Nieuwsbrief 36

vrijdag 9 augustus 2019

De komende tafel pensioenakkoord

In september horen wij pas officieel van de stuurgroep ‘uitwerking pensioenakkoord’ wat de rol van de seniorenorganisaties gaat worden en wat het antwoord zal zijn op onze daarop betrekking hebbende brief van een maand geleden. Minister Koolmees heeft via het ministerie de stuurgroep inmiddels het voorstel gedaan om een speciale klankbordgroep in het leven te roepen waarin (onze) seniorenorganisaties en organisaties van jongeren vertegenwoordigd zijn. Hoewel er ook van andere organisaties vraag was om daarvan deel uit te maken, heeft de minister gemeend het te moeten beperken tot de genoemde organisaties.

Er zal een stuurgroep komen met uit het ministerie, de werkgevers en de werknemers-organisaties een drietal mensen die leiding zullen gaan geven aan het uitwerkingsproces. Voorzitter is directeur werk van SZW Gert-Jan Buitendijk. Minister Koolmees maakt geen deel uit van de stuurgroep en is achter de hand voor een bestuursberaad als dat op enig moment nodig zal zijn. De stuurgroep laat zich adviseren door deskundigen en door pensioenfondsen, die berekeningen aanleveren en die in zullen gaan op de haalbaarheid van de tussentijdse conclusies.

Bewust is gekozen voor het begrip ‘klankbordgroep’ omdat het karakter ervan anders is dan het tot nu toe functionerende platform van senioren- en jongerenorganisaties (platform jong/oud). Dit platform sprak regelmatig met minister Koolmees en heeft zijn opvattingen wel aangedragen, maar heeft niet actief deelgenomen aan de discussie voorafgaande aan het pensioenakkoord. Dat ligt nu anders. De toezegging is dat we actiever en dichterbij, interactief, betrokken gaan worden bij de uitwerking van de nog vele lossen eindjes van het pensioenakkoord. Die betreffen vooral de aanvullende pensioenen, waar de discussie ooit over is begonnen. De klankbordgroep zal op relevante momenten worden geïnformeerd over de stand van zaken m.b.t. deelonderwerpen (en later het geheel) en kan via intensieve discussie invloed uitoefenen op de conclusies. Zoals Tuur Elzinga in een eerder gesprek zei: “Voordat ook maar ontwerpen van wetgeving starten, zijn er altijd momenten waarop de conclusie kan worden getrokken, dat het voorliggende niet gaat werken”.

De aanbeveling van het ministerie (richting stuurgroep) is om de gesprekken in de klankbordgroep te voeren met een delegatie van de stuurgroep, waaronder diens voorzitter. Omdat minister Koolmees geen deel uitmaakt van de stuurgroep is in onderling overleg besloten dat hij ons hooguit welkom heet, maar zelf niet deelneemt aan de gesprekken.

De verwachting is dat de stuurgroep de aanbevelingen van het ministerie zal overnemen.Tot zover de berichtgeving op dit moment.

Joep Schouten en Jaap van der Spek

 

Samen beslissen bij gezondheidsproblemen

Dit artikel van de gezamenlijke commissie Zorg, Welzijn en Wonen is in eerste instantie gericht aan de “consument” en is niet zozeer bedoeld voor de “bestuurder”. Wij vragen daarom onze lid-organisaties dit  artikel, eventueel met wat aanpassingen, door te geven aan hun individuele leden. 

De Juiste Zorg op de Juiste Plek, dat is op dit moment de leidraad voor het uitwerken van plannen binnen de medische zorg en het zogenoemde sociale domein. Het functioneren van mensen staat daarbij voorop. Belangrijk daarbij is dat er niet over mensen wordt beslist, maar dat er samen met mensen wordt beslist over hun gezondheidsproblemen.

De norm                                                                                                                         Samen beslissen moet de norm de zijn. De zorgverlener (huisarts, specialist maar ook fysiotherapeut) overlegt met je op welke manier je gezondheidsprobleem wordt aangepakt. Dat lijkt logisch, maar het is ondanks dat er al jaren over wordt gesproken, nog geen dagelijkse praktijk. Waar Samen beslissen wel wordt ingezet, zijn zorgverlener en patient enthousiast.

Wat moet er gebeuren c.q. wat gebeurt al?                                                                       Om een goede invulling te kunnen geven aan Samen beslissen hebben zorgverleners betere vaardigheden nodig. Zij moeten ons op een begrijpelijke manier informeren over de aandoening en met ons bespreken welke mogelijkheden er zijn om die aandoening te behandelen. Of om een behandeling achterwege te laten.

Wat we zien is dat er afspraken worden gemaakt, bijvoorbeeld door de medisch specialisten. De ambitie van die beroepsgroep is om op wat langere termijn Samen beslissen als uitgangspunt te hanteren bij de gesprekken met iedere patient. Ook maken zorgverzekeraars bij de inkoop van de zorg voor hun verzekerden afspraken met de zorgverleners over het stimuleren van Samen beslissen.

En wij dan als patiënt?                                                                                                  Voor ons als patiënt geldt dat wij ons goed moeten kunnen voorbereiden op het gesprek met de zorgverlener. Wij moeten werken aan onze gezondheidsvaardigheden. Dat moeten wij leren en daar hebben wij hulp bij nodig. Die hulp is er!

  • Samen beslissen begint met 3 goede vragen

Opereren of accepteren dat je minder goed kunt lopen? Doorbehandelen of stoppen? Ga je naar de zorgverlener voor onderzoek of behandeling dan zijn er altijd meerdere mogelijkheden waar je uit kunt kiezen. Wat het beste bij je past, is vooral afhankelijk van de medische mogelijkheden. Maar ook van bijvoorbeeld je leeftijd, je persoonlijke omstandigheden en de risico’s die een eventuele behandeling met zich meebrengt.

Samen met de zorgverlener zet je alles op een rijtje. Dat kan je doen door 3 goede vragen te stellen:

  1. Wat zijn mijn mogelijkheden?
  2. Wat zijn de voordelen en de nadelen van die mogelijkheden?
  3. Wat betekent dat in mijn situatie?

