Pensioen persbericht

                                            PERSBERICHT       19 november 2018

‘Pensioenakkoord onbestaanbaar zonder steun ouderen en jongeren’ Seniorenorganisaties pleiten voor  Breed Nationaal Pensioenakkoord 

Lees verder

Nieuwsbrief 47

Nieuwsbrief 47

zaterdag 17 november 2018

De zorgverzekering in 2019.

Zoals ieder jaar omstreeks deze tijd hebben de zorgverzekeraars hun premie voor de zorgverzekering 2019 gepubliceerd.

Het ministerie rekende in de begroting met een premiestijging van 9,5%. In het Basispakket is een aantal kleine wijzigingen aangebracht.

De zorgverzekeraars mogen zelf hun premie vaststellen op basis van hun verwachtingen voor het komend jaar.

Daarbij houdt men rekening met:

1. De stijging van de kosten van de zorg veroorzaakt door loon- en prijsstijgingen en de steeds grotere vraag aan zorg, vooral door de vergrijzing en de steeds meer mogelijkheden voor medische ingrepen en medicijnen.

2. Het al dan niet kunnen inzetten door de zorgverzekeraars van hun reserves om de premie te “subsidiëren:” Daar dit al vele jaren is gebeurd wordt de ruimte hiervoor steeds minder.

3. De wettelijke regeling dat de landelijke opbrengsten van enerzijds de nominale premie vermeerderd met de betaalde eigen risico’s en anderzijds de landelijke opbrengsten van de betaalde inkomensafhankelijke premies aan elkaar gelijk moeten zijn. Dit iets is scheefgegroeid, waardoor de opbrengsten van de nominale premies wat extra moet worden verhoogd door verhoging van de premie.

De inkomensafhankelijke premie wordt vanwege het onder 3 vermelde maar weinig verhoogd, nl voor de gepensioneerden van 5,65% naar 5,70%, dus nog geen 1%! (Tot een maximum inkomen van in 2108 € 54.614, dat zal wel voor 2019 nog iets worden verhoogd).

De totale uitgaven van de curatieve zorg in Nederland die door premie worden gefinancierd bedragen in 2019: € 50 miljard! 1 % meer of minder zorgkosten betekent dus landelijk dus een tekort of overschot van € 500 miljoen!

Zorgpremie 2019

De stijging van de zorgpremie 2019 is binnen de door de overheid aangegeven grens gebleven, gemiddelde 5,7% maar  hoger dan de premiestijging van de zorgpremie voor 2018.

Uit het overzicht van de premies van alle zorgverzekeraars blijkt dat de stijging van de vier grootste zorgverzekeraars als volgt is:

Maatschappij.                      Maandpremie 2018       Maandpremie 2019         stijging

CZ (Zorg bewust polis)                 112,15                               120,45                  7,4%

VGZ (natura)                                116,20                               120,95                  3,7%

Menzis (basispolis)                      119,00                               122,00                  4,1%

Zilveren Kruis (Basis zekerpolis)  119,45                              126,95                  6,3%

Een compleet overzicht van het aanbod van de in 2019 aangeboden natura-en restitutiepolissen leest u hier.

Overstappen?

U heeft het aanbod van uw huidige zorgverzekeraar ontvangen. Premie en polisvoorwaarden zijn aangepast. Een goed moment om eens na te denken of uw verzekering nog past bij uw huidige situatie. U heeft daarvoor ruim de tijd. Er zijn tal van sites waarop u de verschillende verzekeringen kunt vergelijken. Op de NVOG website onder “Handige links” staat ook een aantal links waar u zorgverzekeringen kunt vergelijken.

De inhoud van de basisverzekering is wettelijk voorgeschreven maar een zorgverzekeraar kan ook iets extra meeverzekeren. En denkt u ook aan de aanvullende verzekeringen. Dit zijn commerciële aanvullingen op de polissen, iedere zorgverzekeraar is vrij in het bepalen van de inhoud, de prijs en het acceptatiebeleid hiervan.

Reserves: teveel of nodig?

In de kranten stonden grote koppen over de door de zorgverzekeraars opgebouwde reserves. Is er sprake van oppotten of is het aanhouden van ruime reserves noodzaak?

De Zorgverzekeringswet stelt dat zowel zorgverzekeraars als zorgverleners aan “marktwerking” moeten doen. Het zijn zogezegd commerciële bedrijven net als andere bedrijven. Daarom moeten zij voor zelf voor hun verliezen opdraaien, maar winsten mogen zij in tegenstelling tot het normale bedrijfsleven niet uitkeren, die moeten binnen het “bedrijf” blijven.

De Nederlandse bank en Europese wetgeving schrijft wel een minimum reserve voor maar normaal is dat een bedrijf meer reserve aanhoudt dan voorgeschreven. Wel mogen deze extra reserves door zorgverzekeraars worden aangewend om de prijs van hun product (dus de premie!) te verlagen. Dat heeft men vele jaren gedaan maar een gezond bedrijf houdt wel wat extra’s achter de hand voor slechte tijden.

Volgens een publicatie van de Consumentenbond hebben de zorgverzekeraars nu € 2,4 miljard meer in kas dan de wettelijk voorgeschreven reserve. Dit is overigens nog geen 5% van de totale premiebedragen. Hoewel wij financieel technisch van mening zijn dat dit een goede zaak is, verwachten wij dat de zorgverzekeraars nog enige jaren een relatief geringe “premiesubsidie” kunnen geven, maar dan is het afgelopen. Wij zijn het eens met de kop die de NRC gebruikte boven het artikel over de zorgpremies “Eigenlijk kost de zorg nóg meer”.

Beleid

NVOG is het eens met het beleid van de overheid (en probeert daar ook aan mee te werken) dat de kostenstijging in de zorg in de hand moet worden gehouden, mits de kwaliteit en toegankelijkheid van de zorg niet te veel geweld wordt aangedaan. De premiestijging moet beperkt kunnen worden tot maximaal de inflatie. In 2015 is al, op verzoek van de regering, een advies uitgebracht waar wij aan hebben meegewerkt (en waar wij achter staan), dat de organisatie en financieringssystematiek van de curatieve zorg richting 2030 sterk moet veranderen wil de toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg niet in het gedring komen. De zorg in Nederland is van uitstekende kwaliteit, zegt het European Health Forum, maar wel duur! En dat laatste moet veranderen.

