klachten over zijn kan men bij de gemeente hierover aankloppen.

Mensen die nu nog een zgn. “schoonhuis” beschikking hebben, kunnen zich tot hun gemeente wenden om op basis van deze uitspraak een nieuwe beschikking aan te vragen.

 

Geldautomaat wordt Geldmaat.

In de achter ons liggende week werd in de media redelijk veel aandacht besteed aan het feit dat in ons land hard wordt gewerkt aan de overgang naar één geldautomatennet, een project dat over twee jaar moet zijn afgerond. Bijgaand het persbericht dat afgelopen maandag is verspreid door Geldservice Nederland, de instantie die het geldverkeer verzorgt voor de drie grootste Nederlandse banken ABN AMRO, ING en RABO. Ook de Oogvereniging heeft afgelopen dinsdag een publicatie gedaan n.a.v. de aankondiging van de nieuwe geldautomaten, die zullen worden voorzien van spraakfunctie.

In de berichtgeving over de Geldmaat is door de media vaak de nadruk is gelegd op de vermindering van het totaal aantal automaten. Aan de verbetering van de bereikbaarheid (door een betere spreiding) en van het gebruiksgemak (door de uniformering) werd helaas minder aandacht besteed.

 

Tiroler muziek woensdag 7 november

Tiroler muziek woensdag 7 november

Das Almland Duo

Woensdag 7 november was het een gezellige boel (ook volgens mensen die een vergadering hadden) in het Dorpshuis met medewerking van

het Almland Duo die de kunst verstaan om op een geweldige manier de Tiroler muziek te brengen met hun harmonica en accordeon.

Er waren die avond 51 leden aanwezig.

Voor meer foto’s zie  lees verder. Lees verder

Nieuwsbrief 34

 

Pact voor de ouderenzorg (2).

Eenzaamheid
In nieuwsbrief 33 hebben wij de opzet en het doel van het Pact voor de ouderenzorg uiteengezet. Het Pact kent drie programmaonderdelen. In deze nieuwsbrief meer informatie over het programmaonderdeel Eenzaamheid.

Deskundigen zijn het niet altijd met elkaar eens. Is de omvang van eenzaamheid onder ouderen nu echt zo groot of valt het wel mee? Hoe groot de groep eenzame ouderen ook is, duidelijk is dat gevoelens van eenzaamheid niet bijdragen aan het op een goede en leuke manier ouder worden. Dat is de reden dat het signaleren en doorbreken van eenzaamheid een prominente plaats heeft gekregen in het Pact voor de ouderenzorg.

Actieplan Eén tegen Eenzaamheid                                                                                                          Het actieplan Eén tegen Eenzaamheid is de basis. Met een landelijke coalitie, die de verbinding moet leggen naar een lokale aanpak, wordt de handschoen opgepakt. Er is voor gekozen om zich primair te richten op eenzaamheid die (mede) het gevolg is van ontbreken van contacten en het ontbreken van zingeving.

Bij het ouder worden, wordt, ook door het verlies van partner en leeftijdsgenoten, het netwerk vaak kleiner of minder intensief. Dat kan sociale eenzaamheid in de hand werken. Het idee dat je vanwege je ouderdom of de ervaren gebreken toch niets meer kan toevoegen aan je omgeving, zorgt voor nog minder echt contact met anderen.

Wil je iemands eenzaamheid doorbreken, dan moet je dat heel dicht bij die persoon doen. Dat betekent dat iedereen die ook maar één steentje kan bijdragen gemobiliseerd moet worden. Het Pact heeft daarbij een aanjaagrol. In elke gemeente moet een coalitie tegen eenzaamheid komen. Vanuit het Pact wordt hiervoor ondersteuning gegeven. Kennis, capaciteit en ideeën voor een effectieve aanpak worden gedeeld.

