Nieuwsbrief 53

Nieuwsbrief 53

zaterdag 22 december 2018

Voortgangsinformatie fusieproces

Proces

Zoals op de laatste ledenvergadering gemeld, heeft de fusiecommissie zijn eindrapport afgeleverd. Vorige week woensdag heeft het bestuur van NVOG op advies van de twee voorzitters voorstellen geformuleerd voor de bespreking en de uiteindelijke besluitvorming in de organisatie. Het bestuur van KNVG heeft zich afgelopen woensdag over de voorstellen gebogen. De bestuurlijke reacties van de voorstellen van KNVG en NVOG zijn vanmorgen door de twee voorzitters besproken in het bijzijn van de voorzitter van de fusiecommissie. Die voorstellen worden nu wat bijgesteld en daarna gaan ze naar de voorzitters van de platforms, die daarover 16 januari met elkaar en met het bestuur zullen spreken. Vervolgens worden de stukken gereed gemaakt voor de besprekingen in de achterban om vervolgens 15 maart te worden besproken (KNVG 23 maart) in een extra ingelaste ledenvergadering.

Daarna worden de reacties van de twee ledenvergaderingen verwerkt en in de besturen besproken. Tenslotte worden de documenten tijdig naar de lidorganisaties gestuurd, zodat er op de ledenvergadering van 22 mei besluiten kunnen worden genomen. Bij de KNVG is dat op 6 juni.

Die besluiten worden omgezet in statuten en huishoudelijk reglement, er wordt een begroting voor de nieuwe organisatie opgesteld en de financiële afwikkeling (halfjaarrapport) van de ‘oude’ organisaties vindt plaats, zodat op 26 juni (als het gaat zoals we hopen) de constituerende vergadering van de nieuwe organisatie plaats kan vinden. Dan wordt ook het interim bestuur omgezet in het nieuwe bestuur.

Inhoud

Hoewel de bespreking met de platformvoorzitters (ter voorbereiding van de brede bespreking in de organisatie) op 16 januari plaats vindt, kunnen we nu wel een paar belangrijke punten noemen, maar meer details komen na de 16de januari.

Voorgesteld wordt om te kiezen voor een bestuur van 7 personen, waarvoor de fusiecommissie de profielen heeft geadviseerd. In het bestuur zijn opgenomen een vertegenwoordiger van de FASv en van de KBO-Brabant. Verder zal worden worden naar mensen die de continuïteit vorm kunnen geven en naar wat nieuw bloed. Een eerste inventarisatie van wie waarvoor geschikt is en wie van de oude bestuursleden bereid is in het nieuwe bestuur te zitten, zal worden gedaan door een informateur. Dat geldt ook de positie van de nieuwe voorzitter.

In beginsel blijven de organisatiestructuren van nu ook in de nieuwe organisatie bestaan, te weten de platforms en de regio’s. De huidige adviescommissies eveneens, waarbij ook de lijnen tussen bestuur en adviescommissie vergelijkbaar zijn met de huidige.

Onderwerpen als verenigingslocatie, meer professionele ondersteuning, benodigd vermogen (voor de afwikkeling van bijzondere gebeurtenissen) en contributie lijken in goede voorstellen te zijn verwerkt, maar willen we eerst met de platformvoorzitters bespreken. Eén element van de voorstellen kunnen we er wel uithalen, de contributie zal niet meer gestaffeld worden en het bedrag per achterliggend lid zal lager zijn dan nu bij NVOG het geval is. Verder zullen KNVG en NVOG gelijk bijdragen aan het voor de nieuwe vereniging noodzakelijke vermogen (voorzieningen/reserve).

Zoals gezegd, nadat we op 16 januari met de platformvoorzitters hebben gesproken, zullen we zo snel mogelijk daarna de voorstellen aan de lidorganisaties ter discussie voorleggen. In de verwachting dat we in de extra ledenvergadering van maart (na discussie) de reacties kunnen inventariseren. De definitieve besluitvorming vindt pas plaats op de reguliere ledenvergadering van 22 mei.

We hopen de lidorganisaties zo in het komende halfjaar bij het proces te betrekken, dat de uiteindelijke resultaten breed gedragen zullen zijn. Mag dat onze nieuwjaarswens zijn.

Namens het bestuur,

Jaap van der Spek

 

Evaluatie Debatmanifestatie Pensioenen

Afgelopen maandag kwam de werkgroep debatmanifestatie bij elkaar voor een terugblik op de 19 november georganiseerde bijeenkomst in de Utrechtse Jaarbeurs. De algemene indruk was dat we met deze actie hebben aangetoond goed te kunnen samenwerken. Qua organisatie is het evenement goed verlopen en hebben we ons als samenwerkende seniorenorganisaties duidelijk op de kaart gezet. Hopelijk heeft nu ook de politiek begrepen dat op het terrein van pensioenen beter naar de ouderen moet worden geluisterd. De kosten van de manifestatie zijn ruimschoots binnen het gestelde budget gebleven en zullen naar rato worden verdeeld over de vijf organisaties die voor de manifestatie een bedrag ter beschikking hebben gesteld. Dat zijn KNVG, NVOG, FNV Senioren, CNV Senioren en KBO-PCOB.

Vervolgens werden een aantal organisatorische punten en het inhoudelijk deel van de middag geëvalueerd. De leden van de werkgroep waren unaniem van mening dat, wanneer bij een volgend te organiseren gebeuren weer een panel wordt ingezet, daar een andere invulling aan moet worden gegeven. De panelleden hadden zelf hun stelling geformuleerd waardoor de discussie niet helemaal paste in de sfeer van de debat-manifestatie. Minister Koolmees was maar kort aanwezig. Lang genoeg om de standpunten en wensen van gezamenlijke organisaties aan te horen, maar te kort om een relevante discussie aan te gaan met de mensen in de zaal. De schriftelijke vragen van de aanwezigen zijn aan de panelleden en de minister doorgestuurd.

