Nieuwsbrief 45

 

 

Nieuwsbrief 45

vrijdag 2 november 2018

 

Nibud rapport over ontwikkeling van de koopkracht in de periode 2010- 2019

Het Nibud heeft op verzoek van de 50PLUSpartij koopkrachtcijfers opgesteld over de periode 2010 tot en met 2019 (dus deels op basis van prognoses). Zie bijgaande rapportageDit is ook op dinsdag 30 oktober ingebracht bij de Algemene Beschouwingen in de Eerste Kamer. In het Nibud-rapport wordt dieper ingegaan op de effecten van beleidsmaatregelen, de achtergronden van de koopkrachtberekening en de getoonde cijfers.

Samengevat komt het erop neer, dat alleen de lagere inkomens nog een plusje overhouden qua (statische) koopkracht, maar de meeste midden- en hogere inkomens scoren negatief als totaalcijfer over die 10 jaars-periode. Dat geldt zowel voor werkenden als voor gepensioneerden.

Met name gepensioneerden met grotere aanvullende pensioenen hebben flink moeten inleveren, met zoals bekend het gebrek aan indexatie als voornaamste oorzaak. De totale gemiste indexatie is gemiddeld zo’n 15% van het aanvullend pensioen. In het mede door NVOG georganiseerde grote Pensioendebat op 19 november zal dit nog eens duidelijk aan de orde worden gesteld. 

Cijfervoorbeelden:

GEPENSIONEERDEN              Alleenstaande           Paar   

—  Alleen AOW                          +4,4%                        +2,3%

—  AOW + 10.000                      -3,4%                         -4,7%

—  AOW + 20.000                      -6,8%                         -8,5%

—  AOW + 30.000                      -11,2%                       -8,3%

—  AOW + 30.000  + 10.000          —-                         -7,7%

WERKENDEN                          Alleenstaande           Paar

—  Minimumloon                         +2,8%                       +0,4%

—  1 x modaal                             -1,3%                       -2,6%

—  2 x modaal                             -7,9%                       -7,0%

—  1 x min.loon +1 x min.loon      —-                           -0,7%

—  1 x modaal + 1 x modaal          —-                         -1,2%

—  2 x modaal + 1 x modaal          —-                         -5,4%

N.B.

De verwachte AOW-uitkering in 2019 bedraagt op jaarbasis (bruto): € 15.522 (alleenstaande) resp. € 21.382 (paar, indien beiden AOW hebben) (dit is exclusief vakantie-toeslag en exclusief inkomens-ondersteuning AOW). De bruto-AOW was in 2010: € 13.339 resp. € 18.599.

Cijfers van werkenden betreffen situaties zonder kinderen. Het modale inkomen bedroeg in 2010 circa € 32.500.

 

Publiekscampagne Ik Zorg van start

Vandaag gaven minister Hugo de Jonge, minister Bruno Bruins en staatssecretaris Paul Blokhuis het startsein voor de publiekscampagne Ik Zorg. Hiermee willen de sector Zorg en Welzijn en de overheid nieuwe werknemers aantrekken. Dat is hard nodig, om ook in de toekomst iedereen goede zorg te kunnen blijven bieden. Als we nu niks doen, hebben we in 2022 een tekort van 125.000 mensen.

In de campagne laten meer dan 600 mensen met uiteenlopende beroepen en opleidingen zien hoe veelzijdig werken in zorg en welzijn is. Ik Zorg is een samenwerking van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), branche- en beroepsverenigingen en werknemers- en werkgeversorganisaties in de sector Zorg en Welzijn. De campagne is onderdeel van het actieprogramma Werken in de Zorg, dat dit voorjaar is gestart.

Minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid): “De opdracht waar we met elkaar voor staan is groot. Dit kabinet zet alles op alles om het tekort terug te dringen. Dat doen we samen met het onderwijs en werkgevers. En dat doen we in de regio: de vraag in Amsterdam is anders dan in Appingedam. Sinds 2017 zijn er al 39.000 mensen extra aangenomen in de sector. En ook de instroom in de opleidingen zorg- en welzijn nam met 7 procent toe. We zijn er nog lang niet, maar dit zijn bemoedigende signalen. Samen gaan we de klus klaren.”

Minister Bruno Bruins (Medische Zorg en Sport): “Met deze campagne laten we zien hoe mooi en divers het werk in zorg en welzijn is. Tegelijkertijd moeten we er ook voor zorgen dat het werk aantrekkelijker wordt, zodat mensen ook in de toekomst in de zorg willen blijven werken. Daarom kijken we hoe we het werk anders kunnen organiseren en hoe je het beste uit mensen kunt halen. Zoals bijvoorbeeld met de inzet van verpleegkundig specialisten of beeldbellen in de huisartsenzorg. Ook is het belangrijk om steeds weer te kijken hoe je de talenten van mensen het beste kunt inzetten.”

Voor wie net is afgestudeerd, een carrièrestap wil maken, of als herintreder weer aan het werk wil, biedt de sector Zorg en Welzijn veel mogelijkheden. Ik Zorg is niet alleen zichtbaar via een televisiespot, bioscoopreclame en billboards, maar ook met voorlichting in de regio. Staatssecretaris Paul Blokhuis (Volksgezondheid): “Niemand kan beter uitleggen waarom werken in zorg en welzijn zo bijzonder en betekenisvol is dan de mensen die dat zelf elke dag met hart en ziel doen. Daarom staan de medewerkers zelf centraal in deze campagne. Zo gaat een ambassadeursbrigade van zo’n 150 jonge professionals op basis van hun eigen verhaal in gesprek met middelbare scholieren over werken in Zorg en Welzijn.”

Op het platform Ontdekdezorg.nl vinden geïnteresseerden naast informatie over werken in de zorg ook praktische handvatten en beschikbare vacatures in de regio. Het aanbod is erg breed: van verzorgenden en verpleegkundigen tot activiteitenbegeleiders, laboranten, chauffeurs en ICT’ers. Voor vragen kunnen mensen contact opnemen via email, chat of telefoon. Ook een persoonlijk gesprek in de eigen regio is mogelijk.

Voor meer informatie over de campagne: www.ontdekdezorg.nl en #IkZorg.

Noot van de gezamenlijke commissie Zorg, Welzijn en Wonen: ook wanneer wij als gepensioneerden ouder worden en meer zorg nodig hebben, is het van belang  dat voldoende  mensen in de zorg werkzaam zijn. Dit gaat nu al knellen. Daarom ondersteunen wij bovenstaande actie van harte. Praat er eens over in uw omgeving!