Rol (ouderen) organisaties
Pact voor de ouderenzorg, rol voor de gemeente. Prima allemaal. Er is zeker ook een rol weggelegd voor de (ouderen) organisaties, waaronder ook de lidorganisaties van KNVG en NVOG. Aandacht vragen voor de problematiek en aandacht geven aan de leden die met gevoelens van eenzaamheid te maken hebben. Mooie initiatieven zijn bijvoorbeeld “Omzien naar elkaar” van de VG Rabobank en het welzijnswerk dat Voeks, (de gepensioneerden van Shell) in haar programma heeft opgenomen. Aandacht geven is daarbij het uitgangspunt.

Rol ouderen
Het begint al vroeg. Zorg ervoor dat u bezig blijft, zowel lichamelijk als mentaal. Doe mee aan activiteiten. Benut uw talenten en help anderen. Uw netwerk wordt op die manier groter en dat komt u van pas op het moment dat het allemaal wat minder gaat. Ook in die fase kunt u bij veel zaken betrokken blijven en waar mogelijk uw bijdrage leveren.

Het actieprogramma Eén tegen Eenzaamheid kunt u hier inzien.
In een volgende nieuwsbrief informatie over het programmaonderdeel Langer Thuis.

De tekst van dit artikel is ook beschikbaar als pdf-document. Klik hier om het te downloaden.

NVOG en partners sturen mail aan Tweede Kamer inzake de Europese betaalrichtlijn PSD2.

Nu de parlementaire vakantie voorbij is en Den Haag weer aan het werk gaat, kunnen wij u iets berichten over de voortgang van het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB) en met name over PSD2, de (herziene) richtlijn betaaldiensten. Onze vertegenwoordiger de heer Cees van Tiggelen stuurde deze week een bericht aan de Tweede Kamer commissieleden van Financiën, waarvan u hieronder de volledige tekst kunt lezen.

“Geachte leden van de commissie Financiën van de Tweede Kamer,

De herziene richtlijn betaaldiensten PSD2 wordt op 4 september a.s. behandeld in de plenaire vergadering van de 2e Kamer.

Op 15 november 2017 mocht ik de Cie Financiën toespreken namens de seniorenorganisaties KBO-PCOB, NVOG en NOOM. Bij die gelegenheid vertegenwoordigde ik ook de Consumentenbond, de organisatie waarmede wij in dit dossier samen optrekken.

In de bijlage gelieve u aan te treffen datgene wat ik op 15 november naar voren heb gebracht.

De essentie van onze boodschap was en is dat wij op een aantal punten vraagtekens/opmerkingen/zorgen hebben. Ik som er een aantal op:

-is het eenieder duidelijk waarvoor precies toestemming wordt gegeven aan een derde partij om betaalgegevens in te zien? Hoe kan ik controleren of mijn gegevens juist en zorgvuldig worden gebruikt en uitsluitend voor het doel dat ik heb toegestaan? Wat betekent het voor de privacy?

-PSD2 is uitermate ingewikkeld niet alleen voor de gemiddelde consument maar zeker voor bepaalde groepen ouderen en kwetsbare groepen in de samenleving. Met betrekking tot het  verlenen van toegang tot de betaalrekening zijn er zorgen, zeker in de perceptie van consumenten.

Wat is er sindsdien gebeurd?

In het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB) hebben wij de nadrukkelijke wens geuit om als rekeninghouder bij je eigen bank op te kunnen geven of je wel of geen toestemming wil verlenen aan derde partijen. Verstrekking van betaalgegevens zal dan NIET plaats vinden ook niet als je per ongeluk of onbewust ja hebt gezegd tegen een derde partij.

Om deze wens te toetsen hebben wij een vijftal banken bezocht om onze wens te toetsen. Gebleken is dat sommige banken voor volledige digitalisering zijn, zij hebben het idee om in de bankieren app weer te geven aan wie toestemming is verleend. Andere banken willen wel graag een dashboard waarin je kan verbieden derden toestemming tot de rekening te geven, zoals onze wens was en is.