Het is jammer dat de voor dinsdagavond 27 november geplande “bijpraatsessie” in Nieuwspoort (als follow-up van de Debatmanifestatie) niet kon doorgaan omdat diezelfde avond in de Tweede Kamer het debat plaatsvond over het mislukken van het pensioenoverleg. Een debat wat overigens kwalitatief behoorlijk te wensen overliet. Toch kon een aantal vertegenwoordigers van de seniorenorganisaties die het debat bijwoonden, in de wandelgangen nog even contact maken met een paar Kamerleden om een aantal gezichtspunten over te brengen.

Minister Koolmees heeft gezegd dat hij over pensioenen wil blijven praten met oud en jong. De vraag is echter wat hij met die “discussie” doet. Blijft het bij alleen luisteren of gaat hij daadwerkelijk iets doen met de aangereikte suggesties? Het feit dat werkgevers en vakbonden niet willen dat de gepensioneerden meepraten en dat de SER gepensioneerden liever niet ziet aanschuiven in de commissies, maakt de dialoog er ook niet eenvoudiger op.

Wat kunnen wij als seniorenorganisaties doen om onze betekenis bij de politiek verder te versterken en uit te bouwen? Wij gaan in elk geval door met het op een discrete wijze beïnvloeden van onze netwerken. En wij willen een vervolg geven aan de debat-manifestatie om in Den Haag de druk op de ketel te houden. Daarom gaat de werkgroep, ook met het oog op de aanstaande verkiezingen voor de Provinciale Staten van maart 2019, in februari een volgende actie organiseren. Zij komt daarvoor medio januari weer bijeen om de inhoud van een nieuwe campagne te bespreken. Zodra daarover meer bekend is, zullen wij u berichten.

 

Het jaar 2018 en zorg, welzijn en wonen.

2018 is een opmerkelijk jaar geworden voor de ouderen in Nederland.  Dat is mede veroorzaakt door het ministerieel trio op het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Allereerst kwam Minister Hugo de Jonge begin van dit jaar met het Pact voor de Ouderenzorg. Hij presteerde het om in korte tijd op het ministerie een groep ambtenaren te motiveren om dit te omarmen en in Nederland 200 organisaties, waaronder alle seniorenorganisaties, te motiveren om dit Pact te onderschrijven. Er kwamen 3 adviezen uit: Thuis in het Verpleeghuis, Langer Thuis en Eén tegen Eenzaamheid. Deze adviezen moeten in 2019 verder geïmplementeerd worden met medewerking van de 200 organisaties die dit Pact hebben ondertekend.

Daarnaast werd door hem de Raad van Ouderen ingesteld die namens alle ouderen hem gaat adviseren in het te voeren beleid. Ook NVOG/KNVG hebben een lid mogen voordragen. Zij zijn onlangs aan het werk gegaan. In 2019 zal moeten blijken of wij met zijn allen daarvan ook de vruchten gaan plukken.

Zijn collega Bruno Bruins deed ook van zich spreken. Al jaren is in discussie dat de organisatie van de curatieve zorg moet veranderen wil de curatieve zorg betaalbaar en toegankelijk blijven. Reeds 4 jaar geleden is hierover een advies aan de regering uitgebracht, echter het vorige kabinet heeft het in de la laten liggen. Hij vatte de koe bij de horens en verlaagde het budget van de ziekenhuizen mede ten voordele van bv. de huisartsen.  Hij maakte wel een foutje om niet direct in te grijpen in het faillissement van twee ziekenhuizen, maar het paste wel in zijn beleid van verandering van de organisatie van de ziekenhuizen om daardoor kostenstijgingen te voorkomen. Daarbij mag de patiënt echter niet de dupe worden en dat heeft het ook opgepakt.

Staatssecretaris Paul Blokhuis werkte aan het nationale preventieplan dat in dit najaar is verschenen. Een gezondere bevolking maakt minder zorgkosten en dus kan de zorg in Nederland daardoor wellicht goedkoper of behoeft in ieder geval niet duurder te worden.

Helaas heeft de regering weinig activiteiten laten zien op het terrein van wonen voor ouderen, men laat dit aan de gemeenten over. Daar moeten wij nog eens goed in gaan duiken, dat is niet gemakkelijk.  Ook de inspanningen die het langer thuis wonen van ouderen met zich meebrengen en de vermindering van eenzaamheid van ouderen zijn zaken die vooral op gemeentelijk niveau, moeten worden opgelost.  Gemeenten zullen hiervoor voldoende geëquipeerd moeten worden. Dat zal wel onze aandacht hebben.

Deze activiteiten van het ministerieel trio geeft ons een goede basis voor onze activiteiten in 2019. De leden van de commissie Zorg, Welzijn en Wonen NVOG/KNVG  zullen daar in het komend jaar ook hun best voor doen.

Wij wensen een ieder die dit leest goede kerstdagen en een gelukkig en gezond 2019.

Namens de leden van de commissie

Joop Blom, voorzitter

 

Dit is de laatste nieuwsbrief van dit jaar. De volgende nieuwsbrief verschijnt              vrijdag 11 januari 2019

Nieuwsbrief 52

Nieuwsbrief 52

vrijdag 14 december 2018

 

Nibud rapport over ontwikkeling van de koopkracht in de periode 2010- 2019

In nieuwsbrief 45 hebben wij dit koopkrachtrapport genoemd en een aantal cijfers uit het rapport overgenomen. Hierop heeft Henk Hemmers (een voormalig lid van de Commissie Koopkracht) als commentaar geleverd dat deze cijfers niet kloppen, althans voor wat betreft de werkenden. Dat heeft hij ook aan het Nibud kenbaar gemaakt.