 

Stijging AOW-leeftijd ook in 2024 niet nodig

Voor het tweede jaar op rij hoeft het kabinet de AOW-leeftijd niet verder te verhogen. Dat blijkt uit de nieuwe levensverwachting voor 65-jarigen, die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) donderdag 1 november heeft gepubliceerd. De levensverwachting van 65-jarigen loopt weliswaar weer op, maar niet zo hard dat de AOW-leeftijd ook verder omhoog moet. De AOW-leeftijd stijgt de komende jaren versneld, maar volgens afspraak, naar 67 jaar in 2021. Daarna stijgt die verder met de levensverwachting.

Het ministerie van Sociale Zaken besluit op basis van de CBS-cijfers of de AOW-leeftijd verder stijgt of niet. Dat doet men altijd vijf jaar van te voren. Vorig jaar bleek al dat de AOW-leeftijd in 2022 naar 67 jaar en drie maanden gaat, maar in 2023 niet verder omhoog hoeft.

Een 65-jarige heeft volgens de jongste cijfers van het CBS in 2024 een levensverwachting van 20,63 jaar, en dat is 2 weken meer dan vorig jaar nog werd verwacht. Maar pas bij een levensverwachting van 20,76 jaar moet de AOW-leeftijd weer met drie maanden omhoog.

In 2017 daalde de levensverwachting van 65-jarigen volgens het CBS, tenminste ten opzichte van eerdere prognoses. Dat deze dit jaar weer stijgt, ondanks de hoge sterfte tijdens de griepgolf in de winter, komt vooral door dat er minder vrouwen aan longkanker overlijden, meldt het CBS. En zij verwachten, dat de levensverwachting van ouderen zal blijven oplopen.

N.B. De levensverwachting van 65-jarigen was begin jaren vijftig, toen de AOW werd ingevoerd,  14,3 jaar. En in 2017 was het 19,9 jaar. Dus gemiddeld genomen steeg de levensverwachting van een 65-jarige elk jaar met 1 maand, in de afgelopen bijna 60 jaar.

 

 

Nieuwsbrief 44

Nieuwsbrief 44

vrijdag 26 oktober 2018

Leefstijlgeneeskunde.

De huidige geneeskunde is vooral gebaseerd op het probleem dat als je fysiek of psychisch iets onder de leden hebt, men dat als “genezers” wil (en kan) herstellen of dragelijker maken. De discussie in Nederland gaat echter steeds meer de kant op dat de geneeskunde zich veel meer moet gaan concentreren op het voorkomen van ziekte! Er kan daarmee een trendbreuk worden gerealiseerd van de steeds grotere vraag naar “geneeskunde” die huisartsen, medisch specialisten en andere zorgverleners moeten beantwoorden naar adviseurs die de mensen leren hoe zij met hun lichaam in de meest brede zin zouden moeten omgaan om “ziekte” te voorkomen.

Het Nederlands Innovatiecentrum voor Leefstijlgeneeskunde heeft hierover onlangs via een manifest een voorstel aangeboden aan de ministers van het ministerie van VWS. Het instituut heeft de ministers er als voorbeeld op gewezen dat alleen de ziekte Diabetes 2 de samenleving € 18 miljard kost (ofwel gemiddeld € 1000 per inwoner), terwijl bekend is dat de ziekte in grote mate vermijdbaar en omkeerbaar is als men tijdig de stijl van leven en voeding aanpast!

Zij verwijten de regering dat hierover in het regeerakkoord bijna niets is opgenomen. Het laatste woord is hierover nog niet gezegd.

Pin-only: contant betalen moet mogelijk blijven.

Bijna twee jaar lang hebben verschillende seniorenorganisaties, waaronder NVOG, ervoor gepleit om inwoners van Nederlandse gemeenten de mogelijkheid te blijven bieden geldtransacties aan de gemeentelijke balie met contant geld uit te voeren. Een aantal gemeenten in Nederland voert sinds enige tijd een zogeheten pin-only beleid, waarbij burgers voor het betalen van hun paspoort, rijbewijs of andere documenten uitsluitend met hun pinpas kunnen betalen.

Deze week kregen wij bericht van de heer Cees van Tiggelen, onze vertegenwoordiger in de Werkgroep Toegankelijkheid en Bereikbaarheid van het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer het goede nieuws dat De Nederlandse Bank een brief heeft gestuurd aan de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) waarin wordt gesteld dat het niet aanbieden van de mogelijkheid om cash te betalen volgens het Europees recht niet is toegestaan. Dit zou namelijk (kunnen) leiden tot uitsluiting van bepaalde groepen burgers, bij voorbeeld ouderen die geen pinpas hebben.

De VNG heeft daarop haar leden (de gemeenten) een brief gestuurd waarin wordt gewezen op het te volgen pinbeleid. Het is aan de gemeenten zelf om te bepalen hoe men de mogelijkheid tot contant betalen van hun diensten gaan inrichten. Door op deze link te klikken komt u op de themapagina van de VNG waar uitgebreidere informatie over dit onderwerp staat. Daar kunt u ook de brief downloaden die de VNG aan haar leden heeft gestuurd.

De ziekenhuisfinanciering.

Vorige week publiceerden wij een artikel over de financiering van de ziekenhuizen.

Deze week werden wij verrast door het faillissement van de IJsselmeerziekenhuizen en het Slotervaartziekenhuis. Maar ook een bericht over een stresstest voor ziekenhuizen door het onderzoeksbureau BDO, waaruit zij concluderen dat er in Nederland 14 ziekenhuizen financieel in de gevarenzone verkeren.

In Nederland “kopen” de zorgverzekeraars zorg ”in” voor hun verzekerden bij de zorgverleners zoals de ziekenhuizen. Het kan dus zijn dat voor dezelfde operatie de ene zorgverzekeraar meer betaalt dan de andere, afhankelijk van het “volume“dat ze afnemen!  Dat heet marktwerking! Maar als het ziekenhuis een prijs heeft afgesproken (wat volgens de leiding van deze nu failliet gegaan zijnde ziekenhuizen aan de lage kant lag!), maar het gedachte volume wordt niet gehaald, dan komt men tekort. Dat is het lot van iedere ondernemer: als hij onvoldoende van zijn “waar” verkoopt dan heeft hij een probleem!