Na inventarisatie hebben juristen van De Nederlandsche Bank bekeken of een dergelijk dashboard mogelijk is binnen de wetgeving van PSD2. Zij zijn van mening dat dit moet worden gezien als een belemmering en het daarom niet is toegestaan.

Consultatie van onze wens bij de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft opgeleverd dat de AP niet vereist dat banken een dashboard maken, maar het is volgens haar niet in strijd met de AVG als banken dit wel doen. Wat het dashboard betreft zal uiteindelijk de rechter moeten bepalen of dit mogelijk is.

Ook is gekeken naar het open banking systeem in Engeland. Daar is in de bankieren app zichtbaar aan welke partijen de consument toestemming heeft gegeven. Verder is het daarbij ook mogelijk om via de bankieren app een eerder gegeven toestemming aan een derde partij weer in te trekken. Deze mogelijkheid moet in Engeland nog geëvalueerd worden. Wij hebben gezien het vorenstaande in het MOB een compromisvoorstel gedaan om in de bankieren app/internetbankieren een lijst weer te geven met de partijen aan wie toestemming is verleend. Of daarbij ook de optie om de toestemming weer in te trekken om partijen te verwijderen kan worden geboden is nog niet te zeggen. Het vorenstaande is aan de orde geweest in de vergadering van het MOB op 28 mei j.l. In deze vergadering is besloten dat het uitzetten (verwijderen) van een toestemming uitgezocht zal worden door DNB. Hier wordt nog juridisch naar gekeken alvorens dit als advies uitgedragen zal worden richting belanghebbende partijen. De aanbeveling van het MOB is dat het voor consumenten prettig zou zijn om een overzicht te hebben van aan wie ze toestemming hebben verleend voor toegang op grond van PSD2.

Hoe nu verder?

Uiteraard willen en kunnen wij geen adviezen uitbrengen c.q. standpunten innemen die tegen de wet zijn. Vandaar ons compromisvoorstel in de vergadering van het MOB op 28 mei j.l.

Met name voor de kwetsbare groepen in de samenleving en bepaalde groepen ouderen blijven wij er echter  voorstander van dat rekeninghouders van banken bij hun eigen bank kunnen aangeven of ze wel of geen toestemming willen geven aan derde partijen om over betaalgegevens te beschikken.

Wij stellen het dan ook bijzonder op prijs indien u bij de plenaire behandeling van de betaalrichtlijn op 4 september a.s. zou willen bezien of er thans of in de nabije toekomst op nationaal of anders op internationaal niveau ruimte kan worden geschapen om aan onze nadrukkelijke wens te voldoen.

Wij wensen u een constructief debat toe.

Cees van Tiggelen, namens ouderenorganisaties KBO-PCOB, NVOG en NOOM”.

Nieuw elan in de verpleegzorg.

Door het ministerie van VWS  zijn maatregelen genomen om de verpleeghuiszorg sterk te verbeteren.

Dit niet alleen door het één van de speerpunten te maken in het Pact voor de Ouderenzorg maar ook door het verhogen van het budget dat de verpleeghuizen mogen besteden.

Simon Koppes, lid van de commissie ZWWM  NVOG/KNVG heeft in een document een en ander nog eens uiteengezet.

Het artikel kunt u hier downloaden.

Nieuwsbrief 45

 

 

Nieuwsbrief 45

vrijdag 2 november 2018

 

Nibud rapport over ontwikkeling van de koopkracht in de periode 2010- 2019

Het Nibud heeft op verzoek van de 50PLUSpartij koopkrachtcijfers opgesteld over de periode 2010 tot en met 2019 (dus deels op basis van prognoses). Zie bijgaande rapportageDit is ook op dinsdag 30 oktober ingebracht bij de Algemene Beschouwingen in de Eerste Kamer. In het Nibud-rapport wordt dieper ingegaan op de effecten van beleidsmaatregelen, de achtergronden van de koopkrachtberekening en de getoonde cijfers.