Deze vragen vormen de basis voor je zorgverlener om goede informatie te geven en op de juiste manier het gesprek te voeren. Meer over de 3 goede vragen, lees je hier.

 

  • Betere zorg begint met een goed gesprek

Je kunt door je goed voor te bereiden ervoor zorgen dat je zorgverlener jou nog beter kan helpen. Bedenk voor het gesprek wat je allemaal wilt vertellen en welke vragen je aan de dokter wilt stellen. Dat is soms best wel lastig. Op de site www.begineengoedgesprek.nl kan je veel informatie en tips vinden om je goed voor te bereiden.

  • Keuzehulpen:

Ziekenhuizen maken steeds meer gebruik van keuzehulpen. De keuzehulp laat de patient en de arts de voor- en nadelen zien van zowel opereren als afwachten. Dit wordt uitvoerig toegelicht door de arts. In het eerste gesprek wordt geen beslissing genomen. De patient krijgt de keuzehulp mee naar huis. Bij het tweede bezoek wordt de informatie herhaald en wordt door de patient een aantal vragen beantwoordt. De uitkomst daarvan wordt, als één van de beslisfactoren, gebruikt om te bepalen welke optie wordt gebruikt.

Een recent onderzoek van het Radboudumc en ziekenhuis Bernhoven over het gebruik van keuzehulpen leert dat er minder operaties plaatsvinden en dat de patient tevreden is over de keuze die uiteindelijk is gemaakt.

Conclusie                                                                                                                           Goed toepassen van Samen beslissen zorgt er voor dat wij beter zijn geïnformeerd, daardoor weloverwogen een beslissing kunnen nemen en tevreden zijn over het contact met de zorgverlener. Niet onbelangrijk is dat Samen beslissen een positieve bijdrage kan hebben op betaalbaarheid en beheersbaarheid van de zorgkosten.

Nieuwsbrief 35

vrijdag 2 augustus 2019

KNVG/NVOG vragen roerige achterban om geduld.

Al raakt ook van de seniorenorganisaties KNVG en NVOG het geduld op als het gaat om het vinden van een oplossing voor de dreigende korting op de pensioenen, beide organisaties vertrouwen er nog steeds op dat ze door minister Koolmees uitgenodigd zullen worden aan de onderhandelingstafel voor overleg over een verdere invulling van het pensioenakkoord. Dat schrijven de beide voorzitters Joep Schouten (KNVG) en Jaap van der Spek (NVOG) in een eind vorige week opgestelde verklaring die aan de lid-organisaties van beide verenigingen is gestuurd.

Onrust neemt toe
‘De beuk erin’, is een steeds vaker gehoord pleidooi zeggen beide voorzitters in hun commentaar. Toch vragen ze om geduld. Ze zeggen meer vertrouwen te hebben in overleg –de lijn die door beide organisaties is gekozen- dan met harde acties of juridische procedures. Mocht de minister zijn belofte om te overleggen niet nakomen dan ‘mag duidelijk zijn dat dit niet zonder gevolg kan blijven’, aldus hun uitleg aan de achterban. Wat die gevolgen zullen zijn blijft nog in het midden.

Minister kwam belofte nog niet na
Al is het geduld nog niet op, het wil niet zeggen dat de seniorenorganisaties tevreden zijn over de toeschietelijkheid van minister Koolmees. Hij zegde toe gepensioneerden ‘directer en actiever’ te zullen betrekken bij het overleg. ‘Daar mochten we op vertrouwen’, aldus KNVG/NVOG, ‘we zijn inmiddels een aantal weken verder en nog is er geen helderheid over de uitwerking van het akkoord’.

Geld wordt opgepot voor toekomstige generaties
Intussen neemt het ongeduld onder gepensioneerden toe en dat geldt ook voor de achterban van KNVG/NVOG. Dat de minister weigert om de rekenrente aan te passen –boosdoener als het gaat om de komende kortingen- zet veel kwaad bloed, aldus Joep Schouten en Jaap van der Spek.
‘Het enorme vermogen van de fondsen dat bovendien de laatste jaren sterk is gegroeid, lijkt opgepot te moeten worden voor toekomstige generaties. De overheid en vooral De Nederlandsche Bank worden eerder als bedreiging van het pensioenstelsel gezien dan als beschermer ervan’.

Knollen voor citroenen
De commissie Dijsselbloem kwam kort na het bereiken van het pensioenakkoord met nog strengere eisen ten aanzien van de pensioenfondsen. ‘Het versterkt het gevoel dat met het pensioenakkoord knollen voor citroen zijn verkocht’, aldus de brief.

Lees hier de volledige verklaring van de voorzitters.

 

Stap verder in het afslanken van ziekenhuizen.

Onlangs las ik in een artikel van de heer prof. Sjoerd Repping, kwartiermaker zorgevaluatie en gepast gebruik bij het Zorg Instituut, dat de zorg op het kantelpunt staat van een denkomslag. “Over 5 jaar zullen wij terugkijken op de afgelopen jaren en denken: hé, deden wij dit vroeger echt zo?”

Al eerder schreven wij over de verwachte veranderingen in de ziekenhuiszorg vanwege meer medische en technische mogelijkheden en de nodige beheersing van de kostenstijging. (en dus van de premie!). Een voorbeeld hiervan is de onlangs gesloten overeenkomst tussen het Universitair Medisch Centrum Utrecht en de zorgverzekeraar Zilveren Kruis.

Patiënten in Utrecht en omgeving moeten de komende jaren minder vaak naar het ziekenhuis komen en korter worden opgenomen en vaker zorg thuis ontvangen of bij een andere zorginstelling in de buurt worden opgenomen. Hoewel patiënten van UMC Utrecht vaak complexe aandoeningen hebben, is het mogelijk om de zorg voor hen steeds vaker thuis te organiseren. Uit eerste ervaringen hiermee is gebleken dat de mensen dit als veiliger en minder belastend ervaren.

De voornaamste besparing van de zorguitgaven zit in het feit dat onnodig ziekenhuisbezoek of -opname wordt voorkomen. Nu nog komen veel patiënten standaard periodiek op controle, wat niet altijd nodig is.