Nu blijkt dat zeer recent het Nibud het rapport heeft aangepast, met als effect dat de koopkracht van werkenden in nagenoeg alle gevallen blijkt te zijn gestegen in de periode 2010 – 2019 (en dus niet gedaald zoals in het eerdere rapport stond).

Dat betekent ook, dat de verschillen met gepensioneerden dus veel groter zijn dan op grond van het oorspronkelijk rapport het geval leek.
In het rapport zelf wordt de aanpassing nader toegelicht.

Cijfervoorbeelden (statische koopkracht), na aanpassing v.w.b. werkenden (d.d. 10-12-2018):

GEPENSIONEERDEN              Alleenstaande       Paar

—  Alleen AOW                          +4,4%                   +2,3%

—  AOW + 10.000                      -3,4%                    -4,7%

—  AOW + 20.000                      -6,8%                    -8,5%

—  AOW + 30.000                      -11,2%                  -8,3%

—  AOW + 30.000  + 10.000          —-                    -7,7%

 

WERKENDEN                          Alleenstaande       Paar

—  Minimumloon                       +10,9%                 +5,8%

—  1 x modaal                             +7,4%                 +4,3%

—  2 x modaal                             -1,9%                 -1.3%

—  1 x min.loon +1 x min.loon     —-                     +5,9%

—  1 x modaal + 1 x modaal        —-                     +6,4%

—  2 x modaal + 1 x modaal        —-                     +1,2%

N.B. Zoals ook aangegeven in het rapport zijn bovenstaande cijfers gebaseerd op gemiddelden en aannames/schattingen van Nibud zelf,  met name v.w.b. 2019.

 

Zorgverzekering 2019: waar kiest u voor?

Iedere krant en veel tijdschriften besteden rond deze tijd aandacht aan de premies van de zorgverzekering. De premie voor de basisverzekering varieert nogal. De goedkoopste basisverzekering kost u €98,50 en de duurste €133,75. Premies op basis van het verplichte eigen risico en zonder rekening te houden met collectiviteitskortingen.

Natura –en restitutieverzekeringen.

  1. Restitutieverzekering: u heeft de vrije keuze uit ziekenhuizen en zorgverleners. De premie voor deze verzekeringsvorm ligt (maar niet altijd)hoger dan voor natura-verzekering.
  2. Naturaverzekering: Ongeveer 75% van de Nederlanders kiest voor een zogenoemde naturaverzekering. Bij deze vorm maakt u gebruik van de door de zorgverzekeraar gecontracteerde ziekenhuizen en zorgverleners.

Waar u bij de keuze van een naturaverzekering rekening mee moet houden is dat de naturaverzekering een tweetal uitvoeringen kent:

polis met beperkende voorwaarden: u heeft vaak minder keuze uit gecontracteerde ziekenhuizen / zorgverleners en/of de vergoeding bij het gebruik van niet gecontracteerde zorg ligt lager dan 75%. Ook kan de eis gesteld worden om alles online te doen. Een voorbeeld van zo’n polis is ZieZo Selectief, een product van Zilveren Kruis.

polis met ruimere dekking: alle ziekenhuizen, veelal alle huisartsen en een groot deel van de andere zorgverleners is gecontracteerd. Maakt u gebruik van een niet gecontracteerde zorgverlener dan krijgt u een percentage van de declaratie vergoedt, veelal 75%, maar dit percentage kan ook hoger liggen.

Welke keuze u maakt, hangt van uw persoonlijke situatie af. NVOG adviseert u daar niet in. Kiest u voor een polis met beperkende voorwaarden, doe dat dan heel bewust en realiseer u dat u als er iets gebeurt, u wellicht verder moet reizen of zelf een deel van de kosten zelf moet dragen.

Zorgkaart / Zorgzoeker.

Op de site van de zorgverzekeraar kunt u de zorgkaart raadplegen. In het kort staat beschreven wat de polis waar u voor wilt kiezen inhoudt en welke beperkingen de polis kent.

Wilt u weten welke ziekenhuizen / zorgverleners door de zorgverzekeraar zijn gecontracteerd? Kijk zoek dan op de site van de zorgverzekeraar de zogenoemde Zorgzoeker of Zorgvinder op. Daarmee voorkomt u dat u gedurende het verzekeringsjaar voor verrassingen komt te staan.

Tot slot

Staar u niet blind op de premie. De polisvoorwaarden zijn zeker zo belangrijk. Check of uw huidige polis nog bij u past. Niet alleen voor de basisverzekering, maar zeker ook voor de aanvullende dekkingen.

 

Nieuwsbrief 51

Nieuwsbrief 51

vrijdag 7 december 2018

 

Wijkverpleging bant minutenregistratie.

Enige tijd geleden heeft de minister van VWS Hugo de Jonge gezegd dat onnodige administratieve handelingen in de zorg moeten verdwijnen en dat de zorg daarin het initiatief moet nemen. Dat kan tot een enorme lastenverlichting leiden, waardoor er meer “handen aan het bed’ beschikbaar komen. Hij heeft nu zelf een ingrijpend initiatief genomen. De minister heeft afspraken gemaakt met de vereniging van wijkverpleegkundigen, de zorgaanbieders, de zorgverzekeraars accountants en de Nederlandse Zorg Autoriteit om in 2019 af te komen van de minutenregistratie in de wijkverpleging. Er moet door deze organisaties een andere manier komen van registeren van de zorg die is verleend. Deze zgn. 5 minuten registratie leidt tot veel onnodige administratie en zorgt al jaren voor onvrede bij wijkverpleegkundigen.

Minister de Jonge: “In plaats van zorg professionals eindeloos te controleren, moeten wij ze juist vertrouwen geven. En minder tijd die opgaat aan papier, is meer tijd in de zorg”.

En dat is zogezegd een waarheid als een koe!

Volgens de jaarlijkse zorgthermometer van Vertis ontvingen in 2017 550.000 mensen thuis wijkverpleging, vooral ouderen. Dit kostte de samenleving in totaal € 2.850 miljoen, betaald uit de premies zorgverzekering!

