vrijdag 26 juli 2019
Cliëntondersteuning op de schop.
Op 1 januari 2015 werden de Wmo en Wlz van kracht en inmiddels hebben alle gemeenten en het CIZ cliëntondersteuning op de een of andere manier ingevoerd. In het algemeen beperkt cliëntondersteuning zich tot de momenten waarop de cliënt een beroep op voorzieningen op basis van een van beide wetten doet: tijdens “keukentafelgesprekken” over hulpmiddelen en huishoudelijke hulp vanuit de Wmo en eventuele plaatsing in een verpleeghuis via de Wlz. De oorspronkelijke bedoeling van cliëntondersteuning was en is echter veel breder.
Minister De Jonge van VWS heeft op aandringen van de Tweede Kamer de handschoen opgenomen. In zijn Kamerbrief van 20 juni kondigt hij een breed actieprogramma aan, gericht op verbetering, uitbreiding en bekendheid van cliëntondersteuning.
Een aantal zogenoemde koploper-gemeenten gaan aan de slag om cliëntondersteuning breder en vooral langduriger en met meer begeleiding in te zetten. Het CIZ en de zorgkantoren moeten vooral de bekendheid van het recht op cliëntondersteuning verbeteren.
Ouderenorganisaties als KBO-Brabant, KBO-PCOB en FASv, maar ook de gepensioneerdenvereniging van Philips ( PVGE) hebben vrijwilligers die opgeleid zijn om als cliëntondersteuner op te treden.
Hoe de cliëntondersteuning er momenteel voor staat en hoe het beter kan, kunt hier lezen.