Nieuwsbrief 17, 2018.
Publicatiedatum: vrijdag 4 mei 2018.
Waar gaat het met de zorg naartoe?
De kosten van de zorg stijgen. De zorgvraag neemt toe vanwege onze ouder wordende samenleving en medisch gezien zijn er steeds meer mogelijkheden. Voeg dat bij de dalende reserves van de zorgverzekeraars en de kans op een verdere stijging van de zorgpremie wordt steeds groter.
Om de kosten van de zorg te beteugelen probeert de minister voor Medische zorg en Sport hoofdlijnenakkoorden te sluiten. Met de huisartsen, de wijkverpleging, de GGZ en over de medisch specialistische zorg. Als het goed is, moeten deze hooflijnenakkoorden op elkaar aansluiten. Daarom verdient een integrale benadering uiteraard de voorkeur.
Recent heeft de minister samen met een groot aantal partijen in de zorg een zogenoemd onderhandelaarsakkoord gesloten over de medisch specialistische zorg in 2019 t/m 2022. Dit akkoord wordt nu door de besturen van de partijen (ziekenhuizen, zorgverzekeraars, medisch-specialisten en ook de Patiëntenfederatie Nederland besproken. Eind mei 2018 volgt een definitieve versie.
In het bovengenoemde akkoord staat dat de volumegroei voor behandeling in de ziekenhuizen (2018 € 22,7 miljard!) de komende 4 jaar in totaal maar 1,7 % (!) mag zijn. (Excl. loonkosten). Dit terwijl de stijging van de zorgvraag zal gaan toenemen! Dit lijkt ons een nagenoeg onmogelijke opdracht om dit te bereiken zonder dat dit gevolgen zal hebben voor degenen die zorg nodig hebben!
Naast een grote aandacht voor activiteiten die de gezondheid van de Nederlandse bevolking moet verbeteren en dus de zorgvraag moet verminderen (Preventie!) wil men een beleid ontwikkelen om de patiënt uit het ziekenhuis te houden als dit enigszins kan.
Zorg dichtbij huis, via de huisarts en zorg thuis moet de gang naar het ziekenhuis verminderen. Met de huisartsen wordt nog gesproken over een hoofdlijnenakkoord. Zij onderschrijven het principe van “de juiste zorg op de juiste plek” (dus dichtbij huis). Er moet dan veel veranderen. Immers, nu al is de werkdruk in de zogenoemde eerste lijn heel hoog en is het budget te laag. De huisartsen hebben door de overvolle wachtkamers dikwijls te weinig tijd om een gedegen advies te geven.
Uiteraard kunnen wij het eens zijn met een beleid dat de kosten van de zorg minimaal doet stijgen. Die kosten moeten alle ingezetenen van Nederland betalen via de zorgpremie en als de stijging daarvan beperkt kan worden is dit een goede zaak. En onnodige zorg moet worden voorkomen. Wie bepaalt of gevraagde zorg onnodig is? Het overheidsbeleid is erop gericht dat de inwoners zelf meer regie over hun gezondheid nemen. Er zelf ook eerst goed over nadenkenken en via de computer nagaan wat men zou kunnen mankeren en wat men er zelf aan kan doen, voordat men een arts raadpleegt! Dat kan lang niet iedereen!
Wat gaan wij daarvan merken? Worden de ouderen straks van het kastje naar de muur gestuurd als men zorg nodig heeft? Wij staan achter goede maatregelen die de kosten van de zorg en dus ook de te betalen premie mede in de hand houden als de kwaliteit van de zorg maar niet wordt aangetast.
Wij blijven de ontwikkelingen kritisch volgen.