 

Verslag MOB-overleg 15 november 2018

In onze nieuwsbrief van vorige week kon u een korte samenvatting zien van de resultaten van het MOB-overleg van 15 november jl. Inmiddels is het definitief verslag van deze vergadering klaar. Dat verslag kunt u hier lezen. Voor het komend jaar is een prioriteiten-nota opgesteld (Prioriteiten MOB) waaraan de overlegpartners in het komend jaar verder gaan werken. Wij hopen dat de inbreng van de gezamenlijke seniorenorganisaties in het overleg even succesvol zal zijn als in het afgelopen jaar!

Lezers die belangstelling hebben voor informatie over (Europese) geldzaken op het gebied van de detailhandel, kunnen via de hieronder vermelde links (pdf) het statement van de ERPB (Euro Retail Payments Board) en de brochure met het ERPB eindrapport van de zogeheten informele werkgroep voor toegankelijkheid bekijken (beide documenten zijn in de Engelse taal).

Statement ERPBBrochure

 

Nationaal Preventieakkoord

Een eerste stap om Nederland gezonder te maken

Recent is na een lange periode van onderhandelen het Nationaal Preventieakkoord gepresenteerd. Een akkoord dat is gericht op iedere Nederlander, jong en oud.

Het Nationaal Preventieakkoord bevat afspraken over de aanpak van roken, overgewicht en problematisch alcoholgebruik. Het akkoord is ondertekend, soms op deelgebieden, door onder andere maatschappelijke organisaties, patiëntenorganisaties, gemeenten, zorgverzekeraars, sportbonden en bedrijven. In totaal hebben 70 organisaties hun handtekening gezet en hun medewerking toegezegd bij het gezonder maken van de Nederlandse bevolking.

De doelen en maatregelen

  1. Roken:

–          het streven is om het percentage rokers, volwassenen en jongeren, fors terug te dringen. Van zo’n 23% van de volwassenen nu, naar minder dan 20% in 2020 tot minder dan 5% in 2040.

–          Dat gebeurt door de accijns te verhogen, de tabakswaren uit het zicht te leggen en veel plekken waar kinderen komen, rookvrij te maken.

  1. Overgewicht

–          In 2040 zijn er 10% minder volwassenen met overgewicht. Blijft overigens altijd nog zo’n 38% over die wel overgewicht heeft.

–          Te bereiken door veel aandacht te schenken voor bewegen en gezond eten. Ook een verbod op suikerhoudende frisdranken op scholen en een gezond aanbod in bedrijfsrestaurants en bijvoorbeeld ziekenhuizen moet een bijdrage leveren.

  1. Alcohol

–          Nu drinkt zo’n 9% van de volwassenen teveel. Dat moet in 2040 5% of minder zijn.

–          Specifiek voor de 55+ leeftijdscategorie geldt dat er met het stijgen van de leeftijd steeds meer alcohol wordt gedronken. Uit onderzoek van KBO-PCOB blijkt dat 75% van de 55 plussers dagelijks alcohol drinkt en zich vaak niet bewust is van de nadelige gevolgen.

–          Het doel moet onder andere worden bereikt door voorlichtingscampagnes en een rem op het stunten met alcoholprijzen.

Uit de reacties op het Nationaal Preventieakkoord blijkt, dat de ambities torenhoog zijn. Bij sommige ambities worden vraagtekens gezet bij de haalbaarheid. De hoge ambities vragen om “strengere” maatregelen. Van de andere kant is wordt de vraag gesteld hoever de bemoeizucht van de overheid mag gaan.

Het akkoord is een start op weg naar het je meer bewust worden van wat een gezonde leefstijl met je kan doen. Dat kost tijd en gaat in kleine stapjes. Een duwtje in de rug kan geen kwaad en daar hebben wij als NVOG ook een rol bij. Die rol pakken wij in 2019 zeker op.

Infographic Preventieakkoord

 

Nieuwsbrief

Nieuwsbrief 33

vrijdag 30 november 2018

 

Uitkomst MOB-overleg

Eerder deze maand (15 november) heeft weer overleg plaatsgevonden in het kader van het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer. Aan de orde kwamen onder meer het invoeren van PSD2 en het opnemen van contant geld. Bekijk hier een korte samenvatting van de resultaten (pdf)

Aanvullende informatie m.b.t. Debatmanifestatie Pensioenen.

Aan het artikel op onze website over de bijeenkomst van 19 november in de Jaarbeurs te Utrecht zijn twee documenten toegevoegd: de rapportage van Motivaction over de Toetsingscriteria Pensioenen en de tekst van het aan minister Koolmees overhandigd kader. Rapport MotivactionKader Debatmanifestatie Pensioenen

DNB nieuwsbrief Pensioenen

Door op deze link te klikken, kunt u online de vandaag gepubliceerde uitgave van de nieuwsservice van De Nederlandsche Bank bekijken met een diverse onderwerpen aangaande pensioenen.

SER Themabrief Pensioenen en AOW

Nog meer nieuws over pensioenen kunt u lezen in de Themabrief Pensioenen en AOW die de SER gisteren heeft uitgebracht.

 

Pensioen persbericht

                                            PERSBERICHT       19 november 2018

‘Pensioenakkoord onbestaanbaar zonder steun ouderen en jongeren’ Seniorenorganisaties pleiten voor  Breed Nationaal Pensioenakkoord 

Lees verder

Nieuwsbrief 47

Nieuwsbrief 47

zaterdag 17 november 2018

De zorgverzekering in 2019.

Zoals ieder jaar omstreeks deze tijd hebben de zorgverzekeraars hun premie voor de zorgverzekering 2019 gepubliceerd.

Het ministerie rekende in de begroting met een premiestijging van 9,5%. In het Basispakket is een aantal kleine wijzigingen aangebracht.