Nieuwsbrief 46

Nieuwsbrief 46

vrijdag 9 november 2018

 

De Wet Maatschappelijke Ondersteuning en hulp in huis.

De afgelopen jaren is in Nederland al veel discussie geweest over de werkwijze van gemeenten op het terrein van huishoudelijke hulp.

Veel gemeenten hanteren als uitgangspunt dat als het huis maar schoon en leefbaar is het voldoende moet zijn. Er zijn door individuele hulpvragers die het hier niet mee eens zijn, veelal ondersteund door seniorenorganisaties, procedures gevoerd die hebben geleid tot een vraag aan de Centrale Raad van Beroep om hierover een uitspraak te doen.

Deze uitspraak is op 8 oktober gedaan en op 23 oktober gepubliceerd. Zij vinden dat niet de zorguitvoerder moet bepalen wat een schoon huis is maar dat de gemeenten op basis van “maatwerk”, dus individueel, uren schoonmaakhulp moet toekennen. Op basis van een ”ondersteuningplan” dat met de hulpvrager moet worden besproken, moet de gemeente (en dus niet het schoonmaakbedrijf dat een contract met een gemeente heeft gesloten hiervoor!)  schoonmaakuren per week toekennen. Het schoonmaakbedrijf regelt dan een en ander in overleg met de hulpvrager.

Dit is een belangrijke uitspraak waarop al jaren is gewacht. De gemeente mag dus niet aan de zorgaanbieder over laten te bepalen wat nodig is, zij is zelf verantwoordelijk! En als er klachten over zijn kan men bij de gemeente hierover aankloppen.

Mensen die nu nog een zgn. “schoonhuis” beschikking hebben, kunnen zich tot hun gemeente wenden om op basis van deze uitspraak een nieuwe beschikking aan te vragen.

 

Geldautomaat wordt Geldmaat.

In de achter ons liggende week werd in de media redelijk veel aandacht besteed aan het feit dat in ons land hard wordt gewerkt aan de overgang naar één geldautomatennet, een project dat over twee jaar moet zijn afgerond. Bijgaand het persbericht dat afgelopen maandag is verspreid door Geldservice Nederland, de instantie die het geldverkeer verzorgt voor de drie grootste Nederlandse banken ABN AMRO, ING en RABO. Ook de Oogvereniging heeft afgelopen dinsdag een publicatie gedaan n.a.v. de aankondiging van de nieuwe geldautomaten, die zullen worden voorzien van spraakfunctie.

In de berichtgeving over de Geldmaat is door de media vaak de nadruk is gelegd op de vermindering van het totaal aantal automaten. Aan de verbetering van de bereikbaarheid (door een betere spreiding) en van het gebruiksgemak (door de uniformering) werd helaas minder aandacht besteed.

 

Nieuwsbrief 34

 

Pact voor de ouderenzorg (2).

Eenzaamheid
In nieuwsbrief 33 hebben wij de opzet en het doel van het Pact voor de ouderenzorg uiteengezet. Het Pact kent drie programmaonderdelen. In deze nieuwsbrief meer informatie over het programmaonderdeel Eenzaamheid.

Deskundigen zijn het niet altijd met elkaar eens. Is de omvang van eenzaamheid onder ouderen nu echt zo groot of valt het wel mee? Hoe groot de groep eenzame ouderen ook is, duidelijk is dat gevoelens van eenzaamheid niet bijdragen aan het op een goede en leuke manier ouder worden. Dat is de reden dat het signaleren en doorbreken van eenzaamheid een prominente plaats heeft gekregen in het Pact voor de ouderenzorg.

Actieplan Eén tegen Eenzaamheid                                                                                                          Het actieplan Eén tegen Eenzaamheid is de basis. Met een landelijke coalitie, die de verbinding moet leggen naar een lokale aanpak, wordt de handschoen opgepakt. Er is voor gekozen om zich primair te richten op eenzaamheid die (mede) het gevolg is van ontbreken van contacten en het ontbreken van zingeving.

Bij het ouder worden, wordt, ook door het verlies van partner en leeftijdsgenoten, het netwerk vaak kleiner of minder intensief. Dat kan sociale eenzaamheid in de hand werken. Het idee dat je vanwege je ouderdom of de ervaren gebreken toch niets meer kan toevoegen aan je omgeving, zorgt voor nog minder echt contact met anderen.

Wil je iemands eenzaamheid doorbreken, dan moet je dat heel dicht bij die persoon doen. Dat betekent dat iedereen die ook maar één steentje kan bijdragen gemobiliseerd moet worden. Het Pact heeft daarbij een aanjaagrol. In elke gemeente moet een coalitie tegen eenzaamheid komen. Vanuit het Pact wordt hiervoor ondersteuning gegeven. Kennis, capaciteit en ideeën voor een effectieve aanpak worden gedeeld.

Rol (ouderen) organisaties
Pact voor de ouderenzorg, rol voor de gemeente. Prima allemaal. Er is zeker ook een rol weggelegd voor de (ouderen) organisaties, waaronder ook de lidorganisaties van KNVG en NVOG. Aandacht vragen voor de problematiek en aandacht geven aan de leden die met gevoelens van eenzaamheid te maken hebben. Mooie initiatieven zijn bijvoorbeeld “Omzien naar elkaar” van de VG Rabobank en het welzijnswerk dat Voeks, (de gepensioneerden van Shell) in haar programma heeft opgenomen. Aandacht geven is daarbij het uitgangspunt.

Rol ouderen
Het begint al vroeg. Zorg ervoor dat u bezig blijft, zowel lichamelijk als mentaal. Doe mee aan activiteiten. Benut uw talenten en help anderen. Uw netwerk wordt op die manier groter en dat komt u van pas op het moment dat het allemaal wat minder gaat. Ook in die fase kunt u bij veel zaken betrokken blijven en waar mogelijk uw bijdrage leveren.

Het actieprogramma Eén tegen Eenzaamheid kunt u hier inzien.
In een volgende nieuwsbrief informatie over het programmaonderdeel Langer Thuis.

De tekst van dit artikel is ook beschikbaar als pdf-document. Klik hier om het te downloaden.

NVOG en partners sturen mail aan Tweede Kamer inzake de Europese betaalrichtlijn PSD2.

Nu de parlementaire vakantie voorbij is en Den Haag weer aan het werk gaat, kunnen wij u iets berichten over de voortgang van het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB) en met name over PSD2, de (herziene) richtlijn betaaldiensten. Onze vertegenwoordiger de heer Cees van Tiggelen stuurde deze week een bericht aan de Tweede Kamer commissieleden van Financiën, waarvan u hieronder de volledige tekst kunt lezen.