Dat is gebeurd bij deze beide ziekenhuizen die nu failliet zijn gegaan. Het aantal opnames etc. bleef achter bij de verwachtingen. Dat kan vele redenen hebben.

De overheid heeft de regie over het leveren van zorg bij de zorgverzekeraars gelegd, de overheid bepaalt in principe alleen maar het maximumbedrag dat aan de zorg mag worden uitgegeven in Nederland.

Uiteraard gaan wij als belangenbehartigers van uw leden na wat de consequenties kunnen zijn voor de ouderen. In Amsterdam zijn nog een aantal ziekenhuizen maar in de IJsselmeerpolders ligt dit moeilijker.

Wordt vervolgd.

Nieuwsbrief 8

LO Nieuwsbrief 8

maandag 22 oktober 2018

 

Verzekerdeninvloed wettelijk vastgelegd

In 2015 en 2016  is in Nederland een uitgebreide discussie gevoerd over “de stem van verzekerden“ bij zorgverzekeraars. Er is hierover zelfs een wetsvoorstel ingediend. De gezamenlijke ouderen- en gepensioneerdenorganisaties hebben over dit onderwerp enige malen overleg gehad met zowel het ministerie als met de vier grote zorgverzekeraars. Wij hebben er toen voor gepleit om bij alle zorgverzekeraars zgn. verzekerdenraden in te richten die mee konden praten over het te voeren beleid. Omdat het ministerie van VWS er toen niet uit kon komen, is het wetsvoorstel blijven liggen tot een volgend kabinet.

Het ei is nu gelegd en onlangs ontvangen wij vanuit het ministerie van VWS het volgende persbericht, dat wij als een positieve reactie op de destijds gevoerde discussies zien:

Persbericht

Verzekerden krijgen de mogelijkheid om hun meningen en wensen kenbaar te maken over het zorginkoop- en het klantcommunicatiebeleid van zorgverzekeraars. Zorgverzekeraars moeten hiervoor een schriftelijke inspraakregeling vastleggen en een representatieve, deskundige en onafhankelijke verzekerdenvertegenwoordiging organiseren. De vertegenwoordiging moet het eens zijn met de inspraakregeling en krijgt bovendien adviesrecht over het zorginkoopbeleid van de zorgverzekeraar. De ministerraad heeft ingestemd met een wetsvoorstel van minister Bruins voor Medische Zorg dat dit regelt. Hoe de inspraakregeling er in de praktijk uit moet zien kunnen zorgverzekeraars en de verzekerdenvertegenwoordiging onderling bepalen.

Minister Bruins: ‘Bestuurders van zorgverzekeraars zijn en blijven eindverantwoordelijk voor het maken van goed beleid voor hun verzekerden. Maar dit beleid wordt sterker als verzekerden hierover kunnen meepraten. Het zorgt bovendien voor meer draagvlak voor wat de zorgverzekeraars voor hun verzekerden doen. Dit is goed nieuws voor verzekerden en verzekeraars. De effecten van het wetsvoorstel zal ik binnen drie jaar evalueren.’

Meepraten maar niet beslissen
In de voorbereiding van het wetsvoorstel heeft een uitgebreide consultatie plaatsgevonden, waaronder internetconsultatie, en is advies gevraagd aan DNB en voormalig iBMG over hoe de verzekerdeninvloed het beste kan worden geregeld. Hieruit kwam naar voren dat meepraten met de verzekeraar belangrijk is, maar dat er geen behoefte bestaat om zelf beslissingen te kunnen nemen. Oftewel: zeggenschap moet bij het bestuur blijven. Het bestuur is immers eindverantwoordelijk.”

Het wetsontwerp moet nu nog worden goedgekeurd door de Tweede en Eerste Kamer en daarna moet het ingaan. Wij adviseren de lid-organisaties die voor hun leden een collectief contract voor de zorgverzekering hebben gesloten dit in het overleg in discussie te brengen. Tracht ook een lid van uw vereniging in een dergelijke verzekerdenraad te krijgen. Graag horen wij van u of een lid van uw organisatie in een verzekerdenraad is opgenomen. Wij zullen dan met hem of haar contact opnemen om te overleggen over gezamenlijke standpunten.

Nieuwsbrief 43

Nieuwsbrief 43

vrijdag 19 oktober 2018

 

Debatmanifestatie pensioenen

De inschrijvingen voor de debatmanifestatie over pensioenen van 19 november verlopen voorspoedig. Inmiddels hebben we ruim meer aanmeldingen dan er plaatsen zijn (450). Na 1 november zullen we proberen de beschikbare plaatsen zo goed mogelijk te verdelen naar rato van de grootte van de achterban, ermee rekening houdend dat iedere deelnemende organisatie en de gasten een garantie hebben voor 15 plaatsen. Dat zijn KNVG (inclusief KBO-Brabant), NVOG (inclusief FASv), het NOOM, KBO-PCOB, Verontruste Ouderen, FNV senioren, CNV senioren en de senioren van De Unie. En als gasten de senioren van de politieke partijen, de pensioenfederatie (pensioenfondsen) en DNB. Het is belangrijk dat we als gepensioneerden uit alle hoeken en gaten van Nederland elkaar gevonden hebben op een aantal belangrijke criteria waaraan we een vernieuwing van het pensioenstelsel willen toetsen. Ook is er overeenstemming over wat ons allemaal dwars zit, mede met het oog op de generaties na ons.

Om van onze achterban te horen of zij die uitgangspunten kunnen onderschrijven, heeft Motivaction een onderzoek onder de achterbannen gedaan. Van veel kanten hebben wij begrepen dat (het invullen van) die enquête als moeilijk en soms ook verwarrend is ervaren. Dat heeft tussentijds geleid tot een betere beschrijving (waarna veel meer inzendingen zijn genoteerd) maar velen houden er toch een wat naar gevoel aan over. Natuurlijk zullen we dat met Motivaction bespreken maar het aantal inzendingen is al van dien aard dat er uitspraken kunnen worden gedaan. Het is in ieder geval de bedoeling geweest dat door steeds keuzes te moeten doen uit groepen van antwoorden, duidelijker zou worden wat mensen het belangrijkste vinden. We zijn benieuwd of dat er uiteindelijk ook uit komt. Tot en met zondag 21 oktober kan de enquête via de link https://xs.motivaction.nl/onderzoek/nvog worden ingevuld.