De zorgverzekeraars mogen zelf hun premie vaststellen op basis van hun verwachtingen voor het komend jaar.

Daarbij houdt men rekening met:

1. De stijging van de kosten van de zorg veroorzaakt door loon- en prijsstijgingen en de steeds grotere vraag aan zorg, vooral door de vergrijzing en de steeds meer mogelijkheden voor medische ingrepen en medicijnen.

2. Het al dan niet kunnen inzetten door de zorgverzekeraars van hun reserves om de premie te “subsidiëren:” Daar dit al vele jaren is gebeurd wordt de ruimte hiervoor steeds minder.

3. De wettelijke regeling dat de landelijke opbrengsten van enerzijds de nominale premie vermeerderd met de betaalde eigen risico’s en anderzijds de landelijke opbrengsten van de betaalde inkomensafhankelijke premies aan elkaar gelijk moeten zijn. Dit iets is scheefgegroeid, waardoor de opbrengsten van de nominale premies wat extra moet worden verhoogd door verhoging van de premie.

De inkomensafhankelijke premie wordt vanwege het onder 3 vermelde maar weinig verhoogd, nl voor de gepensioneerden van 5,65% naar 5,70%, dus nog geen 1%! (Tot een maximum inkomen van in 2108 € 54.614, dat zal wel voor 2019 nog iets worden verhoogd).

De totale uitgaven van de curatieve zorg in Nederland die door premie worden gefinancierd bedragen in 2019: € 50 miljard! 1 % meer of minder zorgkosten betekent dus landelijk dus een tekort of overschot van € 500 miljoen!

Zorgpremie 2019

De stijging van de zorgpremie 2019 is binnen de door de overheid aangegeven grens gebleven, gemiddelde 5,7% maar  hoger dan de premiestijging van de zorgpremie voor 2018.

Uit het overzicht van de premies van alle zorgverzekeraars blijkt dat de stijging van de vier grootste zorgverzekeraars als volgt is:

Maatschappij.                      Maandpremie 2018       Maandpremie 2019         stijging

CZ (Zorg bewust polis)                 112,15                               120,45                  7,4%

VGZ (natura)                                116,20                               120,95                  3,7%

Menzis (basispolis)                      119,00                               122,00                  4,1%

Zilveren Kruis (Basis zekerpolis)  119,45                              126,95                  6,3%

Een compleet overzicht van het aanbod van de in 2019 aangeboden natura-en restitutiepolissen leest u hier.

Overstappen?

U heeft het aanbod van uw huidige zorgverzekeraar ontvangen. Premie en polisvoorwaarden zijn aangepast. Een goed moment om eens na te denken of uw verzekering nog past bij uw huidige situatie. U heeft daarvoor ruim de tijd. Er zijn tal van sites waarop u de verschillende verzekeringen kunt vergelijken. Op de NVOG website onder “Handige links” staat ook een aantal links waar u zorgverzekeringen kunt vergelijken.

De inhoud van de basisverzekering is wettelijk voorgeschreven maar een zorgverzekeraar kan ook iets extra meeverzekeren. En denkt u ook aan de aanvullende verzekeringen. Dit zijn commerciële aanvullingen op de polissen, iedere zorgverzekeraar is vrij in het bepalen van de inhoud, de prijs en het acceptatiebeleid hiervan.

Reserves: teveel of nodig?

In de kranten stonden grote koppen over de door de zorgverzekeraars opgebouwde reserves. Is er sprake van oppotten of is het aanhouden van ruime reserves noodzaak?

De Zorgverzekeringswet stelt dat zowel zorgverzekeraars als zorgverleners aan “marktwerking” moeten doen. Het zijn zogezegd commerciële bedrijven net als andere bedrijven. Daarom moeten zij voor zelf voor hun verliezen opdraaien, maar winsten mogen zij in tegenstelling tot het normale bedrijfsleven niet uitkeren, die moeten binnen het “bedrijf” blijven.

De Nederlandse bank en Europese wetgeving schrijft wel een minimum reserve voor maar normaal is dat een bedrijf meer reserve aanhoudt dan voorgeschreven. Wel mogen deze extra reserves door zorgverzekeraars worden aangewend om de prijs van hun product (dus de premie!) te verlagen. Dat heeft men vele jaren gedaan maar een gezond bedrijf houdt wel wat extra’s achter de hand voor slechte tijden.

Volgens een publicatie van de Consumentenbond hebben de zorgverzekeraars nu € 2,4 miljard meer in kas dan de wettelijk voorgeschreven reserve. Dit is overigens nog geen 5% van de totale premiebedragen. Hoewel wij financieel technisch van mening zijn dat dit een goede zaak is, verwachten wij dat de zorgverzekeraars nog enige jaren een relatief geringe “premiesubsidie” kunnen geven, maar dan is het afgelopen. Wij zijn het eens met de kop die de NRC gebruikte boven het artikel over de zorgpremies “Eigenlijk kost de zorg nóg meer”.

Beleid

NVOG is het eens met het beleid van de overheid (en probeert daar ook aan mee te werken) dat de kostenstijging in de zorg in de hand moet worden gehouden, mits de kwaliteit en toegankelijkheid van de zorg niet te veel geweld wordt aangedaan. De premiestijging moet beperkt kunnen worden tot maximaal de inflatie. In 2015 is al, op verzoek van de regering, een advies uitgebracht waar wij aan hebben meegewerkt (en waar wij achter staan), dat de organisatie en financieringssystematiek van de curatieve zorg richting 2030 sterk moet veranderen wil de toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg niet in het gedring komen. De zorg in Nederland is van uitstekende kwaliteit, zegt het European Health Forum, maar wel duur! En dat laatste moet veranderen.

Nieuwsbrief 46

Nieuwsbrief 46

vrijdag 9 november 2018

 

De Wet Maatschappelijke Ondersteuning en hulp in huis.