“Geachte leden van de commissie Financiën van de Tweede Kamer,

De herziene richtlijn betaaldiensten PSD2 wordt op 4 september a.s. behandeld in de plenaire vergadering van de 2e Kamer.

Op 15 november 2017 mocht ik de Cie Financiën toespreken namens de seniorenorganisaties KBO-PCOB, NVOG en NOOM. Bij die gelegenheid vertegenwoordigde ik ook de Consumentenbond, de organisatie waarmede wij in dit dossier samen optrekken.

In de bijlage gelieve u aan te treffen datgene wat ik op 15 november naar voren heb gebracht.

De essentie van onze boodschap was en is dat wij op een aantal punten vraagtekens/opmerkingen/zorgen hebben. Ik som er een aantal op:

-is het eenieder duidelijk waarvoor precies toestemming wordt gegeven aan een derde partij om betaalgegevens in te zien? Hoe kan ik controleren of mijn gegevens juist en zorgvuldig worden gebruikt en uitsluitend voor het doel dat ik heb toegestaan? Wat betekent het voor de privacy?

-PSD2 is uitermate ingewikkeld niet alleen voor de gemiddelde consument maar zeker voor bepaalde groepen ouderen en kwetsbare groepen in de samenleving. Met betrekking tot het  verlenen van toegang tot de betaalrekening zijn er zorgen, zeker in de perceptie van consumenten.

Wat is er sindsdien gebeurd?

In het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB) hebben wij de nadrukkelijke wens geuit om als rekeninghouder bij je eigen bank op te kunnen geven of je wel of geen toestemming wil verlenen aan derde partijen. Verstrekking van betaalgegevens zal dan NIET plaats vinden ook niet als je per ongeluk of onbewust ja hebt gezegd tegen een derde partij.

Om deze wens te toetsen hebben wij een vijftal banken bezocht om onze wens te toetsen. Gebleken is dat sommige banken voor volledige digitalisering zijn, zij hebben het idee om in de bankieren app weer te geven aan wie toestemming is verleend. Andere banken willen wel graag een dashboard waarin je kan verbieden derden toestemming tot de rekening te geven, zoals onze wens was en is.

Na inventarisatie hebben juristen van De Nederlandsche Bank bekeken of een dergelijk dashboard mogelijk is binnen de wetgeving van PSD2. Zij zijn van mening dat dit moet worden gezien als een belemmering en het daarom niet is toegestaan.

Consultatie van onze wens bij de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft opgeleverd dat de AP niet vereist dat banken een dashboard maken, maar het is volgens haar niet in strijd met de AVG als banken dit wel doen. Wat het dashboard betreft zal uiteindelijk de rechter moeten bepalen of dit mogelijk is.

Ook is gekeken naar het open banking systeem in Engeland. Daar is in de bankieren app zichtbaar aan welke partijen de consument toestemming heeft gegeven. Verder is het daarbij ook mogelijk om via de bankieren app een eerder gegeven toestemming aan een derde partij weer in te trekken. Deze mogelijkheid moet in Engeland nog geëvalueerd worden. Wij hebben gezien het vorenstaande in het MOB een compromisvoorstel gedaan om in de bankieren app/internetbankieren een lijst weer te geven met de partijen aan wie toestemming is verleend. Of daarbij ook de optie om de toestemming weer in te trekken om partijen te verwijderen kan worden geboden is nog niet te zeggen. Het vorenstaande is aan de orde geweest in de vergadering van het MOB op 28 mei j.l. In deze vergadering is besloten dat het uitzetten (verwijderen) van een toestemming uitgezocht zal worden door DNB. Hier wordt nog juridisch naar gekeken alvorens dit als advies uitgedragen zal worden richting belanghebbende partijen. De aanbeveling van het MOB is dat het voor consumenten prettig zou zijn om een overzicht te hebben van aan wie ze toestemming hebben verleend voor toegang op grond van PSD2.

Hoe nu verder?

Uiteraard willen en kunnen wij geen adviezen uitbrengen c.q. standpunten innemen die tegen de wet zijn. Vandaar ons compromisvoorstel in de vergadering van het MOB op 28 mei j.l.

Met name voor de kwetsbare groepen in de samenleving en bepaalde groepen ouderen blijven wij er echter  voorstander van dat rekeninghouders van banken bij hun eigen bank kunnen aangeven of ze wel of geen toestemming willen geven aan derde partijen om over betaalgegevens te beschikken.

Wij stellen het dan ook bijzonder op prijs indien u bij de plenaire behandeling van de betaalrichtlijn op 4 september a.s. zou willen bezien of er thans of in de nabije toekomst op nationaal of anders op internationaal niveau ruimte kan worden geschapen om aan onze nadrukkelijke wens te voldoen.

Wij wensen u een constructief debat toe.

Cees van Tiggelen, namens ouderenorganisaties KBO-PCOB, NVOG en NOOM”.

Nieuw elan in de verpleegzorg.

Door het ministerie van VWS  zijn maatregelen genomen om de verpleeghuiszorg sterk te verbeteren.

Dit niet alleen door het één van de speerpunten te maken in het Pact voor de Ouderenzorg maar ook door het verhogen van het budget dat de verpleeghuizen mogen besteden.

Simon Koppes, lid van de commissie ZWWM  NVOG/KNVG heeft in een document een en ander nog eens uiteengezet.

Het artikel kunt u hier downloaden.

Nieuwsbrief 45

 

 

Nieuwsbrief 45

vrijdag 2 november 2018

 

Nibud rapport over ontwikkeling van de koopkracht in de periode 2010- 2019

Het Nibud heeft op verzoek van de 50PLUSpartij koopkrachtcijfers opgesteld over de periode 2010 tot en met 2019 (dus deels op basis van prognoses). Zie bijgaande rapportageDit is ook op dinsdag 30 oktober ingebracht bij de Algemene Beschouwingen in de Eerste Kamer. In het Nibud-rapport wordt dieper ingegaan op de effecten van beleidsmaatregelen, de achtergronden van de koopkrachtberekening en de getoonde cijfers.

Samengevat komt het erop neer, dat alleen de lagere inkomens nog een plusje overhouden qua (statische) koopkracht, maar de meeste midden- en hogere inkomens scoren negatief als totaalcijfer over die 10 jaars-periode. Dat geldt zowel voor werkenden als voor gepensioneerden.