De inleidingen voor de middag van 19 november zijn bijna klaar en een communicatieplan is in voorbereiding. Journalisten/media worden voor de middag uitgenodigd, maar ook de interne communicatie zal een belangrijke plek moeten hebben. De gevraagde panelleden hebben toegezegd, zodat we kunnen melden dat uit de wetenschap Prof. Dr. Han de Jong zal deelnemen, vanuit de pensioenfondsen de jonge bestuurder Jochem Sluis (pensioenfonds fysiotherapeuten), van VNO-NCW mevrouw Guusje Dolsma, vanuit de vakbonden bestuurder (pensioenen) Tuur Elzinga (FNV) en vanuit de jongeren van het Pensioenlab Semih Eski, voorzitter van de CNV jongeren.

Minister Koolmees heeft toegezegd in ieder geval vanaf 14.00 uur aanwezig te zijn, zo mogelijk (als het verkeer meezit) eerder.

 

Moeten de ziekenhuizen naar 0 omzetgroei?

Enige tijd geleden schreven wij over de zgn. “hoofdlijnenakkoorden” in de zorg. Dit zijn overeenkomsten van de regering met de vertegenwoordigers van ziekenhuizen, medisch specialisten, huisartsen en andere groepen van zorgverleners. Met deze akkoorden, die 3 jaar zouden gelden, wil de regering bereiken dat de kosten van de zorg (en dus ook de te betalen premie voor de zorgverzekering!) met niet meer zouden stijgen dan de inflatie.

In het hoofdlijnenakkoord met de ziekenhuizen en specialisten was dan ook afgesproken dat dat de omzetten van de ziekenhuizen en medisch specialisten met niet meer zouden groeien dan met de hogere kosten van de salarissen. Dit zou o.a. bereikt moeten worden door minder behandelingen en verschuiving van behandelingen maar de zgn. 1e lijnszorg: de huisartsen. Deze kregen daar landelijk wel iets meer geld voor.

Uiteraard waren wij als NVOG en KNVG daar blij mee, want kostenbeheersing in de zorg is hard nodig. Er moet een eind komen aan het relatief steeds groter bedrag dat de ouderen (en de rest van de bevolking!) moeten betalen aan zorgpremie.

Echter, nu blijkt in de onderhandelingen van de zorgverzekeraars met de ziekenhuizen en medisch specialisten over het budget, dat zij willen ontvangen/ kunnen krijgen voor al hun activiteiten in 2019 een groot meningsverschil te zijn ontstaan.

Ziekenhuizen zijn, mede door de grotere vraag naar medische zorg en ook door de voortschrijdende vraag naar zorg en steeds betere medische mogelijkheden, niet in staat (of willen dit niet!!) de hoeveelheid medische zorg te leveren en op hetzelfde niveau te houden als in 2018 en patiënten die zorg nodig hebben, die ook bij de huisarts of thuis zou kunnen worden verleend, hen daarnaar te verwijzen.

Toen in 2006 de nieuwe Wet Zorg Verzekeringen werd geïntroduceerd, was het uitgangspuntbedoeling dat zorgverzekeraars zorg gingen “inkopen “op de zorgmarkt bij de ziekenhuizen etc.  en dat de ziekenhuizen zouden gaan “concurreren” met elkaar, maar ook de zorgverzekeraars met elkaar!  Dat zou de kwaliteit van de zorg en de prijs van de zorg (dus de te betalen premie!) ten goede komen. De overheid zou zich daarmee niet hoeven te bemoeien. Dat noemde de verantwoordelijk staatssecretaris, de heer Hoogervorst (VVD): MARKTWERKING IN DE ZORG! Het is volledig anders uitgepakt, mede door starheid van de zorgsector zelf. Men ging als ziekenhuizen fuseren, de medisch specialisten vormden   maatschappen per ziekenhuis en de zorgverzekeraars fuseerden tot 4 grote machtsblokken met een klein aantal kleinere niche verzekeraars, zodat er grote machtsblokken tegen over elkaar kwamen te staan. En de patiënt dus wel goede zorg krijgt, maar de burger een steeds hogere premie en eigen risico hiervoor moest gaan betalen!

De Euro Health  Consumer index zegt al jaren dat Nederland de beste zorg heeft in Europa maar ook de duurste. Maar ze zeggen ook: als de Nederlander dit wil betalen, dan moeten zij dat zelf maar weten!

In 2014 is op verzoek van de regering een advies uitgebracht over de toegankelijkheid, kwaliteit en betaalbaarheid van de curatieve zorg in 2030. Hier hebben vele organisaties, ook de gezamenlijke gepensioneerdenorganisaties, aan meegewerkt. Het advies behelsde een volledige verandering van de werkwijze (regionalisatie) van de ziekenhuisorganisatie, de wijze van financiering en het schrappen van de marktwerking in de zorg.  Het is, zoals zo vele goede adviezen, in een grote la verdwenen! En de huidige regering wil geen grote wijzigingen in de organisatie van de zorg aanbrengen, maar wil proberen met de huidige organisatie en werksystematiek door te gaan en die meer te stroomlijnen.

Het ziet er echter naar uit dat ook dit niet lukt!

Wordt vervolgd.

 

Op weg naar een fusie met KNVG

De werkgroep die alles inzake de fusie voorbereidt, komt elke 14 dagen bij elkaar. Zoals al eerder gemeld bespreken de besturen dezer dagen de missie en doelstellingen van de nieuw te vormen organisatie, zodat die in onze algemene ledenvergadering van november besproken en vastgesteld kunnen worden.

Ook zal dan een overzicht worden gegeven van de af te wikkelen ‘lastige’ onderwerpen en ook hoever de werkgroep, dan wel de besturen, daarmee zijn. Dan gaat het bijvoorbeeld over de beste structuur van de nieuwe vereniging, waarbij de waarden van beide organisaties op een goede manier in elkaar worden gepast, de interne en externe communicatie, de bureauondersteuning, de huisvesting en de uiteindelijke financiering (vanuit de contributie).

Op dit moment is er dus niet veel meer te melden dan dat er hard wordt gewerkt in een positieve sfeer.

Nieuwsbrief 42

Nieuwsbrief 42

vrijdag 12 oktober 2018

Installatie Raad van Ouderen door minister Hugo de Jong. In het midden Joost Bos.