De patiënten blijven ook thuis onder behandeling van het ziekenhuis maar worden steeds meer continu op maat gevolgd. De zorg thuis aanbieden wordt ook steeds vaker mogelijk dankzij technologische ontwikkelingen. Bv. men kan thuis de bloeddruk of bloedwaarde meten als het nodig is en doorgeven. Ook informatie over gewicht, fysiek functioneren en hoe men zich voelt kan gemakkelijk elektronisch of per telefoon worden doorgegeven. De arts kan zo de patiënt op afstand volgen en krijgt niet alleen meer inzicht in het verloop van de ziekte maar gaan patiënten alleen naar het ziekenhuis als er een specifieke zorgvraag is of als de ontwikkelingen in de metingen afwijkingen tonen. Uiteraard moet dit thuis “uitzieken” wel mogelijk zijn!

Behalve voor de patiënt betekent zorg thuis of op afstand leveren ook een aanpassing voor medewerkers, zowel artsen als verpleging, van het ziekenhuis. Een woordvoerder van het UMC Utrecht heeft laten weten, dat bij deze ontwikkelingen de artsen van het ziekenhuis nauw betrokken zijn. De rol en werkwijze van de artsen in het ziekenhuis zal door deze wijzigingen grote veranderingen ondergaan. Maar ook degenen die zorg nodig hebben zullen hieraan moeten gaan wennen.

De directie van Zilveren Kruis laat weten dat hierover met steeds meer ziekenhuizen afspraken zullen worden gemaakt, andere zorgverzekeraars zullen zeker volgen.

Joop Blom

 

KNVG/NVOG boos om niet nakomen beloftes CBR

Het CBR slaagt er maar niet in om de achterstanden in te lopen bij het afwikkelen van de rijbewijsaanvragen van senioren. Begin dit jaar zegde het CBR vertegenwoordigers van KNVG/NVOG in een gesprek toe dat er maatregelen genomen zouden worden waardoor de vertraging in de loop van 2019 aanzienlijk zou verminderen. Deze week is vanuit KNVG/NVOG een brandbrief gezonden met de opmerking dat, naast uit de vele reacties die uit het land hierover komen, ook uit de brief die minister van Nieuwenhuizen vorige maand over dit onderwerp aan de Tweede Kamer stuurde, blijkt dat de afspraak niet is nagekomen en de wachtlijsten zelfs verder zijn opgelopen.

Onvoorstelbaar
Minister Cora van Nieuwenhuizen van infrastructuur heeft weliswaar maatregelen aangekondigd om tijdelijk de geldigheidsduur van de bestaande rijbewijzen via een Algemene Maatregel van Bestuur  automatisch met één jaar te verlengen om tijd te winnen, maar dat kan pas vanaf 1 december effectief worden gemaakt! “Dit is toch niet te geloven? Een dienstverlenende (overheids-)instelling, waar de gehele bevolking van afhankelijk is, die niet in staat is deze dienstverlening (waarvoor nog betaald moet worden ook!) naar behoren te vervullen!”, aldus de brandbrief.

Wordt vervolgd

Nieuwsbrief 34

vrijdag 26 juli 2019

Cliëntondersteuning op de schop.

Op 1 januari 2015 werden de Wmo en Wlz van kracht en inmiddels hebben alle gemeenten en het CIZ cliëntondersteuning op de een of andere manier ingevoerd. In het algemeen beperkt cliëntondersteuning zich tot de momenten waarop de cliënt een beroep op voorzieningen op basis van een van beide wetten doet: tijdens “keukentafelgesprekken” over hulpmiddelen en huishoudelijke hulp vanuit de Wmo en eventuele plaatsing in een verpleeghuis via de Wlz. De oorspronkelijke bedoeling van cliëntondersteuning was en is echter veel breder.

Minister De Jonge van VWS heeft op aandringen van de Tweede Kamer de handschoen opgenomen. In zijn Kamerbrief van 20 juni kondigt hij een breed actieprogramma aan, gericht op verbetering, uitbreiding en bekendheid van cliëntondersteuning.

Een aantal zogenoemde koploper-gemeenten gaan aan de slag om cliëntondersteuning breder en vooral langduriger en met meer begeleiding in te zetten. Het CIZ en de zorgkantoren moeten vooral de bekendheid van het recht op cliëntondersteuning verbeteren.

Ouderenorganisaties als KBO-Brabant, KBO-PCOB en FASv, maar ook de gepensioneerdenvereniging van Philips ( PVGE) hebben vrijwilligers die opgeleid zijn om als cliëntondersteuner op te treden.

Hoe de cliëntondersteuning er momenteel voor staat en hoe het beter kan, kunt hier lezen.

Nieuwsbrief 33

vrijdag 19 juli 2019

Kwartaal en halfjaarcijfers pensioenfondsen goed maar toch dreigend.

De meeste pensioenfondsen hebben inmiddels de cijfers over het tweede kwartaal van dit jaar gepubliceerd. Goede beleggingsresultaten, verder dalende rente en per saldo daardoor dalende dekkingsgraden.

Ondernemingspensioenfondsen staan er in doorsnee duidelijk beter voor dan vier van de vijf grootste bedrijfstakpensioenfondsen, namelijk ABP, PFZW, PME en PMT. Het pensioenfonds voor de bouw vormt hierop een positieve uitzondering. Dat bij een rendement van maar liefst 12,7% in het eerste halfjaar voor PFZW de dekkingsgraad toch daalt wijst nog eens op de absurditeit van de huidige regelgeving.

Voor de beoordeling van het eventueel moeten korten is de beleidsdekkingsgraad primair bepalend. Als deze conform het pensioenakkoord na vijf jaar onderdekking ultimo van het jaar onder de 100% staat moet zodanig gekort worden dat de dekkingsgraad weer op 100% zit. Voor PME en PMT dreigt die situatie al eind van dit jaar, want de kans is aanzienlijk dat de beleidsdekkingsgraad verder zal zakken. Maanden met hogere dekkingsgraden zullen uit het gemiddelde gaan vallen. Daarnaast is het niet de verwachting dat de rente gaat stijgen en de aandelenbeurzen staan erg hoog. Voor ABP en PFZW geldt de situatie eind 2020, maar is het vooruitzicht niet veel beter, maar in anderhalf jaar kan er economisch wel wat meer gebeuren.