Met name gepensioneerden met grotere aanvullende pensioenen hebben flink moeten inleveren, met zoals bekend het gebrek aan indexatie als voornaamste oorzaak. De totale gemiste indexatie is gemiddeld zo’n 15% van het aanvullend pensioen. In het mede door NVOG georganiseerde grote Pensioendebat op 19 november zal dit nog eens duidelijk aan de orde worden gesteld. 

Cijfervoorbeelden:

GEPENSIONEERDEN              Alleenstaande           Paar   

—  Alleen AOW                          +4,4%                        +2,3%

—  AOW + 10.000                      -3,4%                         -4,7%

—  AOW + 20.000                      -6,8%                         -8,5%

—  AOW + 30.000                      -11,2%                       -8,3%

—  AOW + 30.000  + 10.000          —-                         -7,7%

WERKENDEN                          Alleenstaande           Paar

—  Minimumloon                         +2,8%                       +0,4%

—  1 x modaal                             -1,3%                       -2,6%

—  2 x modaal                             -7,9%                       -7,0%

—  1 x min.loon +1 x min.loon      —-                           -0,7%

—  1 x modaal + 1 x modaal          —-                         -1,2%

—  2 x modaal + 1 x modaal          —-                         -5,4%

N.B.

De verwachte AOW-uitkering in 2019 bedraagt op jaarbasis (bruto): € 15.522 (alleenstaande) resp. € 21.382 (paar, indien beiden AOW hebben) (dit is exclusief vakantie-toeslag en exclusief inkomens-ondersteuning AOW). De bruto-AOW was in 2010: € 13.339 resp. € 18.599.

Cijfers van werkenden betreffen situaties zonder kinderen. Het modale inkomen bedroeg in 2010 circa € 32.500.

 

Publiekscampagne Ik Zorg van start

Vandaag gaven minister Hugo de Jonge, minister Bruno Bruins en staatssecretaris Paul Blokhuis het startsein voor de publiekscampagne Ik Zorg. Hiermee willen de sector Zorg en Welzijn en de overheid nieuwe werknemers aantrekken. Dat is hard nodig, om ook in de toekomst iedereen goede zorg te kunnen blijven bieden. Als we nu niks doen, hebben we in 2022 een tekort van 125.000 mensen.

In de campagne laten meer dan 600 mensen met uiteenlopende beroepen en opleidingen zien hoe veelzijdig werken in zorg en welzijn is. Ik Zorg is een samenwerking van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), branche- en beroepsverenigingen en werknemers- en werkgeversorganisaties in de sector Zorg en Welzijn. De campagne is onderdeel van het actieprogramma Werken in de Zorg, dat dit voorjaar is gestart.

Minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid): “De opdracht waar we met elkaar voor staan is groot. Dit kabinet zet alles op alles om het tekort terug te dringen. Dat doen we samen met het onderwijs en werkgevers. En dat doen we in de regio: de vraag in Amsterdam is anders dan in Appingedam. Sinds 2017 zijn er al 39.000 mensen extra aangenomen in de sector. En ook de instroom in de opleidingen zorg- en welzijn nam met 7 procent toe. We zijn er nog lang niet, maar dit zijn bemoedigende signalen. Samen gaan we de klus klaren.”

Minister Bruno Bruins (Medische Zorg en Sport): “Met deze campagne laten we zien hoe mooi en divers het werk in zorg en welzijn is. Tegelijkertijd moeten we er ook voor zorgen dat het werk aantrekkelijker wordt, zodat mensen ook in de toekomst in de zorg willen blijven werken. Daarom kijken we hoe we het werk anders kunnen organiseren en hoe je het beste uit mensen kunt halen. Zoals bijvoorbeeld met de inzet van verpleegkundig specialisten of beeldbellen in de huisartsenzorg. Ook is het belangrijk om steeds weer te kijken hoe je de talenten van mensen het beste kunt inzetten.”

Voor wie net is afgestudeerd, een carrièrestap wil maken, of als herintreder weer aan het werk wil, biedt de sector Zorg en Welzijn veel mogelijkheden. Ik Zorg is niet alleen zichtbaar via een televisiespot, bioscoopreclame en billboards, maar ook met voorlichting in de regio. Staatssecretaris Paul Blokhuis (Volksgezondheid): “Niemand kan beter uitleggen waarom werken in zorg en welzijn zo bijzonder en betekenisvol is dan de mensen die dat zelf elke dag met hart en ziel doen. Daarom staan de medewerkers zelf centraal in deze campagne. Zo gaat een ambassadeursbrigade van zo’n 150 jonge professionals op basis van hun eigen verhaal in gesprek met middelbare scholieren over werken in Zorg en Welzijn.”

Op het platform Ontdekdezorg.nl vinden geïnteresseerden naast informatie over werken in de zorg ook praktische handvatten en beschikbare vacatures in de regio. Het aanbod is erg breed: van verzorgenden en verpleegkundigen tot activiteitenbegeleiders, laboranten, chauffeurs en ICT’ers. Voor vragen kunnen mensen contact opnemen via email, chat of telefoon. Ook een persoonlijk gesprek in de eigen regio is mogelijk.

Voor meer informatie over de campagne: www.ontdekdezorg.nl en #IkZorg.

Noot van de gezamenlijke commissie Zorg, Welzijn en Wonen: ook wanneer wij als gepensioneerden ouder worden en meer zorg nodig hebben, is het van belang  dat voldoende  mensen in de zorg werkzaam zijn. Dit gaat nu al knellen. Daarom ondersteunen wij bovenstaande actie van harte. Praat er eens over in uw omgeving!

 

Stijging AOW-leeftijd ook in 2024 niet nodig

Voor het tweede jaar op rij hoeft het kabinet de AOW-leeftijd niet verder te verhogen. Dat blijkt uit de nieuwe levensverwachting voor 65-jarigen, die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) donderdag 1 november heeft gepubliceerd. De levensverwachting van 65-jarigen loopt weliswaar weer op, maar niet zo hard dat de AOW-leeftijd ook verder omhoog moet. De AOW-leeftijd stijgt de komende jaren versneld, maar volgens afspraak, naar 67 jaar in 2021. Daarna stijgt die verder met de levensverwachting.