Vertegenwoordiger KNVG / NVOG in het Pact voor de ouderenzorg

Via onze nieuwsbrief hebben wij u geïnformeerd over het Pact voor de ouderenzorg. Een veelomvattend programma met drie programmaonderdelen: Eenzaamheid, Langer Thuis en Thuis in het verpleeghuis. Een landelijk programma met veelal invulling op regionaal niveau

KNVG en NVOG hebben het Pact voor de ouderenzorg ondertekend en daarmee ook de verantwoordelijkheid op zich genomen een actieve bijdrage te leveren. Hoe dat het beste kan wordt nog vastgesteld.

Een actieve rol houdt ook in er samen met anderen voor te zorgen dat de betrokkenheid van de ouderen zelf gegarandeerd wordt. Onder het motto “Niets over ons zonder ons”

Ouderendelegaties

Op regionaal niveau zal een achttal ouderendelegaties met een goede landelijke spreiding betrokken zijn bij de uitvoering van het Pact voor de ouderenzorg. De leden van de ouderendelegaties zijn ouderen met een groot netwerk. Ouderendelegaties hebben contact met onder meer advies- en ledenraden, patiëntenverenigingen en ouderenorganisaties. Zij toetsen de plannen en zijn zelf betrokken bij het opzetten van initiatieven.

Raad van Ouderen

Op landelijk niveau zal de Raad van Ouderen fungeren. Deze Raad is gisteren geïnstalleerd en zal betrokken worden bij de verdere invulling en de richting van het Pact. Ook kan de Raad adviezen uitbrengen over actuele vraagstukken rondom ondersteuning en zorg voor ouderen. Het ministerie van VWS (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) is de overlegpartner.

De Raad van Ouderen bestaat uit 11 leden. Afgevaardigden van de eerder genoemde regionale ouderendelegaties en uit 3 vertegenwoordigers van ouderenorganisaties (KBO-PCOB, KNVG- NVOG en NOOM) die in BeterOud participeren.

Vanuit KNVG / NVOG zal Joost Bos plaatsnemen in de Raad van Ouderen. Samen met Jan Pouw blijft Joost ook onze belangenbehartiger binnen BeterOud.

Joost Bos vertegenwoordigt, in teamverband, alle ouderen in het overleg met het ministerie van VWS. Omdat de belangen van de leden van onze lid-organisaties veelal parallel lopen met die van de andere ouderen, is ook onze belangenbehartiging goed geborgd!

Op de foto boven dit artikel de installatie van de Raad van Ouderen met in het midden Joost Bos.

Nieuwsbrief 41

Nieuwsbrief 41

vrijdag 5 oktober 2018

Nibud: ook zzp’er moet verplicht voor pensioen sparen

Het Nibud, dat consumenten voorlichting geeft over financiële zaken, waarschuwt dat er een groeiende groep ouderen dreigt te ontstaan die financieel moeilijk kan rondkomen. Onder anderen personen die nu als zelfstandige zonder personeel (zzp’er) opereren, lopen het risico dat zij na hun pensionering over onvoldoende financiële middelen beschikken. De stichting pleit daarom voor verplichte pensioenopbouw voor alle werkenden, ook voor zzp’ers. Dat meldt het Nibud in een rapport, dat donderdag uit is gekomen.

Gepensioneerde ondernemers

Volgens het voorlichtingsbureau heeft nu al een op de drie gepensioneerden moeite om rond te komen. Dat aandeel zal alleen maar toenemen.

Het Nibud heeft meer dan duizend 65- tot 80-jarigen Nederlanders ondervraagd. Respondenten met een echtscheiding achter de rug hadden of die in hun werkzame leven ondernemer waren, gaven vaker aan moeilijk rond te kunnen komen.

Binnen de Sociaal-Economische Raad (SER) wordt al tijden gesproken over de hervorming van het Nederlandse pensioenstelsel. Het Nibud vreest dat de keuzevrijheid die in het toekomstige pensioenstelsel in Nederland kan worden ingebouwd, tot gevolg kan hebben dat veel mensen vergeten hun oudedagsvoorziening goed te regelen. Bijna niemand wil of later nadenken, redeneert de stichting.

‘Gebruik pensioenpot niet voor aankoop huis’

Het Nibud zegt verder het een slecht idee te vinden dat mensen hun pensioenpot eerder al aan kunnen spreken om een huis te kopen. Het idee achter dat plan is dat mensen na hun pensioen hun huis kunnen verkopen en van de opbrengst leven. Maar het Nibud noemt dat veel te optimistisch.

Van de huidige gepensioneerden wil volgens het Nibud slecht 9% kleiner gaan wonen. ‘In de praktijk blijkt dat de meeste gepensioneerden zolang mogelijk in hun eigen huis willen blijven wonen. Sociale aspecten en gezondheidseffecten spelen daarbij een grotere rol dan financiën.’

Bron: Het Financieele Dagblad 04-10-2018.

Innovatieve geneesmiddelen, Patiënten of Patenten?

Regelmatig lezen wij in de krant over de prijzen van nieuwe geneesmiddelen voor zeldzame ziektes. Afgelopen week woonde ik een discussie hierover bij in het AMC in Amsterdam. Daarbij was ook, naast andere deskundigen, Prof. Carla Polak aanwezig die onlangs in het AMC-ziekenhuis voor veel minder geld een geneesmiddel namaakte waarvoor een fabrikant in de USA de hoofdprijs vroeg van enige honderdduizenden Euro’s per patiënt per jaar. De discussie was verhelderend over wat er gebeurt, maar een oplossing kwam niet op tafel!

Deze week maakte het minister Bruins van VWS bekend dat hij, doordat de inkoop van dit soort medicijnen zelf als ministerie ter hand was genomen, in 2017 € 132 miljoen heeft bespaard. (fabrikanten vroegen € 457 miljoen, uiteindelijk is € 325 miljoen betaald). Dat zijn enorme bedragen op een totaal uitgave van geneesmiddelen in Nederland van ongeveer € 5 miljard!

In snel tempo komen nieuwe medicijnen op de markt voor ziektes die tot voor kort niet behandeld konden worden.  Maar deze middelen zijn vaak heel duur waarbij de totale uitgaven kunnen oplopen tot soms wel meer dan 100 miljoen Euro per jaar per medicijn.

In de discussie werd voorgesteld om eens na te denken over een no cure no pay regeling: alleen betalen als het medicijnen bij de patiënt ook werkelijk werken.

In Nederland is een vereniging, Fair Medicine genaamd, die er op toeziet dat fabrikanten van medicijnen faire prijzen rekenen. Echter, dat is moeilijk als een fabrikant in bv de USA alle rechten op een innovatief gepatenteerd medicijn opkoopt, haar aandeelhouders een extra douceurtje wil geven en daarom de prijs op de internationale markt opdrijft! En dat gebeurt regelmatig.  De vraag is dan: staan daar de “Patiënten” voorop of de ”Patenten”!!