Samengevat komt het erop neer, dat alleen de lagere inkomens nog een plusje overhouden qua (statische) koopkracht, maar de meeste midden- en hogere inkomens scoren negatief als totaalcijfer over die 10 jaars-periode. Dat geldt zowel voor werkenden als voor gepensioneerden.

Met name gepensioneerden met grotere aanvullende pensioenen hebben flink moeten inleveren, met zoals bekend het gebrek aan indexatie als voornaamste oorzaak. De totale gemiste indexatie is gemiddeld zo’n 15% van het aanvullend pensioen. In het mede door NVOG georganiseerde grote Pensioendebat op 19 november zal dit nog eens duidelijk aan de orde worden gesteld. 

Cijfervoorbeelden:

GEPENSIONEERDEN              Alleenstaande           Paar   

—  Alleen AOW                          +4,4%                        +2,3%

—  AOW + 10.000                      -3,4%                         -4,7%

—  AOW + 20.000                      -6,8%                         -8,5%

—  AOW + 30.000                      -11,2%                       -8,3%

—  AOW + 30.000  + 10.000          —-                         -7,7%

WERKENDEN                          Alleenstaande           Paar

—  Minimumloon                         +2,8%                       +0,4%

—  1 x modaal                             -1,3%                       -2,6%

—  2 x modaal                             -7,9%                       -7,0%

—  1 x min.loon +1 x min.loon      —-                           -0,7%

—  1 x modaal + 1 x modaal          —-                         -1,2%

—  2 x modaal + 1 x modaal          —-                         -5,4%

N.B.

De verwachte AOW-uitkering in 2019 bedraagt op jaarbasis (bruto): € 15.522 (alleenstaande) resp. € 21.382 (paar, indien beiden AOW hebben) (dit is exclusief vakantie-toeslag en exclusief inkomens-ondersteuning AOW). De bruto-AOW was in 2010: € 13.339 resp. € 18.599.

Cijfers van werkenden betreffen situaties zonder kinderen. Het modale inkomen bedroeg in 2010 circa € 32.500.

 

Publiekscampagne Ik Zorg van start

Vandaag gaven minister Hugo de Jonge, minister Bruno Bruins en staatssecretaris Paul Blokhuis het startsein voor de publiekscampagne Ik Zorg. Hiermee willen de sector Zorg en Welzijn en de overheid nieuwe werknemers aantrekken. Dat is hard nodig, om ook in de toekomst iedereen goede zorg te kunnen blijven bieden. Als we nu niks doen, hebben we in 2022 een tekort van 125.000 mensen.

In de campagne laten meer dan 600 mensen met uiteenlopende beroepen en opleidingen zien hoe veelzijdig werken in zorg en welzijn is. Ik Zorg is een samenwerking van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), branche- en beroepsverenigingen en werknemers- en werkgeversorganisaties in de sector Zorg en Welzijn. De campagne is onderdeel van het actieprogramma Werken in de Zorg, dat dit voorjaar is gestart.

Minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid): “De opdracht waar we met elkaar voor staan is groot. Dit kabinet zet alles op alles om het tekort terug te dringen. Dat doen we samen met het onderwijs en werkgevers. En dat doen we in de regio: de vraag in Amsterdam is anders dan in Appingedam. Sinds 2017 zijn er al 39.000 mensen extra aangenomen in de sector. En ook de instroom in de opleidingen zorg- en welzijn nam met 7 procent toe. We zijn er nog lang niet, maar dit zijn bemoedigende signalen. Samen gaan we de klus klaren.”

Minister Bruno Bruins (Medische Zorg en Sport): “Met deze campagne laten we zien hoe mooi en divers het werk in zorg en welzijn is. Tegelijkertijd moeten we er ook voor zorgen dat het werk aantrekkelijker wordt, zodat mensen ook in de toekomst in de zorg willen blijven werken. Daarom kijken we hoe we het werk anders kunnen organiseren en hoe je het beste uit mensen kunt halen. Zoals bijvoorbeeld met de inzet van verpleegkundig specialisten of beeldbellen in de huisartsenzorg. Ook is het belangrijk om steeds weer te kijken hoe je de talenten van mensen het beste kunt inzetten.”