De afgelopen jaren is in Nederland al veel discussie geweest over de werkwijze van gemeenten op het terrein van huishoudelijke hulp.

Veel gemeenten hanteren als uitgangspunt dat als het huis maar schoon en leefbaar is het voldoende moet zijn. Er zijn door individuele hulpvragers die het hier niet mee eens zijn, veelal ondersteund door seniorenorganisaties, procedures gevoerd die hebben geleid tot een vraag aan de Centrale Raad van Beroep om hierover een uitspraak te doen.

Deze uitspraak is op 8 oktober gedaan en op 23 oktober gepubliceerd. Zij vinden dat niet de zorguitvoerder moet bepalen wat een schoon huis is maar dat de gemeenten op basis van “maatwerk”, dus individueel, uren schoonmaakhulp moet toekennen. Op basis van een ”ondersteuningplan” dat met de hulpvrager moet worden besproken, moet de gemeente (en dus niet het schoonmaakbedrijf dat een contract met een gemeente heeft gesloten hiervoor!)  schoonmaakuren per week toekennen. Het schoonmaakbedrijf regelt dan een en ander in overleg met de hulpvrager.

Dit is een belangrijke uitspraak waarop al jaren is gewacht. De gemeente mag dus niet aan de zorgaanbieder over laten te bepalen wat nodig is, zij is zelf verantwoordelijk! En als er klachten over zijn kan men bij de gemeente hierover aankloppen.

Mensen die nu nog een zgn. “schoonhuis” beschikking hebben, kunnen zich tot hun gemeente wenden om op basis van deze uitspraak een nieuwe beschikking aan te vragen.

 

Geldautomaat wordt Geldmaat.

In de achter ons liggende week werd in de media redelijk veel aandacht besteed aan het feit dat in ons land hard wordt gewerkt aan de overgang naar één geldautomatennet, een project dat over twee jaar moet zijn afgerond. Bijgaand het persbericht dat afgelopen maandag is verspreid door Geldservice Nederland, de instantie die het geldverkeer verzorgt voor de drie grootste Nederlandse banken ABN AMRO, ING en RABO. Ook de Oogvereniging heeft afgelopen dinsdag een publicatie gedaan n.a.v. de aankondiging van de nieuwe geldautomaten, die zullen worden voorzien van spraakfunctie.

In de berichtgeving over de Geldmaat is door de media vaak de nadruk is gelegd op de vermindering van het totaal aantal automaten. Aan de verbetering van de bereikbaarheid (door een betere spreiding) en van het gebruiksgemak (door de uniformering) werd helaas minder aandacht besteed.

 

Nieuwsbrief 34

 

Pact voor de ouderenzorg (2).

Eenzaamheid
In nieuwsbrief 33 hebben wij de opzet en het doel van het Pact voor de ouderenzorg uiteengezet. Het Pact kent drie programmaonderdelen. In deze nieuwsbrief meer informatie over het programmaonderdeel Eenzaamheid.

Deskundigen zijn het niet altijd met elkaar eens. Is de omvang van eenzaamheid onder ouderen nu echt zo groot of valt het wel mee? Hoe groot de groep eenzame ouderen ook is, duidelijk is dat gevoelens van eenzaamheid niet bijdragen aan het op een goede en leuke manier ouder worden. Dat is de reden dat het signaleren en doorbreken van eenzaamheid een prominente plaats heeft gekregen in het Pact voor de ouderenzorg.

Actieplan Eén tegen Eenzaamheid                                                                                                          Het actieplan Eén tegen Eenzaamheid is de basis. Met een landelijke coalitie, die de verbinding moet leggen naar een lokale aanpak, wordt de handschoen opgepakt. Er is voor gekozen om zich primair te richten op eenzaamheid die (mede) het gevolg is van ontbreken van contacten en het ontbreken van zingeving.

Bij het ouder worden, wordt, ook door het verlies van partner en leeftijdsgenoten, het netwerk vaak kleiner of minder intensief. Dat kan sociale eenzaamheid in de hand werken. Het idee dat je vanwege je ouderdom of de ervaren gebreken toch niets meer kan toevoegen aan je omgeving, zorgt voor nog minder echt contact met anderen.

Wil je iemands eenzaamheid doorbreken, dan moet je dat heel dicht bij die persoon doen. Dat betekent dat iedereen die ook maar één steentje kan bijdragen gemobiliseerd moet worden. Het Pact heeft daarbij een aanjaagrol. In elke gemeente moet een coalitie tegen eenzaamheid komen. Vanuit het Pact wordt hiervoor ondersteuning gegeven. Kennis, capaciteit en ideeën voor een effectieve aanpak worden gedeeld.

Rol (ouderen) organisaties
Pact voor de ouderenzorg, rol voor de gemeente. Prima allemaal. Er is zeker ook een rol weggelegd voor de (ouderen) organisaties, waaronder ook de lidorganisaties van KNVG en NVOG. Aandacht vragen voor de problematiek en aandacht geven aan de leden die met gevoelens van eenzaamheid te maken hebben. Mooie initiatieven zijn bijvoorbeeld “Omzien naar elkaar” van de VG Rabobank en het welzijnswerk dat Voeks, (de gepensioneerden van Shell) in haar programma heeft opgenomen. Aandacht geven is daarbij het uitgangspunt.

Rol ouderen
Het begint al vroeg. Zorg ervoor dat u bezig blijft, zowel lichamelijk als mentaal. Doe mee aan activiteiten. Benut uw talenten en help anderen. Uw netwerk wordt op die manier groter en dat komt u van pas op het moment dat het allemaal wat minder gaat. Ook in die fase kunt u bij veel zaken betrokken blijven en waar mogelijk uw bijdrage leveren.

Het actieprogramma Eén tegen Eenzaamheid kunt u hier inzien.
In een volgende nieuwsbrief informatie over het programmaonderdeel Langer Thuis.