Is de conclusie ten aanzien van de alsmaar dalende dekkingsgraden al teleurstellend, en dreigen daardoor nog steeds ondanks het pensioenakkoord kortingen in 2021 voor deze fondsen, die weliswaar lager zullen zijn dan in de oorspronkelijke regelgeving, maar toch nog substantieel kunnen zijn, maar er is meer en slechter nieuws.

Door de gewijzigde parameters die als gevolg van de adviezen van de commissie Dijsselbloem per 1 januari 2020 door de fondsen moeten worden gehanteerd, stijgt de kritische dekkingsgraad die bepalend is in de herstelplannen. Bij PFZW van 88% naar 94% en bij ABP van 88% naar 95% . Wanneer de actuele dekkingsgraad in 2020 beneden de nieuwe kritische dekkingsgraden uit komt moet dus op basis daarvan al in 2020 worden gekort.

Gezien het bovenstaande is het uitzicht op indexatie, in ieder geval bij de genoemde vier bedrijfstakpensioenfondsen verder weg dan ooit.

In het afgesloten pensioenakkoord staat dat “Als de in het pensioenakkoord beoogde doelen en te bereiken resultaten niet kunnen worden behaald het kabinet samen met de Stichting van de Arbeid een afweging maakt of deze wel op een andere wijze dienen te worden gerealiseerd”. KNVG en NVOG zijn gezien bovenstaande van mening dat het kabinet samen met de Stichting van de Arbeid nu al naar alternatieven moet kijken en in het bijzonder naar de te hanteren rente.

Aandacht voor eenzaamheid, juist nu!

Heerlijk, zomer. Erop uit, van een welverdiende vakantie genieten. Wij vinden het allemaal heel gewoon. En dat moeten wij ook blijven vinden.

Wat ook gewoon is, is dat er een groep mensen is die niet op vakantie kan en niet beschikt over voldoende contacten om in de zomerperiode (en daar buiten) veel mensen te spreken. Die groep verdient onze aandacht.

Als Koepel Gepensioneerden is het door onze organisatiestructuur lastig om op dit gebied zelf initiatieven te ontwikkelen. Met ANWB AutoMaatje hebben wij dat wel gedaan. Een project waarbij vrijwilligers, minder mobiele mensen tegen een kleine vergoeding vervoeren. Die mensen zijn niet altijd eenzaam, maar door de mobiliteit te bevorderen leveren wij wel een bijdrage aan de bestrijding van eenzaamheid. Alle informatie over ANWB AutoMaatje en wat jij kunt doen, lees je hier.

Initiatieven van andere ouderenorganisaties:

* Het Nationaal Ouderenfonds kent de zogenoemde Zilverlijn waarbij vrijwilligers (jij?) eenzame ouderen (jij?) bellen. Lees hier wat de Zilverlijn is.

* KBO-PCOB heeft de maanden juli en augustus uitgeroepen tot de maanden van “Strijd tegen de zomereenzaamheid”. Lokaal en regionaal worden initiatieven ontplooid. Zie ook de website van KBO-PCOB.

Uiteraard ben je niet afhankelijk van organisaties. Kijk om je heen en je ziet ongetwijfeld dat er ook in jouw buurt mensen zijn die extra aandacht nodig hebben en dat vaak ook erg op prijs stellen. Een (koffie) praatje, een belletje, een boodschap doen. Er zijn nog veel meer voorbeelden. Realiseer je wel dat er ook mensen zijn die je, ondanks je goede bedoelingen niet kunt helpen.

Begin oktober 2019 wordt de Week tegen Eenzaamheid georganiseerd. De commissie Zorg, Welzijn en Wonen bekijkt op welke manier onze Koepel Gepensioneerden een bijdrage kan leveren. Heeft u tips voor ons? Graag!

SER themabrief Pensioenen en AOW

Er is weer een nieuwe themabrief van de SER met diverse onderwerpen betrekking hebbend op pensioenen en AOW. U leest de themabrief hier.

Ontwikkeling chronische zorg in ziekenhuizen.

Al eerder is in deze nieuwsbrief geschreven over veranderingen in de ziekenhuiszorg als gevolg van de grotere vraag door vergrijzing en meer medische/technische mogelijkheden maar ook om de stijging van de kosten van de zorg in de hand te kunnen houden.

Volgens de overheid, de ziekenhuizen en de zorgverzekeraars vindt nog te veel chronische zorg plaats in dure ziekenhuizen. Dat zal moeten gaan verminderen. En dat kan ook door meer gebruik te gaan maken van controlesystemen op afstand, b.v. vanuit de thuissituatie. En ook de huisarts en zijn/ haar assistenten kunnen hier behulpzaam bij zijn. Wij zullen eraan moeten gaan wennen dat wij veel controles zelf kunnen uitvoeren en doorgeven aan de behandelend specialist of huisarts.

De Nederlandse Zorg Autoriteit (NZA) gaat nu verder toezien dat dit gaat gebeuren. Na een operatie kan men uitstekend beter worden in een thuissituatie, daarvoor hoeft men niet in een ziekenhuis te verblijven. Gegevens over de gezondheidsontwikkeling kunnen via de huidige communicatie en technische mogelijkheden vanuit huis best digitaal worden doorgegeven aan het behandelende ziekenhuis. Die kunnen daarop dan reageren.