Voor wie net is afgestudeerd, een carrièrestap wil maken, of als herintreder weer aan het werk wil, biedt de sector Zorg en Welzijn veel mogelijkheden. Ik Zorg is niet alleen zichtbaar via een televisiespot, bioscoopreclame en billboards, maar ook met voorlichting in de regio. Staatssecretaris Paul Blokhuis (Volksgezondheid): “Niemand kan beter uitleggen waarom werken in zorg en welzijn zo bijzonder en betekenisvol is dan de mensen die dat zelf elke dag met hart en ziel doen. Daarom staan de medewerkers zelf centraal in deze campagne. Zo gaat een ambassadeursbrigade van zo’n 150 jonge professionals op basis van hun eigen verhaal in gesprek met middelbare scholieren over werken in Zorg en Welzijn.”

Op het platform Ontdekdezorg.nl vinden geïnteresseerden naast informatie over werken in de zorg ook praktische handvatten en beschikbare vacatures in de regio. Het aanbod is erg breed: van verzorgenden en verpleegkundigen tot activiteitenbegeleiders, laboranten, chauffeurs en ICT’ers. Voor vragen kunnen mensen contact opnemen via email, chat of telefoon. Ook een persoonlijk gesprek in de eigen regio is mogelijk.

Voor meer informatie over de campagne: www.ontdekdezorg.nl en #IkZorg.

Noot van de gezamenlijke commissie Zorg, Welzijn en Wonen: ook wanneer wij als gepensioneerden ouder worden en meer zorg nodig hebben, is het van belang  dat voldoende  mensen in de zorg werkzaam zijn. Dit gaat nu al knellen. Daarom ondersteunen wij bovenstaande actie van harte. Praat er eens over in uw omgeving!

 

Stijging AOW-leeftijd ook in 2024 niet nodig

Voor het tweede jaar op rij hoeft het kabinet de AOW-leeftijd niet verder te verhogen. Dat blijkt uit de nieuwe levensverwachting voor 65-jarigen, die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) donderdag 1 november heeft gepubliceerd. De levensverwachting van 65-jarigen loopt weliswaar weer op, maar niet zo hard dat de AOW-leeftijd ook verder omhoog moet. De AOW-leeftijd stijgt de komende jaren versneld, maar volgens afspraak, naar 67 jaar in 2021. Daarna stijgt die verder met de levensverwachting.

Het ministerie van Sociale Zaken besluit op basis van de CBS-cijfers of de AOW-leeftijd verder stijgt of niet. Dat doet men altijd vijf jaar van te voren. Vorig jaar bleek al dat de AOW-leeftijd in 2022 naar 67 jaar en drie maanden gaat, maar in 2023 niet verder omhoog hoeft.

Een 65-jarige heeft volgens de jongste cijfers van het CBS in 2024 een levensverwachting van 20,63 jaar, en dat is 2 weken meer dan vorig jaar nog werd verwacht. Maar pas bij een levensverwachting van 20,76 jaar moet de AOW-leeftijd weer met drie maanden omhoog.

In 2017 daalde de levensverwachting van 65-jarigen volgens het CBS, tenminste ten opzichte van eerdere prognoses. Dat deze dit jaar weer stijgt, ondanks de hoge sterfte tijdens de griepgolf in de winter, komt vooral door dat er minder vrouwen aan longkanker overlijden, meldt het CBS. En zij verwachten, dat de levensverwachting van ouderen zal blijven oplopen.

N.B. De levensverwachting van 65-jarigen was begin jaren vijftig, toen de AOW werd ingevoerd,  14,3 jaar. En in 2017 was het 19,9 jaar. Dus gemiddeld genomen steeg de levensverwachting van een 65-jarige elk jaar met 1 maand, in de afgelopen bijna 60 jaar.