Wij moeten ons gelukkig prijzen dat wij in Nederland een solidair zorgsysteem hebben. Alle kosten worden voor een zeer groot deel inkomensafhankelijk over alle volwassen Nederlanders verdeeld, dus ook de kosten van deze innovatieve geneesmiddelen.

Er werd in de discussie nog een gezegd dat 80% van de totale kosten van de curatieve zorg in Nederland wordt uitgegeven voor 10% van de bevolking en dat wij er gezamenlijk wel voor moeten zorgen dat de zorg en dus ook de te betalen premie betaalbaar blijft. En dat is ook een taak van het Ministerie van VWS!

Joop Blom.

Nieuwsbrief 40

Nieuwsbrief 40 NVOG

Actuarissen geven nieuwe prognose af van de verwachte gemiddelde levensduur.

Het Koninklijk Actuarieel Genootschap heeft op 12 september j.l. de nieuwe Prognosetafel AG2018 gepubliceerd. Hieruit, blijkt dat Nederlanders gemiddeld nog steeds ouder worden.

De verwachte toename van de levensverwachting is echter afgevlakt in vergelijking met de Prognosetafel AG2016. Op basis van de laatste inzichten is de gemiddelde levensverwachting van een meisje, geboren in 2019, 92,5 jaar en van een in 2019 geboren jongen, 90,0 jaar.

Pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen kunnen de Prognosetafel AG2018 gebruiken voor het vaststellen en toetsen van hun technische voorzieningen en premies.

De effecten zullen niet voor alle portefeuilles hetzelfde zijn. Met name de samenstelling naar leeftijd en geslacht bepaalt de ​effecten voor een specifieke portefeuille.

Maar in zijn algemeenheid kan worden gesteld dat (bij een rekenrente van 1%) bij portefeuilles met relatief veel mannen, de technische voorzieningen eind 2018 ongeveer met 1,2% zullen afnemen en dat bij portefeuilles met relatief veel vrouwen, de technische voorzieningen met ongeveer 1,6% zullen afnemen.

De afname van de technische voorzieningen zal een positief effect hebben op de dekkingsgraden van pensioenfondsen, waarbij de hoogte tevens afhankelijk is van de daadwerkelijke marktrente.

Kortom: de nieuwe prognosetafels betekenen een meevaller, maar dat is zeker nog geen echte oplossing voor de pensioenfondsen in de gevarenzone. Immers de dekkingsgraden variëren nogal, van circa 100% tot bij een enkel fonds zelfs meer dan 125%. De nieuwe prognose verhoogt de dekkingsgraad met ongeveer 1 à 1,5%-punt, maar de fondsen met de laagste dekkingsgraden hebben enkele %-punten meer nodig, om straks (bijv. in 2020) niet te hoeven korten.

Het complete rapport van het AG is te vinden via deze Link: 

https://www.ag-ai.nl/nieuws.php?action=view&Nieuws_Id=774 

AOW-leeftijd.

De toekomstige AOW-leeftijd wordt vastgesteld op basis van CBS-cijfers voor 65-jarigen. De nieuwe cijfers worden eind oktober 2018 verwacht. Maar..…. indien de Prognosetafel AG2018 gebruikt zou worden voor de vaststelling van de AOW-leeftijd voor het jaar 2024, dan is (op basis van de huidige wetgeving) de verwachting dat de AOW-leeftijd in 2024 ongewijzigd blijft op 67 jaar en 3 maanden, en in de jaren erna toch door zal stijgen tot 68 jaar in 2029.

N.B. In de pers klinken recent duidelijker geluiden door, dat de versnelde AOW-leeftijdsverhoging wellicht toch wat kan worden afgeremd.​

“Eén tegen eenzaamheid”,  “Week tegen eenzaamheid”

Vandaag start de “week tegen eenzaamheid” met een groot congres in Enschede georganiseerd door de Coalitie Erbij en Humanitas. Prinses Maxima zal daar ook aanwezig zijn. Woensdagavond was in den Haag een grote bijeenkomst over de actie “Eén tegen eenzaamheid” als onderdeel van het Pact voor de Ouderenzorg, geopend door minister Hugo de Jonge van VWS.
Voor deze bijeenkomst waren ongeveer 80 van de ondertekenaars van het Pact (nu meer dan 140 deelnemende organisaties!), 30 vertegenwoordigers van de gemeenten en 20 ouderen (waarvan 6 vanuit NVOG en KNVG) aanwezig om in groepen te bespreken hoe de aanpak van dit probleem kan worden georganiseerd. Echter dit blijkt niet zo gemakkelijk te zijn.

In onze samenleving is veel sprake van eenzaamheid, vooral onder alleenstaanden, zowel jong als oud, hoewel je daar in de samenleving dikwijls niet veel van merkt.  De ouderen die alleen wonen, b.v. omdat de partner is overleden, hebben dikwijls weinig contacten en voelen zich eenzaam, maar laten dat niet blijken. Als men ze vraagt of zij eenzaam zijn, dan zullen zij dit meestal ontkennen, maar als men bij hen op bezoek komt en een gesprek aangaat, blijkt dat zij weinig contacten hebben en het contact dat men heeft met beide handen aanpakt. Men wil ook niet het “stigma“ van eenzame oudere hebben, daar schaamt men zich voor. In de bijeenkomst van woensdag werd ook naar voren gebracht dat wij het woord “eenzaamheid” en “eenzame” beter kunnen vermijden. Het zou kunnen worden vervangen door het woord “ontmoeting” of iets dergelijks.

De minister wil de Nederlandse bevolking activeren om eenzame ouderen wat mee kleur in het leven te geven. Woensdag werd o.a. door de directie van Albert Hein en Rabobank verteld wat zij speciaal voor ouderen doen. Algemeen was men van mening dat een actie kleinschalig en b.v. per gemeente moet worden opgepakt. Inzet van jonge ouderen die dit vrijwillig doen en de nodige begeleiding krijgen voor oudere ouderen hiervoor zou op zijn plaats zijn.  Adressen van vermoedelijk “eenzamen” zouden verstrekt kunnen worden door sociale wijkteams, de wijkverpleegkundige etc. Opgemerkt werd dat per dorp of wijk opgerichte “zorgcoöperaties” daar een mooie taak in zouden kunnen hebben.