Maar ook een ziekenhuis kan daarop inspelen door, zoals ik deze week in een krant las, door mensen die in een ziekenhuis zijn opgenomen, als het enigszins mogelijk is niet bedlegerig te maken!  Laat de patiënt zich iedere dag normaal aankleden, een ommetje maken of in een huiskamer verblijven en hem/haar laten eten aan een tafel.  Ook controles van b.v. bloedruk of een bloedprikje kan de patiënt zelf uitvoeren, daar is een verpleegkundige niet direct voor nodig. In een ziekenhuis in het zuiden van ons land heeft men b.v.  de verstrekking van maaltijden op hotelniveau gebracht. Men kan keuze maken wat voor maaltijd men wil en hoe dit klaargemaakt wordt. Daarbij wordt ook nog rekening gehouden met de medische situatie van de patiënt.  Ook dat werkt positief op de genezing en een sneller vertrek naar huis!

Wij moeten rekening houden met grote veranderingen in de medische behandelingen en de wijze waarop die worden uitgevoerd in de komende jaren. Dat zal niet snel gaan maar de overheid en de zorgverzekeraars zijn bezig met diverse maatregelen om dit bij de zorgverleners te bevorderen. Dit zal zowel de behandeling als de genezing moeten verbeteren en in “prijs” doen verlagen, maar het zal wel wennen zijn, korte opnames in een andere sfeer en thuis beter worden!

Ik verwacht dat wij dit jaar nog rekening moeten houden met een stijging van de premie die wij aan de zorgverzekeraars volgend jaar moeten gaan betale. De kosten stijgen op dit moment meer dan verwacht, maar ik hoop dat de bovenstaand maatregelen, ondanks de snel stijgende zorgvraag van b.v. de ouderen, tot een kostenvermindering in de zorg zullen leiden.

Joop Blom

Nieuwsbrief 32

vrijdag 12 juli 2019

Mantelzorg. Het overkomt je

Niemand wordt oud zonder gebreken maar sommigen hebben eerder hulp nodig dan anderen. Als een partner of ouder niet meer in staat is zelfstandig voor zichzelf te zorgen, zullen anderen moeten helpen. De andere partner of een kind wordt dan mantelzorger.

 Mantelzorg is zowel fysiek als emotioneel heel zwaar voor de mantelzorger, maar zeker ook voor degene die verzorgd wordt. Het is dan ook van groot belang om in een zo vroeg mogelijk stadium professioneel advies en hulp in te roepen.

Wacht niet tot de situatie onhoudbaar is geworden, maar zoek hulp, zelfs als de mantelzorg nog slechts bestaat uit eenvoudige ondersteuning bij het lopen.

Ondersteuning bij mantelzorg

In vrijwel iedere gemeente is een mantelzorgsteunpunt. Een mantelzorgsteunpunt helpt door middel van advies, informatie over hulpmiddelen en eventuele aanpassing van de woning, Wmo aanvragen enz. Het lokale mantelzorgsteunpunt is te vinden via internet of via de (telefonische) informatiebalie van de gemeente.

Een mantelzorgsteunpunt kan ook wijzen op de mogelijkheid van dagopvang c.q. dagbesteding en tijdelijke vervangende zorg, waardoor de mantelzorger even vrijgesteld wordt van de dagelijkse zorg. Dit heet ook wel respijtzorg.

Informatie over hulp bij dagelijkse gang van zaken

Op de website www.samenbeterthuis.nl  vindt men heel veel (gratis) instructievideo’s over verzorgen, verplaatsen en algemene informatie die helder uitlegt hoe met zo min mogelijk belasting voor de mantelzorger én degene die verzorgd wordt, ondersteuning kan worden geboden.

De 150 instructievideo’s behandelen uitgebreid onderwerpen zoals hulp bij de toiletgang, wassen in bed, hulp bij het opstaan uit een stoel en lopen met een rollator.

De zorgverzekering

De zorgverzekering biedt vanuit de basisverzekering voor de mantelzorger vergoeding van ergotherapie en psychologische hulp. Daarnaast geeft de aanvullende verzekering (afhankelijk van de polis) extra vergoeding voor mantelzorg.

 

AGE Europe stuurt open brief aan nieuwe voorzitter Europese Commissie.

AGE Platform Europe heeft vandaag een perscommuniqué uitgebracht, gericht aan mevr. Dr. Ursula Von der Leyen, de beoogde nieuwe voorzitter van de Europese Commissie.

Deze open brief geeft kort en krachtig die punten weer waarvoor AGE Europe zich inzet en sterk maakt voor zaken die voor ons/Europa in de komende jaren van groot belang zijn.

U leest het perscommuniqué hier. Na het openen van de link kunt u in de rechter bovenhoek van de website ervoor kiezen de tekst in een andere taal te lezen.

NVOG fusienieuws

LO Nieuwsbrief 5

vrijdag 21 juni 2019

Tussen fusiebesluit en fusiedatum.

In de algemene vergaderingen van 5 juni hebben KNVG en NVOG definitief besloten tot een fusie per 1 januari 2020. Tijdens die vergaderingen zijn ook de concept statuten besproken. Met de reacties gaat nu de werkgroep ‘statuten en huishoudelijk reglement’ verder aan de gang. Het is de bedoeling dat de statuten in de algemene vergaderingen van 11 september (ingelast) worden vastgesteld, zodat de notaris die zo kan vormgeven, dat in de algemene vergadering van  13 november (vervroegd, was 27 november) zonder dat er nog veranderingen mogelijk zijn tot een ‘ja’ kan worden besloten. In het najaar wordt ook gewerkt aan de juridisch juiste vorm om de twee organisaties per 1 januari 2020 op te laten gaan in de nieuwe, gefuseerde organisatie met de naam: Koepel Gepensioneerden.

De werkgroep is de komende maanden ook bezig met het opstellen van een concept huishoudelijk reglement. Dit concept wordt 11 september in de algemene vergaderingen besproken en op 13 november vastgesteld.