De tekst van dit artikel is ook beschikbaar als pdf-document. Klik hier om het te downloaden.

NVOG en partners sturen mail aan Tweede Kamer inzake de Europese betaalrichtlijn PSD2.

Nu de parlementaire vakantie voorbij is en Den Haag weer aan het werk gaat, kunnen wij u iets berichten over de voortgang van het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB) en met name over PSD2, de (herziene) richtlijn betaaldiensten. Onze vertegenwoordiger de heer Cees van Tiggelen stuurde deze week een bericht aan de Tweede Kamer commissieleden van Financiën, waarvan u hieronder de volledige tekst kunt lezen.

“Geachte leden van de commissie Financiën van de Tweede Kamer,

De herziene richtlijn betaaldiensten PSD2 wordt op 4 september a.s. behandeld in de plenaire vergadering van de 2e Kamer.

Op 15 november 2017 mocht ik de Cie Financiën toespreken namens de seniorenorganisaties KBO-PCOB, NVOG en NOOM. Bij die gelegenheid vertegenwoordigde ik ook de Consumentenbond, de organisatie waarmede wij in dit dossier samen optrekken.

In de bijlage gelieve u aan te treffen datgene wat ik op 15 november naar voren heb gebracht.

De essentie van onze boodschap was en is dat wij op een aantal punten vraagtekens/opmerkingen/zorgen hebben. Ik som er een aantal op:

-is het eenieder duidelijk waarvoor precies toestemming wordt gegeven aan een derde partij om betaalgegevens in te zien? Hoe kan ik controleren of mijn gegevens juist en zorgvuldig worden gebruikt en uitsluitend voor het doel dat ik heb toegestaan? Wat betekent het voor de privacy?

-PSD2 is uitermate ingewikkeld niet alleen voor de gemiddelde consument maar zeker voor bepaalde groepen ouderen en kwetsbare groepen in de samenleving. Met betrekking tot het  verlenen van toegang tot de betaalrekening zijn er zorgen, zeker in de perceptie van consumenten.

Wat is er sindsdien gebeurd?

In het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB) hebben wij de nadrukkelijke wens geuit om als rekeninghouder bij je eigen bank op te kunnen geven of je wel of geen toestemming wil verlenen aan derde partijen. Verstrekking van betaalgegevens zal dan NIET plaats vinden ook niet als je per ongeluk of onbewust ja hebt gezegd tegen een derde partij.

Om deze wens te toetsen hebben wij een vijftal banken bezocht om onze wens te toetsen. Gebleken is dat sommige banken voor volledige digitalisering zijn, zij hebben het idee om in de bankieren app weer te geven aan wie toestemming is verleend. Andere banken willen wel graag een dashboard waarin je kan verbieden derden toestemming tot de rekening te geven, zoals onze wens was en is.

Na inventarisatie hebben juristen van De Nederlandsche Bank bekeken of een dergelijk dashboard mogelijk is binnen de wetgeving van PSD2. Zij zijn van mening dat dit moet worden gezien als een belemmering en het daarom niet is toegestaan.

Consultatie van onze wens bij de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft opgeleverd dat de AP niet vereist dat banken een dashboard maken, maar het is volgens haar niet in strijd met de AVG als banken dit wel doen. Wat het dashboard betreft zal uiteindelijk de rechter moeten bepalen of dit mogelijk is.

Ook is gekeken naar het open banking systeem in Engeland. Daar is in de bankieren app zichtbaar aan welke partijen de consument toestemming heeft gegeven. Verder is het daarbij ook mogelijk om via de bankieren app een eerder gegeven toestemming aan een derde partij weer in te trekken. Deze mogelijkheid moet in Engeland nog geëvalueerd worden. Wij hebben gezien het vorenstaande in het MOB een compromisvoorstel gedaan om in de bankieren app/internetbankieren een lijst weer te geven met de partijen aan wie toestemming is verleend. Of daarbij ook de optie om de toestemming weer in te trekken om partijen te verwijderen kan worden geboden is nog niet te zeggen. Het vorenstaande is aan de orde geweest in de vergadering van het MOB op 28 mei j.l. In deze vergadering is besloten dat het uitzetten (verwijderen) van een toestemming uitgezocht zal worden door DNB. Hier wordt nog juridisch naar gekeken alvorens dit als advies uitgedragen zal worden richting belanghebbende partijen. De aanbeveling van het MOB is dat het voor consumenten prettig zou zijn om een overzicht te hebben van aan wie ze toestemming hebben verleend voor toegang op grond van PSD2.

Hoe nu verder?

Uiteraard willen en kunnen wij geen adviezen uitbrengen c.q. standpunten innemen die tegen de wet zijn. Vandaar ons compromisvoorstel in de vergadering van het MOB op 28 mei j.l.

Met name voor de kwetsbare groepen in de samenleving en bepaalde groepen ouderen blijven wij er echter  voorstander van dat rekeninghouders van banken bij hun eigen bank kunnen aangeven of ze wel of geen toestemming willen geven aan derde partijen om over betaalgegevens te beschikken.

Wij stellen het dan ook bijzonder op prijs indien u bij de plenaire behandeling van de betaalrichtlijn op 4 september a.s. zou willen bezien of er thans of in de nabije toekomst op nationaal of anders op internationaal niveau ruimte kan worden geschapen om aan onze nadrukkelijke wens te voldoen.

Wij wensen u een constructief debat toe.

Cees van Tiggelen, namens ouderenorganisaties KBO-PCOB, NVOG en NOOM”.

Nieuw elan in de verpleegzorg.

Door het ministerie van VWS  zijn maatregelen genomen om de verpleeghuiszorg sterk te verbeteren.

Dit niet alleen door het één van de speerpunten te maken in het Pact voor de Ouderenzorg maar ook door het verhogen van het budget dat de verpleeghuizen mogen besteden.