Het ministerie van Sociale Zaken besluit op basis van de CBS-cijfers of de AOW-leeftijd verder stijgt of niet. Dat doet men altijd vijf jaar van te voren. Vorig jaar bleek al dat de AOW-leeftijd in 2022 naar 67 jaar en drie maanden gaat, maar in 2023 niet verder omhoog hoeft.

Een 65-jarige heeft volgens de jongste cijfers van het CBS in 2024 een levensverwachting van 20,63 jaar, en dat is 2 weken meer dan vorig jaar nog werd verwacht. Maar pas bij een levensverwachting van 20,76 jaar moet de AOW-leeftijd weer met drie maanden omhoog.

In 2017 daalde de levensverwachting van 65-jarigen volgens het CBS, tenminste ten opzichte van eerdere prognoses. Dat deze dit jaar weer stijgt, ondanks de hoge sterfte tijdens de griepgolf in de winter, komt vooral door dat er minder vrouwen aan longkanker overlijden, meldt het CBS. En zij verwachten, dat de levensverwachting van ouderen zal blijven oplopen.

N.B. De levensverwachting van 65-jarigen was begin jaren vijftig, toen de AOW werd ingevoerd,  14,3 jaar. En in 2017 was het 19,9 jaar. Dus gemiddeld genomen steeg de levensverwachting van een 65-jarige elk jaar met 1 maand, in de afgelopen bijna 60 jaar.

 

 

Nieuwsbrief 44

Nieuwsbrief 44

vrijdag 26 oktober 2018

Leefstijlgeneeskunde.

De huidige geneeskunde is vooral gebaseerd op het probleem dat als je fysiek of psychisch iets onder de leden hebt, men dat als “genezers” wil (en kan) herstellen of dragelijker maken. De discussie in Nederland gaat echter steeds meer de kant op dat de geneeskunde zich veel meer moet gaan concentreren op het voorkomen van ziekte! Er kan daarmee een trendbreuk worden gerealiseerd van de steeds grotere vraag naar “geneeskunde” die huisartsen, medisch specialisten en andere zorgverleners moeten beantwoorden naar adviseurs die de mensen leren hoe zij met hun lichaam in de meest brede zin zouden moeten omgaan om “ziekte” te voorkomen.

Het Nederlands Innovatiecentrum voor Leefstijlgeneeskunde heeft hierover onlangs via een manifest een voorstel aangeboden aan de ministers van het ministerie van VWS. Het instituut heeft de ministers er als voorbeeld op gewezen dat alleen de ziekte Diabetes 2 de samenleving € 18 miljard kost (ofwel gemiddeld € 1000 per inwoner), terwijl bekend is dat de ziekte in grote mate vermijdbaar en omkeerbaar is als men tijdig de stijl van leven en voeding aanpast!

Zij verwijten de regering dat hierover in het regeerakkoord bijna niets is opgenomen. Het laatste woord is hierover nog niet gezegd.

Pin-only: contant betalen moet mogelijk blijven.

Bijna twee jaar lang hebben verschillende seniorenorganisaties, waaronder NVOG, ervoor gepleit om inwoners van Nederlandse gemeenten de mogelijkheid te blijven bieden geldtransacties aan de gemeentelijke balie met contant geld uit te voeren. Een aantal gemeenten in Nederland voert sinds enige tijd een zogeheten pin-only beleid, waarbij burgers voor het betalen van hun paspoort, rijbewijs of andere documenten uitsluitend met hun pinpas kunnen betalen.

Deze week kregen wij bericht van de heer Cees van Tiggelen, onze vertegenwoordiger in de Werkgroep Toegankelijkheid en Bereikbaarheid van het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer het goede nieuws dat De Nederlandse Bank een brief heeft gestuurd aan de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) waarin wordt gesteld dat het niet aanbieden van de mogelijkheid om cash te betalen volgens het Europees recht niet is toegestaan. Dit zou namelijk (kunnen) leiden tot uitsluiting van bepaalde groepen burgers, bij voorbeeld ouderen die geen pinpas hebben.

De VNG heeft daarop haar leden (de gemeenten) een brief gestuurd waarin wordt gewezen op het te volgen pinbeleid. Het is aan de gemeenten zelf om te bepalen hoe men de mogelijkheid tot contant betalen van hun diensten gaan inrichten. Door op deze link te klikken komt u op de themapagina van de VNG waar uitgebreidere informatie over dit onderwerp staat. Daar kunt u ook de brief downloaden die de VNG aan haar leden heeft gestuurd.

De ziekenhuisfinanciering.

Vorige week publiceerden wij een artikel over de financiering van de ziekenhuizen.

Deze week werden wij verrast door het faillissement van de IJsselmeerziekenhuizen en het Slotervaartziekenhuis. Maar ook een bericht over een stresstest voor ziekenhuizen door het onderzoeksbureau BDO, waaruit zij concluderen dat er in Nederland 14 ziekenhuizen financieel in de gevarenzone verkeren.

In Nederland “kopen” de zorgverzekeraars zorg ”in” voor hun verzekerden bij de zorgverleners zoals de ziekenhuizen. Het kan dus zijn dat voor dezelfde operatie de ene zorgverzekeraar meer betaalt dan de andere, afhankelijk van het “volume“dat ze afnemen!  Dat heet marktwerking! Maar als het ziekenhuis een prijs heeft afgesproken (wat volgens de leiding van deze nu failliet gegaan zijnde ziekenhuizen aan de lage kant lag!), maar het gedachte volume wordt niet gehaald, dan komt men tekort. Dat is het lot van iedere ondernemer: als hij onvoldoende van zijn “waar” verkoopt dan heeft hij een probleem!

Dat is gebeurd bij deze beide ziekenhuizen die nu failliet zijn gegaan. Het aantal opnames etc. bleef achter bij de verwachtingen. Dat kan vele redenen hebben.

De overheid heeft de regie over het leveren van zorg bij de zorgverzekeraars gelegd, de overheid bepaalt in principe alleen maar het maximumbedrag dat aan de zorg mag worden uitgegeven in Nederland.

Uiteraard gaan wij als belangenbehartigers van uw leden na wat de consequenties kunnen zijn voor de ouderen. In Amsterdam zijn nog een aantal ziekenhuizen maar in de IJsselmeerpolders ligt dit moeilijker.

Wordt vervolgd.