De twee formateurs die zich bezig houden met de voorstellen voor een interim bestuur (Jo Kelleter en Henk van de Rijst) zijn inmiddels aan de slag gegaan. Zij gebruiken als basis de door Peter Sibinga opgestelde lijst van mensen die vanuit de huidige besturen beschikbaar zijn voor het nieuwe bestuur. Omdat we besloten hebben een mix te maken van oude bestuursleden (voor de continuïteit), aangevuld met een paar nieuwe bestuursleden, zullen ook nieuwe bestuursleden worden gezocht, waaronder in ieder geval de nieuwe voorzitter. Conform de afspraken maken in ieder geval een vertegenwoordiger van KBO Brabant en van FASv deel uit van het interim bestuur. Als het lukt wordt het interim bestuur op 11 september voorgesteld om door de algemene vergaderingen te worden gekozen. Pas na 1 januari kan statutair het interim bestuur worden omgezet in het bestuur van de nieuwe organisatie. Omdat het mogelijk wat langer kan duren voordat een voorzitter is gevonden, zijn zowel Joep Schouten als Jaap van der Spek bereid aan te blijven in een duo voorzitterschap totdat de nieuwe voorzitter wordt benoemd.

Het interim bestuur zal gedurende het najaar alle voorbereidingen coördineren en doen, die nodig zijn om op 1 januari de nieuwe organisatie goed te laten starten.

Aangezien pas 11 september een interim bestuur ter besluitvorming kan worden voorgesteld, hebben de besturen van KNVG en NVOG een gedelegeerd bestuur benoemd (van elk drie bestuurders, waaronder de voorzitters en de vertegenwoordigers van KBO Brabant en de FASv), die de werkzaamheden doen, die daarna door het interim bestuur zullen worden overgenomen.

Zolang de huidige organisaties bestaan, zullen de huidige besturen daarvoor de verantwoordelijkheid blijven dragen. De winkel zal tenslotte tijdens de verbouwing moeten open blijven. Daarvoor is het werk op de terreinen Pensioenen, Inkomen en koopkracht, Zorg, Welzijn, Wonen  en Europa belangrijk genoeg. Zeker in de huidige tijd van grote ontwikkelingen.

Nieuwsbrief 31

vrijdag 5 juli 2019

Raad van Ouderen: goed oud worden vraagt brede maatschappelijke beweging

Voorbereiden op ouder worden

In het kader van het programma Langer Thuis van het Pact voor de Ouderenzorg heeft minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan de Raad van Ouderen (RvO) gevraagd advies uit te brengen over ‘Voorbereiden op ouder worden’. Hoe kan dat het beste worden gedaan? Dat was de vraag van de minister. KNVG en NVOG zijn in de Raad vertegenwoordigd.

Het advies

Er is een brede maatschappelijke beweging nodig die leidt tot nadenken over ouder worden en je daarop voorbereiden. Behalve ouderen zelf kunnen ook de nationale overheid, provinciale en lokale overheden hierbij een belangrijke rol spelen, evenals maatschappelijke organisaties, private partijen als pensioenfondsen, woningcorporaties en zorgverzekeraars en ouderenorganisaties. Dat schrijft de Raad van Ouderen in haar advies. Breed in de samenleving betekent voor de Raad dat het nadenken over de toekomst als het ware onderdeel vormt van onze sociaal-culturele omgeving en dat we het normaal vinden om zelf na te denken over wat we later willen, of om mensen hierover te bevragen.

Cultuuromslag (Lees hier verder)

AGE Europe nieuwsbrief

Er is weer een nieuwe AGE Europe newsletter uitgekomen. U leest de (Engelstalige) nieuwsbrief hier online.

Nieuwsbrief 29

vrijdag 21 juni 2019

De juiste zorg op de juiste plaats, Wie durft?

Door het ministerie van VWS  is een zgn. Taskforce ingesteld van meer dan 20 deskundige leden uit diverse disciplines die op basis van de discussies, rapporten en adviezen in de laatste jaren in 118 pagina’s op een rij heeft gezet wat in Nederland moet gebeuren om te komen tot een efficiënte en betaalbare gezondheidszorg. Onderstaand enige uitgangspunten van het advies.

De essentie van de juiste zorg op de juiste plek is: Het voorkomen van (duurdere) zorg, het verplaatsen van zorg (dichterbij mensen thuis) en het vervangen van zorg (door andere zorg zoals E-health).

Daarbij is het goed om ook het functioneren van mensen en hun omgeving centraal te stellen. Niet alleen medisch, maar ook sociaal. Heeft iemand genoeg contacten? Zijn er schulden? Hoe gaat het in het gezin?

Het toenemend aantal ouderen en chronisch zieken vraagt ook om een andere organisatie van de zorg. Nu werkt één op de zeven mensen in de zorg. Als wij het blijven organiseren zoals wij nu doen dan werkt in 2040 één op de vier mensen in de zorg. Dat is niet haalbaar.

Doorgaan op dezelfde weg is bovendien financieel onhoudbaar. De zorgkosten groeien de komende jaren, als wij niets doen, twee keer zo hard als de economie. Dat betekent dat wij als samenleving relatief steeds meer geld aan de zorg uitgeven (Nu al € 6000 per volwassene per jaar). Dat kan niet!

Het huidige zorgsysteem, inclusief zijn onvolkomenheden, is te veel cultuur geworden. Dat moet anders. Het huidige aanbod van ondersteuning en zorg sluit lang niet altijd aan op de behoefte van mensen. Mensen die zorg nodig hebben dolen soms eindeloos in het systeem. Langs elkaar heen werkende professionals, losse afspraken maken terwijl die ook op één dag gepland zouden kunnen worden, steeds opnieuw hetzelfde verhaal moeten vertellen, van het kastje naar de muur worden gestuurd etc.

De digitalisering van de samenleving voltrekt zich in steeds sneller tempo. Dit zal een ontwrichtende werking hebben op de gezondheid en de zorg. Doordat steeds meer bedrijven- ook van buiten de zorg- digitale diensten aanbieden zoals apps op het gebied van zelfmanagement of diagnostiek, zullen ze de organisatie van de gezondheidszorg echt gaan veranderen.

(Ik was vorige week op een congres van “Alles is gezondheid” (door VWS) waarin een spreker beweerde dat Google al een heel systeem had ontwikkeld om de digitale begeleiding van de zorg volledig over te nemen, zij wachten op het juiste moment om “toe te slaan”!)