Maar de bij NVOG en KNVG aangesloten organisaties van gepensioneerden zouden ook zelf dit kunnen organiseren voor eenzamen onder hun leden. Er zijn er al die daar aan werken en het ook uitvoeren. Denk er in uw besturen eens over na.  En besef dat de leden die dit overkomt dikwijls ook niet op ledenvergaderingen etc. komen!

Zondagavond 30 september zal Kruispunt (NPO 2, 22.45 uur) geheel gewijd zijn aan dit onderwerp en zullen beelden van deze bijeenkomsten worden getoond.
Wij komen hier nog zeker op terug.

Mooie verkiezingsuitslag voor MijnLandbouwPensioen

Eind juli plaatsen wij op onze website een artikel over de toen op handen zijnde verkiezingen van kandidaten voor een bestuursfunctie bij BPL Pensioen.

Begin deze week meldde Arthur Theunissen, die namens ons lid MijnLandbouwPensioen zich samen met Ronald Zwijnenburg kandidaat stelde voor een bestuursfunctie, zeer verheugd te zijn met de uitslag van de verkiezingen voor 2 zetels in het bestuur van BPL-Pensioen: Arthur en Ronald zijn beiden verkozen.

BPL-Pensioen behoort tot de grootste pensioenfondsen van Nederland en staat in omvang op de 12e plaats. Het is een efficiënt pensioenfonds dat mede door omvang en goed bestuur de kosten laag heeft kunnen houden (hoort tot de beste 10 met laagste kosten). Het is niet alleen een fonds van de Groene Sector, maar het voert ook een ‘groen’ beleid: al jaren een van de fondsen met het beste beleid als het om maatschappelijk verantwoord beleggen gaat (in de top 3). Net als veel andere fondsen is de financiële positie nog zorgelijk, maar dat geldt ook voor de 3 grootste pensioenfondsen van Nederland: dat blijft een uitdaging hopelijk kunnen onze nieuwe bestuurders daarin iets betekenen.

Zowel Theunissen als Zwijnenburg hebben een lange ervaring in de pensioenwereld en die zetten ze nu in voor een goed pensioen voor gepensioneerden, maar ook voor de jongere generaties (de generaties van onze kinderen en kleinkinderen).

LO Nieuwbrief

LO Nieuwsbrief 7, 2018

dinsdag 24 september 2018

PLATFORM TOEKOMSBESTENDIGHEID PENSIOENFONDSEN (KNVG EN NVOG)

NVOG heeft haar leden ondergebracht in een aantal platforms. Deze platforms bestaan uit pensioenverenigingen en ouderen/seniorenverenigingen met een vergelijkbare “achtergrond”. Zo is er het platform SOI (Semi-Overheids Instellingen), FI (Financiële Instellingen), VR (Verzekerde Regelingen), DIO/HNI (Dochters van Internationale Ondernemingen/Handel-Nijverheid-Industrie)) en POO (Platform Ouderen Organisaties). Via het zogeheten voorzittersoverleg wisselen de voorzitters van deze platforms kennis en ervaring uit met het bestuur.

Sinds kort is op initiatief van KNVG een nieuw platform gevormd, waarbij ook lid-organisaties van NVOG zich kunnen aansluiten.

Het platform bestaat uit vertegenwoordigers van pensioenfondsen die zich zorgen maken over de toekomst van hun pensioenfonds. De pensioenproblematiek brengt met zich mee dat kleinere pensioenfondsen steeds vaker worstelen of ze nog zelfstandig door kunnen. Soms is dat gedreven door de financiële positie, maar ook vanwege de opvolging van bestuursleden. Pensioenen worden complexer en de regelgeving neemt enorm toe, waardoor hoge deskundigheidseisen worden gesteld aan bestuurders. Besturen kijken dan hoe het verder moet en als een pensioenfonds stopt, dan moeten de pensioenrechten ergens anders worden ondergebracht. Dat zijn belangrijke en ingrijpende stappen waarbij de belangen van gepensioneerden uiteraard ook erg belangrijk zijn: het pensioen moet wel in goede handen komen!

Het platform wisselt onderling informatie en ervaring uit zodat de verenigingen van gepensioneerden goed voorbereid deel kunnen nemen aan de discussies over de toekomst van hun eigen pensioenfonds en de weg weten te vinden om invloed uit te oefenen op de bestuurders: dat zijn de mensen die uiteindelijk een besluit over de toekomst moeten nemen.

Het Platform is een initiatief van KNVG en daar trekken we nu samen mee op: ook vertegenwoordigers van NVOG deelnemers waar de toekomstdiscussie actueel is, kunnen zich aansluiten bij dat platform. Meer informatie over het platform voor lidverenigingen van NVOG kunt u inwinnen via onze contactpersoon Arthur Theunissen die zitting heeft in dat platform.

Nieuwsbrief 39

Nieuwsbrief 39

vrijdag 21 september 2018

Prinsjesdag en koopkracht 2019

De Miljoenennota bevatte niet veel verrassingen meer, gezien het regeerakkoord Rutte III van vorig jaar, en er was inmiddels ook al van alles gelekt. Voor wat betreft de koopkracht in 2019: voor verreweg de meeste gepensioneerden ligt een verbetering in het verschiet, meestal met zo’n 10 à 20 euro per maand. Dat is nog ietsje beter dan verwacht in augustus (zie nieuwsbrief 32), met name omdat de Algemene Heffingskorting enigszins is verhoogd.

Tabellen van het Nibud.

De inkomenstabellen van 100 standaardhuishoudens van het Nibud geven duidelijke informatie over de koopkracht voor 2019 voor de gekozen voorbeeldsituaties (zie bijlage “Nibud Koopkracht-veranderingen voor 2019”). Daarin kunnen we zien dat de meeste gepensioneerden er circa 1% bij krijgen, met hier en daar wat uitschieters, maar voor paren met hoger inkomen is het hooguit 0,4% stijging.

Het Nibud gaat ervan uit dat ook in 2019 de aanvullende pensioenen niet/nauwelijks geïndexeerd zullen worden. Verder geeft het Nibud niet veel specifieke toelichting bij deze tabel, maar aanpassingen in het fiscale stelsel zijn nogal bepalend. Denk aan de aanpassing van de tarieven in de huidige schijven van de Inkomstenbelasting. Dit in voorbereiding op de invoering van een 2-schijvenstelsel (3 voor gepensioneerden). Ook speelt mee dat vanaf 2019 de ouderenkorting geleidelijk zal worden afgebouwd (tot en met 2018 gebeurde dit in één klap bij een inkomen van € 36.346 in 2018).