Nieuwsbrief 8

LO Nieuwsbrief 8

maandag 22 oktober 2018

 

Verzekerdeninvloed wettelijk vastgelegd

In 2015 en 2016  is in Nederland een uitgebreide discussie gevoerd over “de stem van verzekerden“ bij zorgverzekeraars. Er is hierover zelfs een wetsvoorstel ingediend. De gezamenlijke ouderen- en gepensioneerdenorganisaties hebben over dit onderwerp enige malen overleg gehad met zowel het ministerie als met de vier grote zorgverzekeraars. Wij hebben er toen voor gepleit om bij alle zorgverzekeraars zgn. verzekerdenraden in te richten die mee konden praten over het te voeren beleid. Omdat het ministerie van VWS er toen niet uit kon komen, is het wetsvoorstel blijven liggen tot een volgend kabinet.

Het ei is nu gelegd en onlangs ontvangen wij vanuit het ministerie van VWS het volgende persbericht, dat wij als een positieve reactie op de destijds gevoerde discussies zien:

Persbericht

Verzekerden krijgen de mogelijkheid om hun meningen en wensen kenbaar te maken over het zorginkoop- en het klantcommunicatiebeleid van zorgverzekeraars. Zorgverzekeraars moeten hiervoor een schriftelijke inspraakregeling vastleggen en een representatieve, deskundige en onafhankelijke verzekerdenvertegenwoordiging organiseren. De vertegenwoordiging moet het eens zijn met de inspraakregeling en krijgt bovendien adviesrecht over het zorginkoopbeleid van de zorgverzekeraar. De ministerraad heeft ingestemd met een wetsvoorstel van minister Bruins voor Medische Zorg dat dit regelt. Hoe de inspraakregeling er in de praktijk uit moet zien kunnen zorgverzekeraars en de verzekerdenvertegenwoordiging onderling bepalen.

Minister Bruins: ‘Bestuurders van zorgverzekeraars zijn en blijven eindverantwoordelijk voor het maken van goed beleid voor hun verzekerden. Maar dit beleid wordt sterker als verzekerden hierover kunnen meepraten. Het zorgt bovendien voor meer draagvlak voor wat de zorgverzekeraars voor hun verzekerden doen. Dit is goed nieuws voor verzekerden en verzekeraars. De effecten van het wetsvoorstel zal ik binnen drie jaar evalueren.’

Meepraten maar niet beslissen
In de voorbereiding van het wetsvoorstel heeft een uitgebreide consultatie plaatsgevonden, waaronder internetconsultatie, en is advies gevraagd aan DNB en voormalig iBMG over hoe de verzekerdeninvloed het beste kan worden geregeld. Hieruit kwam naar voren dat meepraten met de verzekeraar belangrijk is, maar dat er geen behoefte bestaat om zelf beslissingen te kunnen nemen. Oftewel: zeggenschap moet bij het bestuur blijven. Het bestuur is immers eindverantwoordelijk.”

Het wetsontwerp moet nu nog worden goedgekeurd door de Tweede en Eerste Kamer en daarna moet het ingaan. Wij adviseren de lid-organisaties die voor hun leden een collectief contract voor de zorgverzekering hebben gesloten dit in het overleg in discussie te brengen. Tracht ook een lid van uw vereniging in een dergelijke verzekerdenraad te krijgen. Graag horen wij van u of een lid van uw organisatie in een verzekerdenraad is opgenomen. Wij zullen dan met hem of haar contact opnemen om te overleggen over gezamenlijke standpunten.

Nieuwsbrief 43

Nieuwsbrief 43

vrijdag 19 oktober 2018

 

Debatmanifestatie pensioenen

De inschrijvingen voor de debatmanifestatie over pensioenen van 19 november verlopen voorspoedig. Inmiddels hebben we ruim meer aanmeldingen dan er plaatsen zijn (450). Na 1 november zullen we proberen de beschikbare plaatsen zo goed mogelijk te verdelen naar rato van de grootte van de achterban, ermee rekening houdend dat iedere deelnemende organisatie en de gasten een garantie hebben voor 15 plaatsen. Dat zijn KNVG (inclusief KBO-Brabant), NVOG (inclusief FASv), het NOOM, KBO-PCOB, Verontruste Ouderen, FNV senioren, CNV senioren en de senioren van De Unie. En als gasten de senioren van de politieke partijen, de pensioenfederatie (pensioenfondsen) en DNB. Het is belangrijk dat we als gepensioneerden uit alle hoeken en gaten van Nederland elkaar gevonden hebben op een aantal belangrijke criteria waaraan we een vernieuwing van het pensioenstelsel willen toetsen. Ook is er overeenstemming over wat ons allemaal dwars zit, mede met het oog op de generaties na ons.

Om van onze achterban te horen of zij die uitgangspunten kunnen onderschrijven, heeft Motivaction een onderzoek onder de achterbannen gedaan. Van veel kanten hebben wij begrepen dat (het invullen van) die enquête als moeilijk en soms ook verwarrend is ervaren. Dat heeft tussentijds geleid tot een betere beschrijving (waarna veel meer inzendingen zijn genoteerd) maar velen houden er toch een wat naar gevoel aan over. Natuurlijk zullen we dat met Motivaction bespreken maar het aantal inzendingen is al van dien aard dat er uitspraken kunnen worden gedaan. Het is in ieder geval de bedoeling geweest dat door steeds keuzes te moeten doen uit groepen van antwoorden, duidelijker zou worden wat mensen het belangrijkste vinden. We zijn benieuwd of dat er uiteindelijk ook uit komt. Tot en met zondag 21 oktober kan de enquête via de link https://xs.motivaction.nl/onderzoek/nvog worden ingevuld.

De inleidingen voor de middag van 19 november zijn bijna klaar en een communicatieplan is in voorbereiding. Journalisten/media worden voor de middag uitgenodigd, maar ook de interne communicatie zal een belangrijke plek moeten hebben. De gevraagde panelleden hebben toegezegd, zodat we kunnen melden dat uit de wetenschap Prof. Dr. Han de Jong zal deelnemen, vanuit de pensioenfondsen de jonge bestuurder Jochem Sluis (pensioenfonds fysiotherapeuten), van VNO-NCW mevrouw Guusje Dolsma, vanuit de vakbonden bestuurder (pensioenen) Tuur Elzinga (FNV) en vanuit de jongeren van het Pensioenlab Semih Eski, voorzitter van de CNV jongeren.

Minister Koolmees heeft toegezegd in ieder geval vanaf 14.00 uur aanwezig te zijn, zo mogelijk (als het verkeer meezit) eerder.

 

Moeten de ziekenhuizen naar 0 omzetgroei?