“Wie Durft” slaat op de problematiek die de huidige ”gelaagde” organisatie van de zorg met zich mee brengt.  De zorg zal zelf het voortouw moeten nemen om verschuivingen en innovaties door te voeren. Het gaat om een betere organisatie van de maatschappelijke ondersteuning en medische zorg omwille van het goed functioneren van mensen. Daar hoort ook een verschuiving naar mensen toe van “zelfmanagement in de zorg” en “zelfregie”, uiteraard met hulp voor mensen die dat niet zelf kunnen.

In een volgend artikel zal ik enige ideeën van de Taskforce verder uitwerken.

Joop Blom.

 

Fusiebesluit.

Op de algemene vergaderingen van 5 juni hebben KNVG en NVOG besloten per 1 januari 2020 op te gaan in één nieuwe organisatie met dan samen meer dan 280.000 leden. De naam van de nieuwe organisatie is: Koepel Gepensioneerden. Ook FASv, de Federatie van Algemene (lokale) Seniorenverenigingen en KBO-Brabant zijn dan lid-organisatie van de nieuwe koepel.

Nieuwsbrief 28

vrijdag 14 juni 2019

Eerste geldmaat onthuld

Woensdag 12 juni heeft Geldmaat samen met ABN AMRO, ING en de Rabobank de eerste ‘geldmaat’ in Soest onthuld. Dit was het startschot voor de overdracht van de geldautomaten van de drie banken aan Geldmaat, de organisatie die verantwoordelijk is voor de voorziening van contant geld in Nederland. De geldmaten zijn herkenbaar aan de gele kleur en het logo, en worden in 2019 en 2020 geleidelijk zichtbaar in het Nederlandse straatbeeld.  

De vernieuwde geldautomaten blijven in de meeste gevallen op dezelfde plaats staan. Soms wordt een automaat verplaatst. Het ‘ontdubbelen’ van geldautomaten gebeurt voornamelijk in drukke dorps- en stadscentra, waar vaak meerdere geldautomaten op korte afstand van elkaar staan. Dit opnieuw inrichten van het geldautomatennetwerk zorgt voor een evenwichtige spreiding. Hierbij houdt Geldmaat rekening met de criteria zoals die nu ook al gelden, zoals het aantal transacties, piekmomenten en de omgeving (bijvoorbeeld een winkelgebied of een uitgaanscentrum). Daarnaast blijft het uitgangspunt dat in dunbevolkte gebieden binnen een straal van vijf kilometer een geldautomaat beschikbaar is. Geldmaat plaatst ook geldmaten op nieuwe locaties.

Belang van contant geld

In de afgelopen jaren hebben Geldmaat en de drie banken samen met maatschappelijke belangenorganisaties, waaronder KBO-PCOB, de Consumentenbond en  de Oogvereniging gewerkt aan een visie op het bereikbaar en beschikbaar houden van contant geld in Nederland.

Erik Kwakkel van Geldmaat: ‘Ik ben blij dat we vandaag de eerste geldmaat in gebruik kunnen nemen. Onze organisatie zorgt ervoor dat contant geld beschikbaar blijft, nu en in de toekomst. We vinden het ook belangrijk dat iedereen zelfstandig gebruik kan maken van onze automaten. Daarom blijven we in overleg met consumenten via de belangengroepen. De geldautomaten van Geldmaat zijn er voor iedereen.’

Op 5 november vorig jaar maakten ABN AMRO, ING, Rabobank en Geldmaat bekend samen te werken aan een bank-onafhankelijk geldautomatennetwerk om contant geld in Nederland beschikbaar, bereikbaar, betaalbaar en veilig te houden. De drie banken zijn deze week gestart met het stapsgewijs overdragen van hun automaten aan Geldmaat. Geldmaat, het voormalige Geldservice Nederland, beheert en onderhoudt al sinds 2011 de geldautomaten van de banken.

Wilt u meer weten over de Geldmaat? Kijk dan op onze website. Daar vindt u het verhaal van Geldmaat, twee handleidingen, een overzicht ‘veel gestelde vragen’ en een tweetal foto’s van de onthulling.

 

De AGE Europe newsletter voor de maand juni is uit. U leest de (Engelstalige) nieuwsbrief hier.

 

 

‘Knarrenhof”

Zo betitelden Koot en Bie enige jaren geleden een wooncomplex voor ouderen. Maar nu is het de naam van een nieuw wooncomplex voor ouderen in Zwolle van nu nog 48 woningen, zowel huur als koop. De woningen zijn allemaal verschillend. Zij zijn bestemd voor ouderen die gezamenlijk willen wonen. Het is een soort hofje, maar dan in moderne stijl.

Het moet betaalbaar zijn, ook voor de smalle beurs, maar als iemand het huis wil kopen moet het ook mogelijk zijn. Alle huizen hebben een klein tuintje en daarnaast is er een gemeenschappelijke tuin waar men elkaar kan ontmoeten. Ook is er een gemeenschappelijke ruimte, het Hofhuis, dat door de bewoners zelf is ingericht. Men kan er koffie of een borrel drinken en er kunnen daar festiviteiten plaatsvinden. De huizen zijn zo ingericht dat men er ook als echtpaar kan wonen en men kan thuis verpleegd worden.

Er wonen vitale 60-plussers, die niet naar een zorginstelling hoeven als ze iets mankeren, want ze helpen elkaar waar het nodig is.  Er wordt verwacht dat de bewoners als goede buren op elkaar letten en ook voor elkaar zorgen door b.v. boodschappen te doen of eens een pannetje soep klaar te maken voor een buur die zelf moeilijk een maaltijd kan klaarmaken. Het is bedoeld als een samenleving van ouderen op een moderne manier.

Een en ander is opgezet als een private stichting die het beheer voert. Wel is samengewerkt met een woningcorporatie waardoor een gedeelte ook als sociale woningbouw kan worden geoormerkt. Er is een bewonerscommissie die met het stichtingsbestuur en met de bewoners overlegd.

Gegadigden voor een woning moeten een sociaal contract tekenen, men moet passen in het profiel dat past bij een samenwerkingsverband. Men kan dit beschouwen als een soort verzorgingshuis waar geen verpleegsters maar bewoners zelf voor elkaar klaar staan.

