Betreft: Gedempte kostendekkende premie en kortingen
Geacht Bestuur,
Zoals het er op dit ogenblik uitziet en ook gelet op recente uitlatingen van de president van DNB, Klaas Knot, zal er volgend jaar en wellicht ook in de daaropvolgende jaren massaal gekort gaan worden op het pensioen van gepensioneerden en het opgebouwd pensioen van werknemers. Tegelijkertijd zien we dat premiedekkingsgraden verder zullen dalen door een te lage premie voor de nieuwe nominale verplichtingen bij de huidige RenteTermijnStructuur (RTS). Deze premiedekkingsgraad zal de komende jaren nog verder onder druk komen te staan. Het kan natuurlijk niet zo zijn dat enerzijds (op te bouwen) pensioenen gekort worden en tegelijk de tekorten in pensioenfondsen weer oplopen door te weinig premie.
Het is ook duidelijk dat de benodigde premie voor het voldoen van de nieuwe nominale verplichtingen niet reëel is op te brengen bij de huidige RTS. De nieuwe opbouw zodanig korten dat de premie wel voldoende is, is maatschappelijk gezien ook niet acceptabel en zal het vertrouwen in ons pensioenstelsel dan ook verder ondermijnen.
Er is echter een juridische actie mogelijk die wij graag via u onder de aandacht van pensioenfondsen en leden van de Verantwoordingsorganen willen brengen. Door pensioenfondsbesturen op te roepen actie te ondernemen op basis van artikel 141 en artikel 142 wordt in ieder geval voorkomen dat pensioenfondsen onverhoopt zelf aansprakelijk gesteld kunnen worden voor niet terechte kortingen als die toch doorgang zouden vinden.
Vanuit Loyens en Loeff advocaten is ons op het volgende gewezen:
“Pensioenfondsen kunnen DNB verzoeken om ontheffing (of uitstel) van kortingsmaatregelen (art. 141 PW). De Minister SZW kan hiertoe ook besluiten wegens uitzonderijke economische omstandigheden (art. 142 PW).
Gelet op de juridische aansprakelijkheidsrisico’s is het van belang dat eerst een redelijk overgangsregime wordt getroffen (zonder kortingsmaatregelen) tot het moment dat het nieuwe stelsel is ingevoerd. Er is sprake van een uitzonderlijke economische omstandigheid door de lage rente (wegens het ECB beleid). Bovendien is een transitie naar het nieuwe pensioenstelsel aanstaande, hetgeen eveneens een bijzondere situatie is. Zeer goed verdedigbaar is dat een redelijk overgangsregime moet worden getroffen door DNB of de Minister. Anders zou het beoogde doel van de transitie ernstig geschaad kunnen worden.
Daarbij is de overweging dat de verantwoordelijkheid van de huidige dekkingsgraadproblematiek primair ligt bij de Staat en DNB omdat die hebben gekozen voor de meest risico-averse rekenrentesystematiek.
Het is veel gevraagd pensioenen te verlagen op basis van het uitgangspunt dat in de komende 20 tot 30 jaar geen beleggingsrendement wordt behaald. Die termijn is ook wel bijzonder lang (waardoor de risicovrije benadering een zeer hoge prijs heeft). Daarnaast staat de risicovrije rekenrente in een wanverhouding tot de reële rendementsverwachtingen. Hierbij speelt een rol dat de risicovrije rekenrente (te) gevoelig is voor het financiële beleid van de ECB waarmee andere doelstellingen (dan waarborging van pensioenen) zijn beoogd. De afkeuring van DNB van dat ECB beleid weegt mee.”
Gezien bovenstaande vragen wij via u dat Pensioenfondsbestuursleden en VO-leden met bovenstaande argumentatie bij hun pensioenfondsbesturen claimen dat door het pensioenfondsbestuur ontheffing of uitstel wordt gevraagd van kortingsmaatregelen. Dit is niet alleen van belang voor Pensioenfondsen die momenteel geconfronteerd worden met een kortingsdreiging, maar ook voor fondsen die thans niet met een directe kortingsdreiging te maken hebben. Dit met name ook in het licht van de aanstaande transitieproblematiek. Pensioenfondsbestuurders dienen primair te zorgen voor de belangen van de direct betrokkenen van het pensioenfonds. Als deze belangen, zoals boven aangegeven, door onterecht RTS-beleid van DNB in het gedrang komen moeten zij uiterste inspanningen leveren om voor de belangen op te komen ook al wordt hen dat niet in dank afgenomen door DNB. Mocht het pensioenfondsbestuur daar niet toe bereid zijn moet hen gewezen worden op mogelijke mede juridische aansprakelijkheid bij een proces tegen de Staat en DNB op dit punt.
Het kan natuurlijk zo zijn dat er in de komende maanden door de politiek alsnog besloten wordt om zodanige maatregelen te nemen dat korten voorkomen wordt. Dat is dan uitstekend. Als dit echter niet gebeurt en we hebben deze actie niet uitgevoerd dan hebben een zeer belangrijke juridische troef gemist. Dat kan zeker niet de bedoeling zijn.
Met vriendelijke groeten,
Namens de besturen van KNVG en NVOG
Joep Schouten Jaap van der Spek Voorzitter KNVG Voorzitter NVOG
___________________________________________________________________________ KNVG