Enige tijd geleden schreven wij over de zgn. “hoofdlijnenakkoorden” in de zorg. Dit zijn overeenkomsten van de regering met de vertegenwoordigers van ziekenhuizen, medisch specialisten, huisartsen en andere groepen van zorgverleners. Met deze akkoorden, die 3 jaar zouden gelden, wil de regering bereiken dat de kosten van de zorg (en dus ook de te betalen premie voor de zorgverzekering!) met niet meer zouden stijgen dan de inflatie.

In het hoofdlijnenakkoord met de ziekenhuizen en specialisten was dan ook afgesproken dat dat de omzetten van de ziekenhuizen en medisch specialisten met niet meer zouden groeien dan met de hogere kosten van de salarissen. Dit zou o.a. bereikt moeten worden door minder behandelingen en verschuiving van behandelingen maar de zgn. 1e lijnszorg: de huisartsen. Deze kregen daar landelijk wel iets meer geld voor.

Uiteraard waren wij als NVOG en KNVG daar blij mee, want kostenbeheersing in de zorg is hard nodig. Er moet een eind komen aan het relatief steeds groter bedrag dat de ouderen (en de rest van de bevolking!) moeten betalen aan zorgpremie.

Echter, nu blijkt in de onderhandelingen van de zorgverzekeraars met de ziekenhuizen en medisch specialisten over het budget, dat zij willen ontvangen/ kunnen krijgen voor al hun activiteiten in 2019 een groot meningsverschil te zijn ontstaan.

Ziekenhuizen zijn, mede door de grotere vraag naar medische zorg en ook door de voortschrijdende vraag naar zorg en steeds betere medische mogelijkheden, niet in staat (of willen dit niet!!) de hoeveelheid medische zorg te leveren en op hetzelfde niveau te houden als in 2018 en patiënten die zorg nodig hebben, die ook bij de huisarts of thuis zou kunnen worden verleend, hen daarnaar te verwijzen.

Toen in 2006 de nieuwe Wet Zorg Verzekeringen werd geïntroduceerd, was het uitgangspuntbedoeling dat zorgverzekeraars zorg gingen “inkopen “op de zorgmarkt bij de ziekenhuizen etc.  en dat de ziekenhuizen zouden gaan “concurreren” met elkaar, maar ook de zorgverzekeraars met elkaar!  Dat zou de kwaliteit van de zorg en de prijs van de zorg (dus de te betalen premie!) ten goede komen. De overheid zou zich daarmee niet hoeven te bemoeien. Dat noemde de verantwoordelijk staatssecretaris, de heer Hoogervorst (VVD): MARKTWERKING IN DE ZORG! Het is volledig anders uitgepakt, mede door starheid van de zorgsector zelf. Men ging als ziekenhuizen fuseren, de medisch specialisten vormden   maatschappen per ziekenhuis en de zorgverzekeraars fuseerden tot 4 grote machtsblokken met een klein aantal kleinere niche verzekeraars, zodat er grote machtsblokken tegen over elkaar kwamen te staan. En de patiënt dus wel goede zorg krijgt, maar de burger een steeds hogere premie en eigen risico hiervoor moest gaan betalen!

De Euro Health  Consumer index zegt al jaren dat Nederland de beste zorg heeft in Europa maar ook de duurste. Maar ze zeggen ook: als de Nederlander dit wil betalen, dan moeten zij dat zelf maar weten!

In 2014 is op verzoek van de regering een advies uitgebracht over de toegankelijkheid, kwaliteit en betaalbaarheid van de curatieve zorg in 2030. Hier hebben vele organisaties, ook de gezamenlijke gepensioneerdenorganisaties, aan meegewerkt. Het advies behelsde een volledige verandering van de werkwijze (regionalisatie) van de ziekenhuisorganisatie, de wijze van financiering en het schrappen van de marktwerking in de zorg.  Het is, zoals zo vele goede adviezen, in een grote la verdwenen! En de huidige regering wil geen grote wijzigingen in de organisatie van de zorg aanbrengen, maar wil proberen met de huidige organisatie en werksystematiek door te gaan en die meer te stroomlijnen.

Het ziet er echter naar uit dat ook dit niet lukt!

Wordt vervolgd.

 

Op weg naar een fusie met KNVG

De werkgroep die alles inzake de fusie voorbereidt, komt elke 14 dagen bij elkaar. Zoals al eerder gemeld bespreken de besturen dezer dagen de missie en doelstellingen van de nieuw te vormen organisatie, zodat die in onze algemene ledenvergadering van november besproken en vastgesteld kunnen worden.

Ook zal dan een overzicht worden gegeven van de af te wikkelen ‘lastige’ onderwerpen en ook hoever de werkgroep, dan wel de besturen, daarmee zijn. Dan gaat het bijvoorbeeld over de beste structuur van de nieuwe vereniging, waarbij de waarden van beide organisaties op een goede manier in elkaar worden gepast, de interne en externe communicatie, de bureauondersteuning, de huisvesting en de uiteindelijke financiering (vanuit de contributie).

Op dit moment is er dus niet veel meer te melden dan dat er hard wordt gewerkt in een positieve sfeer.

Nieuwsbrief 42

Nieuwsbrief 42

vrijdag 12 oktober 2018

Installatie Raad van Ouderen door minister Hugo de Jong. In het midden Joost Bos.

Vertegenwoordiger KNVG / NVOG in het Pact voor de ouderenzorg

Via onze nieuwsbrief hebben wij u geïnformeerd over het Pact voor de ouderenzorg. Een veelomvattend programma met drie programmaonderdelen: Eenzaamheid, Langer Thuis en Thuis in het verpleeghuis. Een landelijk programma met veelal invulling op regionaal niveau

KNVG en NVOG hebben het Pact voor de ouderenzorg ondertekend en daarmee ook de verantwoordelijkheid op zich genomen een actieve bijdrage te leveren. Hoe dat het beste kan wordt nog vastgesteld.

Een actieve rol houdt ook in er samen met anderen voor te zorgen dat de betrokkenheid van de ouderen zelf gegarandeerd wordt. Onder het motto “Niets over ons zonder ons”

Ouderendelegaties

Op regionaal niveau zal een achttal ouderendelegaties met een goede landelijke spreiding betrokken zijn bij de uitvoering van het Pact voor de ouderenzorg. De leden van de ouderendelegaties zijn ouderen met een groot netwerk. Ouderendelegaties hebben contact met onder meer advies- en ledenraden, patiëntenverenigingen en ouderenorganisaties. Zij toetsen de plannen en zijn zelf betrokken bij het opzetten van initiatieven.