Er staan al verschillende “Knarrenhof” projecten op de rol. Er is veel belangstelling vanuit verschillende gemeenten. Peter Prak, die de trekker is van het Knarrenhof in Zwolle, krijgt veel vragen vanuit het hele land. Minister Ollengren (Binnenlandse zaken) en minister Hugo de Jonge, (ministerie van VWS) zijn al op bezoek geweest en zijn zeer enthousiast.

Voor degenen die er enthousiast voor worden om in hun gemeenschap zoiets op te zetten: op www.knarrenhof.nl vindt u veel informatie. Er worden ook, voor degenen die daarvoor belangstelling hebben, informatiedagen georganiseerd.

 

Nieuwsbrief 27

dinsdag 11 juni 2019

PERSBERICHT

Gepensioneerden positief-kritisch over principe pensioenakkoord

De gepensioneerdenkoepels KNVG en NVOG hebben veel waardering voor de inzet van minister Koolmees en de sociale partners om te komen tot het nu voorliggende principeakkoord voor een toekomstbestendig en evenwichtig pensioenstelsel. Het akkoord lijkt in hoofdlijnen tegemoet te komen aan de eisen en wensen van de gepensioneerden. Ten aanzien van het aanvullend pensioen zijn er nog wel veel open vragen.

De koepels van gepensioneerden gaan er van uit dat zij de komende maanden actief betrokken zullen worden bij de verdere uitwerking van het nieuwe pensioenstelsel, dat daarna ook in wetgeving wordt vastgelegd.

Tijdens het proces op weg naar het akkoord heeft minister Koolmees meermaals aangegeven dat hij de gepensioneerdenorganisaties actiever wil betrekken bij de komende wijzigingen in het pensioenstelsel. De koepels van gepensioneerden gaan er van uit dat deze toezegging van de minister – evenals die van FNV-onderhandelaar Tuur Elzinga – gestand wordt gedaan door deelname in een te vormen klankbordgroep.
Directe vertegenwoordiging van de gepensioneerden is alleszins redelijk: het belang van de 3,3 miljoen gepensioneerden betreft 36% van de ruim 1400 miljard euro vermogen in de Nederlandse pensioenfondsen. Actieve betrokkenheid van zowel jongeren als ouderen in het verdere proces vergroot en verstevigt het maatschappelijk draagvlak voor het nieuwe pensioenstelsel.

Zorgen
KNVG en NVOG onderschrijven de in het pensioenakkoord geformuleerde maatregelen inzake aanpassing van de AOW-pensioenleeftijd. Zorgen hebben de koepels over de nog steeds dreigende kortingen op de pensioenen, het beperkte uitzicht op indexatie van de pensioenen en de verdeling van de kosten van de transitie.

De minister stelt voor dat tijdens de overgangsfase naar een nieuw pensioenstelsel alleen wordt gekort op de pensioenen als er sprake is van een langdurige dekkingsgraad lager dan 100%. KNVG en NVOG verwachten dat dit voorstel niet ver genoeg gaat om de maatschappelijke onrust op dit gebied weg te nemen. De koepels zijn van mening, dat er
tijdens de overgangsfase alleen gekort zou moeten worden als volgens het ingediende herstelplan sprake is van onvoldoende herstel.

Het nieuw beoogde pensioenstelsel , met twee basis contractvormen waarin de zekerheidseis wordt losgelaten, lijkt op papier voldoende keuzemogelijkheden en waarborgen te bieden om een goed geïndexeerd pensioen op te bouwen. Of indexatie in de praktijk ook daadwerkelijk wordt bereikt is – met name ook in de beginjaren – sterk afhankelijk van de invulling van de financiële spelregels en de transitieregels die gaan gelden.

Generatie-evenwicht
De koepels hebben twijfels of de indexatieambitie en de compensatie voor de afschaffing van de doorsneesystematiek financieel in samenhang kunnen worden gedekt op basis van de deels al geherdefinieerde spelregels. Voordat dit verder wordt uitgewerkt is het goed om duidelijk te maken wat onder generatie-evenwicht wordt verstaan en hoe die kan worden vormgegeven.

KNVG en NVOG verzoeken de minister aan de in te stellen stuurgroep als opdracht mee te geven te toetsen in hoeverre de gedefinieerde ambities daadwerkelijk kunnen worden gerealiseerd op basis van een onderbouwde generatie-evenwichtige belangenafweging. De transitiewaarde van de verschillende generaties zou bepaald moeten worden op basis van over een langere periode prudente, maar niet risicovrije, rentevoet.
Ook voor de bepaling van de dekkingsgraad in het nieuwe pensioenstelsel is een meer stabiele en meer generatie-evenwichtiger rentevoet noodzakelijk. De in te stellen stuurgroep kan daarvoor een zoveel als mogelijk stabiele en generatie-evenwichtige waarderingsmethodiek ontwikkelen.

Risico-bereidheid
In de voorstellen voor een nieuw pensioenstelsel gaan de onderhandelingspartners er van uit dat er voorzichtiger moet worden belegd naarmate de deelnemers in het pensioenfonds ouder worden of al gepensioneerd zijn. Het zogenaamde life cycle principe. Dit principe gaat uit van de veronderstelling dat oudere en gepensioneerde deelnemers liever minder risico lopen. Uit onderzoeken blijkt echter het tegenovergestelde: jongeren willen overwegend meer zekerheid en ouderen zijn bereid meer risico’s te nemen.

In het pensioenakkoord wordt life cycle beleggen de regel en mogen pensioenfondsen met redenen omkleed daarvan afwijken. KNVG en NVOG vinden dat het precies andersom moet zijn. Een pensioenfonds hanteert als regel vanaf het begin van premiebetaling tot overlijden dezelfde beleggingsmix (zogenaamd ‘uniform beleggen’), tenzij het pensioenfonds kan uitleggen dat het in zijn specifieke fonds beter is het anders te doen.

U kunt het persbericht als pdf document hier downloaden. Op de NVOG website staat de brief die vrijdag 7 juni aan minister Koolmees en aan de vaste commissie SZW van de Tweede Kamer is gestuurd.