Samenvattend: op papier (dat wel) een vrij positief beeld na het qua koopkracht wel heel magere jaar 2018.

N.B. We willen met hulp van onze eigen modellen in de komende weken nog wat meer zicht krijgen op de achtergronden bij de koopkrachtcijfers.

Plaatjes van het CPB (Centraal Plan Bureau).

Het CPB geeft in de MEV 2019 (Macro Economische Verkenning) o.a. wat kerncijfers over de koopkracht, en een duidelijke, maar algemene toelichting op de regeringsvoorstellen die de koopkracht bepalen. Daarnaast presenteert het CPB koopkrachtplaatjes in de vorm van een zogeheten “box-plot”. Voor politici zijn de plaatjes van groot belang.  En al is zo’n schema op macro-niveau zeker nuttig als vergelijking tussen groepen, op individueel niveau zegt dit eigenlijk niet zoveel omdat er geen rechtstreeks verband tussen de cijfers en de oorzaken wordt gegeven.

Ter toelichting op de box-plot (voor de liefhebbers):

Zie bijgaand de box-plot  die op pagina 71 van de MEV staat.

In een box-plot wordt aangegeven waar de mediaan ligt (mediaan is precies in het midden, dus waar de grens loopt van de verdeling tussen de hogere 50% en de lagere 50%). Ook de spreiding wordt aangeduid (tussen welke getallen ligt 50%, resp. 90% van alle situaties).

Voor 2019 geldt voor de gepensioneerden:

·    De mediaan is 1,4%.

·    50% van alle gepensioneerden heeft een koopkrachtstijging van 1% à 2%.

·    90% van de gepensioneerden heeft een koopkrachtstijging van 0,3% à 4,7%.

·    Van alle gepensioneerden zal circa 3% een daling van de koopkracht kennen.

Pact voor de ouderenzorg (3)

Dit is het derde artikel geschreven door Jan Pouw, lid van de gezamenlijke commissie ZWWM (Zorg, Welzijn, Wonen en Mobiliteit) met informatie over het Pact voor de Ouderenzorg. In de nieuwsbrieven 33 en 34 ging het over het hoe en waarom van dit pact en over eenzaamheid bij ouderen, deze keer wordt het onderdeel “Langer Thuis” belicht, het programma dat is bedoeld om (kwetsbare) ouderen in hun eigen vertrouwde omgeving zelfstandig oud laten worden met een goede kwaliteit van leven.

In dit laatste artikel van drie over het Pact leest u wat allemaal moet worden gedaan op het gebied van ondersteuning en hoe de verschillende zaken moeten worden aangepakt om het onderdeel Langer Thuis te laten slagen.

U kunt het artikel hier downloaden (pdf).

SER Themabrief pensioenen en AOW

De Sociaal Economische Raad heeft vorige week weer de bekende themabrief uitgebracht. U klikt hier om deze themabrief te lezen.

Belangrijk bericht voor de NVOG lid-organisaties

In verband met een te houden enquête met betrekking tot de Debatmanifestatie op 19 november a.s. ontvangen alle leden volgende week een mail met daarin het verzoek die enquête onder de individuele leden van hun vereniging te verspreiden. Houdt daarom komende week a.u.b. uw mailbox in de gaten! Heeft u nu al meer informatie nodig? Stuur dan een mail aan onze communicatie-medewerker: communicatie2@gepensioneerden.nl of bel 06-53840954.

De zorgverzekering in 2019

De nominale zorgverzekeringspremie.

U hebt het al in de krant gelezen. De door de overheid geadviseerde zorgverzekerings-premie stijgt van € 1.308 per jaar in 2018 naar € 1.432 in 2019. Dit is een onverwachte stijging!  De zorgverzekeraars mogen hun eigen premie vaststellen maar gaan meestal uit van deze geadviseerde premie. De in 2018 door de zorgverzekeraars berekende premie bedroeg tussen de € 1.200 en € 1.450 per jaar (exclusief collectiviteitskorting) dus zowel minder als hoger dan de geadviseerde € 1.308. In november zullen wij het weten. In ieder geval zal ook de maximale zorgtoeslag stijgen van € 1.139 naar € 1.233 per jaar.

Waarom deze verhoging? (Zie pag. 225 van de begroting van VWS)

In de begroting (351 pagina’s!) wordt daarvoor de volgende redenen gegeven:

a. De zorguitgaven stijgen met € 2,5 miljard, voor een belangrijk deel ook veroorzaakt door loon- en prijsstijgingen, een groter aantal verzekerden dat zorg nodig heeft en steeds meer mogelijkheden voor medische ingrepen.

b. De reserves van de zorgverzekeraars zijn in de afgelopen jaren voor een belangrijk deel gebruikt voor “subsidiering ”van de premie. De reserves zijn nu gedaald tot even boven het door de DNB voorgeschreven minimum, dus de ” subsidiëring” moet worden afgebouwd.

c. Verhouding van de macro opbrengsten in Nederland van de nominale premie vermeerderd met het eigen risico enerzijds en de opbrengsten van de inkomens-afhankelijke premie anderzijds moet wettelijk 50/50 zijn. Dit is in 2015 t/m 2018 wat scheefgegroeid. Daarom moet de opbrengst van de nominale premie iets worden verhoogd door de premie te verhogen.

De Inkomensafhankelijke zorgverzekeringspremie.

Deze wordt voor gepensioneerden verhoogd van 5,65% in 2018 tot 5,70% in 2019. Een zeer geringe verhoging, ondanks de hogere zorguitgaven, mede veroorzaakt door wat in het vorige punt onder c is gezegd. Het maximum inkomen waarover deze premie betaald moet worden, (nu € 54.614),  zal vermoedelijk ook worden verhoogd maar dat horen wij pas in december.

Het eigen risico.

Zoals bekend heeft de regering besloten dit tijdens deze regeringsperiode te handhaven op € 385 per volwassene. Verder willen wij u erop wijzen dat voor hulp door de gemeente vanuit de Wet Maatschappelijke Ondersteuning per 1 januari 2019 een vast abonnementstarief wordt ingevoerd van € 17,50 per 4 weken.

Voor wie nog meer wil lezen over de zorg, kan het nieuwsbericht Investeren in zorg en beheerste groei zorguitgaven bekijken.