Raad van Ouderen

Op landelijk niveau zal de Raad van Ouderen fungeren. Deze Raad is gisteren geïnstalleerd en zal betrokken worden bij de verdere invulling en de richting van het Pact. Ook kan de Raad adviezen uitbrengen over actuele vraagstukken rondom ondersteuning en zorg voor ouderen. Het ministerie van VWS (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) is de overlegpartner.

De Raad van Ouderen bestaat uit 11 leden. Afgevaardigden van de eerder genoemde regionale ouderendelegaties en uit 3 vertegenwoordigers van ouderenorganisaties (KBO-PCOB, KNVG- NVOG en NOOM) die in BeterOud participeren.

Vanuit KNVG / NVOG zal Joost Bos plaatsnemen in de Raad van Ouderen. Samen met Jan Pouw blijft Joost ook onze belangenbehartiger binnen BeterOud.

Joost Bos vertegenwoordigt, in teamverband, alle ouderen in het overleg met het ministerie van VWS. Omdat de belangen van de leden van onze lid-organisaties veelal parallel lopen met die van de andere ouderen, is ook onze belangenbehartiging goed geborgd!

Op de foto boven dit artikel de installatie van de Raad van Ouderen met in het midden Joost Bos.

Nieuwsbrief 41

Nieuwsbrief 41

vrijdag 5 oktober 2018

Nibud: ook zzp’er moet verplicht voor pensioen sparen

Het Nibud, dat consumenten voorlichting geeft over financiële zaken, waarschuwt dat er een groeiende groep ouderen dreigt te ontstaan die financieel moeilijk kan rondkomen. Onder anderen personen die nu als zelfstandige zonder personeel (zzp’er) opereren, lopen het risico dat zij na hun pensionering over onvoldoende financiële middelen beschikken. De stichting pleit daarom voor verplichte pensioenopbouw voor alle werkenden, ook voor zzp’ers. Dat meldt het Nibud in een rapport, dat donderdag uit is gekomen.

Gepensioneerde ondernemers

Volgens het voorlichtingsbureau heeft nu al een op de drie gepensioneerden moeite om rond te komen. Dat aandeel zal alleen maar toenemen.

Het Nibud heeft meer dan duizend 65- tot 80-jarigen Nederlanders ondervraagd. Respondenten met een echtscheiding achter de rug hadden of die in hun werkzame leven ondernemer waren, gaven vaker aan moeilijk rond te kunnen komen.

Binnen de Sociaal-Economische Raad (SER) wordt al tijden gesproken over de hervorming van het Nederlandse pensioenstelsel. Het Nibud vreest dat de keuzevrijheid die in het toekomstige pensioenstelsel in Nederland kan worden ingebouwd, tot gevolg kan hebben dat veel mensen vergeten hun oudedagsvoorziening goed te regelen. Bijna niemand wil of later nadenken, redeneert de stichting.

‘Gebruik pensioenpot niet voor aankoop huis’

Het Nibud zegt verder het een slecht idee te vinden dat mensen hun pensioenpot eerder al aan kunnen spreken om een huis te kopen. Het idee achter dat plan is dat mensen na hun pensioen hun huis kunnen verkopen en van de opbrengst leven. Maar het Nibud noemt dat veel te optimistisch.

Van de huidige gepensioneerden wil volgens het Nibud slecht 9% kleiner gaan wonen. ‘In de praktijk blijkt dat de meeste gepensioneerden zolang mogelijk in hun eigen huis willen blijven wonen. Sociale aspecten en gezondheidseffecten spelen daarbij een grotere rol dan financiën.’

Bron: Het Financieele Dagblad 04-10-2018.

Innovatieve geneesmiddelen, Patiënten of Patenten?

Regelmatig lezen wij in de krant over de prijzen van nieuwe geneesmiddelen voor zeldzame ziektes. Afgelopen week woonde ik een discussie hierover bij in het AMC in Amsterdam. Daarbij was ook, naast andere deskundigen, Prof. Carla Polak aanwezig die onlangs in het AMC-ziekenhuis voor veel minder geld een geneesmiddel namaakte waarvoor een fabrikant in de USA de hoofdprijs vroeg van enige honderdduizenden Euro’s per patiënt per jaar. De discussie was verhelderend over wat er gebeurt, maar een oplossing kwam niet op tafel!

Deze week maakte het minister Bruins van VWS bekend dat hij, doordat de inkoop van dit soort medicijnen zelf als ministerie ter hand was genomen, in 2017 € 132 miljoen heeft bespaard. (fabrikanten vroegen € 457 miljoen, uiteindelijk is € 325 miljoen betaald). Dat zijn enorme bedragen op een totaal uitgave van geneesmiddelen in Nederland van ongeveer € 5 miljard!

In snel tempo komen nieuwe medicijnen op de markt voor ziektes die tot voor kort niet behandeld konden worden.  Maar deze middelen zijn vaak heel duur waarbij de totale uitgaven kunnen oplopen tot soms wel meer dan 100 miljoen Euro per jaar per medicijn.

In de discussie werd voorgesteld om eens na te denken over een no cure no pay regeling: alleen betalen als het medicijnen bij de patiënt ook werkelijk werken.

In Nederland is een vereniging, Fair Medicine genaamd, die er op toeziet dat fabrikanten van medicijnen faire prijzen rekenen. Echter, dat is moeilijk als een fabrikant in bv de USA alle rechten op een innovatief gepatenteerd medicijn opkoopt, haar aandeelhouders een extra douceurtje wil geven en daarom de prijs op de internationale markt opdrijft! En dat gebeurt regelmatig.  De vraag is dan: staan daar de “Patiënten” voorop of de ”Patenten”!!

Wij moeten ons gelukkig prijzen dat wij in Nederland een solidair zorgsysteem hebben. Alle kosten worden voor een zeer groot deel inkomensafhankelijk over alle volwassen Nederlanders verdeeld, dus ook de kosten van deze innovatieve geneesmiddelen.

Er werd in de discussie nog een gezegd dat 80% van de totale kosten van de curatieve zorg in Nederland wordt uitgegeven voor 10% van de bevolking en dat wij er gezamenlijk wel voor moeten zorgen dat de zorg en dus ook de te betalen premie betaalbaar blijft. En dat is ook een taak van het Ministerie van VWS!

Joop Blom.