Nieuwsbrief 27

dinsdag 11 juni 2019

PERSBERICHT

Gepensioneerden positief-kritisch over principe pensioenakkoord

De gepensioneerdenkoepels KNVG en NVOG hebben veel waardering voor de inzet van minister Koolmees en de sociale partners om te komen tot het nu voorliggende principeakkoord voor een toekomstbestendig en evenwichtig pensioenstelsel. Het akkoord lijkt in hoofdlijnen tegemoet te komen aan de eisen en wensen van de gepensioneerden. Ten aanzien van het aanvullend pensioen zijn er nog wel veel open vragen.

De koepels van gepensioneerden gaan er van uit dat zij de komende maanden actief betrokken zullen worden bij de verdere uitwerking van het nieuwe pensioenstelsel, dat daarna ook in wetgeving wordt vastgelegd.

Tijdens het proces op weg naar het akkoord heeft minister Koolmees meermaals aangegeven dat hij de gepensioneerdenorganisaties actiever wil betrekken bij de komende wijzigingen in het pensioenstelsel. De koepels van gepensioneerden gaan er van uit dat deze toezegging van de minister – evenals die van FNV-onderhandelaar Tuur Elzinga – gestand wordt gedaan door deelname in een te vormen klankbordgroep.
Directe vertegenwoordiging van de gepensioneerden is alleszins redelijk: het belang van de 3,3 miljoen gepensioneerden betreft 36% van de ruim 1400 miljard euro vermogen in de Nederlandse pensioenfondsen. Actieve betrokkenheid van zowel jongeren als ouderen in het verdere proces vergroot en verstevigt het maatschappelijk draagvlak voor het nieuwe pensioenstelsel.

Zorgen
KNVG en NVOG onderschrijven de in het pensioenakkoord geformuleerde maatregelen inzake aanpassing van de AOW-pensioenleeftijd. Zorgen hebben de koepels over de nog steeds dreigende kortingen op de pensioenen, het beperkte uitzicht op indexatie van de pensioenen en de verdeling van de kosten van de transitie.

De minister stelt voor dat tijdens de overgangsfase naar een nieuw pensioenstelsel alleen wordt gekort op de pensioenen als er sprake is van een langdurige dekkingsgraad lager dan 100%. KNVG en NVOG verwachten dat dit voorstel niet ver genoeg gaat om de maatschappelijke onrust op dit gebied weg te nemen. De koepels zijn van mening, dat er
tijdens de overgangsfase alleen gekort zou moeten worden als volgens het ingediende herstelplan sprake is van onvoldoende herstel.

Het nieuw beoogde pensioenstelsel , met twee basis contractvormen waarin de zekerheidseis wordt losgelaten, lijkt op papier voldoende keuzemogelijkheden en waarborgen te bieden om een goed geïndexeerd pensioen op te bouwen. Of indexatie in de praktijk ook daadwerkelijk wordt bereikt is – met name ook in de beginjaren – sterk afhankelijk van de invulling van de financiële spelregels en de transitieregels die gaan gelden.

Generatie-evenwicht
De koepels hebben twijfels of de indexatieambitie en de compensatie voor de afschaffing van de doorsneesystematiek financieel in samenhang kunnen worden gedekt op basis van de deels al geherdefinieerde spelregels. Voordat dit verder wordt uitgewerkt is het goed om duidelijk te maken wat onder generatie-evenwicht wordt verstaan en hoe die kan worden vormgegeven.

KNVG en NVOG verzoeken de minister aan de in te stellen stuurgroep als opdracht mee te geven te toetsen in hoeverre de gedefinieerde ambities daadwerkelijk kunnen worden gerealiseerd op basis van een onderbouwde generatie-evenwichtige belangenafweging. De transitiewaarde van de verschillende generaties zou bepaald moeten worden op basis van over een langere periode prudente, maar niet risicovrije, rentevoet.
Ook voor de bepaling van de dekkingsgraad in het nieuwe pensioenstelsel is een meer stabiele en meer generatie-evenwichtiger rentevoet noodzakelijk. De in te stellen stuurgroep kan daarvoor een zoveel als mogelijk stabiele en generatie-evenwichtige waarderingsmethodiek ontwikkelen.

Risico-bereidheid
In de voorstellen voor een nieuw pensioenstelsel gaan de onderhandelingspartners er van uit dat er voorzichtiger moet worden belegd naarmate de deelnemers in het pensioenfonds ouder worden of al gepensioneerd zijn. Het zogenaamde life cycle principe. Dit principe gaat uit van de veronderstelling dat oudere en gepensioneerde deelnemers liever minder risico lopen. Uit onderzoeken blijkt echter het tegenovergestelde: jongeren willen overwegend meer zekerheid en ouderen zijn bereid meer risico’s te nemen.

In het pensioenakkoord wordt life cycle beleggen de regel en mogen pensioenfondsen met redenen omkleed daarvan afwijken. KNVG en NVOG vinden dat het precies andersom moet zijn. Een pensioenfonds hanteert als regel vanaf het begin van premiebetaling tot overlijden dezelfde beleggingsmix (zogenaamd ‘uniform beleggen’), tenzij het pensioenfonds kan uitleggen dat het in zijn specifieke fonds beter is het anders te doen.

U kunt het persbericht als pdf document hier downloaden. Op de NVOG website staat de brief die vrijdag 7 juni aan minister Koolmees en aan de vaste commissie SZW van de Tweede Kamer is gestuurd.

Geplaatst in KG, Niet op voorpagina.