Simon Koppes, lid van de commissie ZWWM  NVOG/KNVG heeft in een document een en ander nog eens uiteengezet.

Het artikel kunt u hier downloaden.

Nieuwsbrief 45

 

 

Nieuwsbrief 45

vrijdag 2 november 2018

 

Nibud rapport over ontwikkeling van de koopkracht in de periode 2010- 2019

Het Nibud heeft op verzoek van de 50PLUSpartij koopkrachtcijfers opgesteld over de periode 2010 tot en met 2019 (dus deels op basis van prognoses). Zie bijgaande rapportageDit is ook op dinsdag 30 oktober ingebracht bij de Algemene Beschouwingen in de Eerste Kamer. In het Nibud-rapport wordt dieper ingegaan op de effecten van beleidsmaatregelen, de achtergronden van de koopkrachtberekening en de getoonde cijfers.

Samengevat komt het erop neer, dat alleen de lagere inkomens nog een plusje overhouden qua (statische) koopkracht, maar de meeste midden- en hogere inkomens scoren negatief als totaalcijfer over die 10 jaars-periode. Dat geldt zowel voor werkenden als voor gepensioneerden.

Met name gepensioneerden met grotere aanvullende pensioenen hebben flink moeten inleveren, met zoals bekend het gebrek aan indexatie als voornaamste oorzaak. De totale gemiste indexatie is gemiddeld zo’n 15% van het aanvullend pensioen. In het mede door NVOG georganiseerde grote Pensioendebat op 19 november zal dit nog eens duidelijk aan de orde worden gesteld. 

Cijfervoorbeelden:

GEPENSIONEERDEN              Alleenstaande           Paar   

—  Alleen AOW                          +4,4%                        +2,3%

—  AOW + 10.000                      -3,4%                         -4,7%

—  AOW + 20.000                      -6,8%                         -8,5%

—  AOW + 30.000                      -11,2%                       -8,3%

—  AOW + 30.000  + 10.000          —-                         -7,7%

WERKENDEN                          Alleenstaande           Paar

—  Minimumloon                         +2,8%                       +0,4%

—  1 x modaal                             -1,3%                       -2,6%

—  2 x modaal                             -7,9%                       -7,0%

—  1 x min.loon +1 x min.loon      —-                           -0,7%

—  1 x modaal + 1 x modaal          —-                         -1,2%

—  2 x modaal + 1 x modaal          —-                         -5,4%

N.B.

De verwachte AOW-uitkering in 2019 bedraagt op jaarbasis (bruto): € 15.522 (alleenstaande) resp. € 21.382 (paar, indien beiden AOW hebben) (dit is exclusief vakantie-toeslag en exclusief inkomens-ondersteuning AOW). De bruto-AOW was in 2010: € 13.339 resp. € 18.599.

Cijfers van werkenden betreffen situaties zonder kinderen. Het modale inkomen bedroeg in 2010 circa € 32.500.

 

Publiekscampagne Ik Zorg van start

Vandaag gaven minister Hugo de Jonge, minister Bruno Bruins en staatssecretaris Paul Blokhuis het startsein voor de publiekscampagne Ik Zorg. Hiermee willen de sector Zorg en Welzijn en de overheid nieuwe werknemers aantrekken. Dat is hard nodig, om ook in de toekomst iedereen goede zorg te kunnen blijven bieden. Als we nu niks doen, hebben we in 2022 een tekort van 125.000 mensen.

In de campagne laten meer dan 600 mensen met uiteenlopende beroepen en opleidingen zien hoe veelzijdig werken in zorg en welzijn is. Ik Zorg is een samenwerking van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), branche- en beroepsverenigingen en werknemers- en werkgeversorganisaties in de sector Zorg en Welzijn. De campagne is onderdeel van het actieprogramma Werken in de Zorg, dat dit voorjaar is gestart.

Minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid): “De opdracht waar we met elkaar voor staan is groot. Dit kabinet zet alles op alles om het tekort terug te dringen. Dat doen we samen met het onderwijs en werkgevers. En dat doen we in de regio: de vraag in Amsterdam is anders dan in Appingedam. Sinds 2017 zijn er al 39.000 mensen extra aangenomen in de sector. En ook de instroom in de opleidingen zorg- en welzijn nam met 7 procent toe. We zijn er nog lang niet, maar dit zijn bemoedigende signalen. Samen gaan we de klus klaren.”

Minister Bruno Bruins (Medische Zorg en Sport): “Met deze campagne laten we zien hoe mooi en divers het werk in zorg en welzijn is. Tegelijkertijd moeten we er ook voor zorgen dat het werk aantrekkelijker wordt, zodat mensen ook in de toekomst in de zorg willen blijven werken. Daarom kijken we hoe we het werk anders kunnen organiseren en hoe je het beste uit mensen kunt halen. Zoals bijvoorbeeld met de inzet van verpleegkundig specialisten of beeldbellen in de huisartsenzorg. Ook is het belangrijk om steeds weer te kijken hoe je de talenten van mensen het beste kunt inzetten.”

Voor wie net is afgestudeerd, een carrièrestap wil maken, of als herintreder weer aan het werk wil, biedt de sector Zorg en Welzijn veel mogelijkheden. Ik Zorg is niet alleen zichtbaar via een televisiespot, bioscoopreclame en billboards, maar ook met voorlichting in de regio. Staatssecretaris Paul Blokhuis (Volksgezondheid): “Niemand kan beter uitleggen waarom werken in zorg en welzijn zo bijzonder en betekenisvol is dan de mensen die dat zelf elke dag met hart en ziel doen. Daarom staan de medewerkers zelf centraal in deze campagne. Zo gaat een ambassadeursbrigade van zo’n 150 jonge professionals op basis van hun eigen verhaal in gesprek met middelbare scholieren over werken in Zorg en Welzijn.”

Op het platform Ontdekdezorg.nl vinden geïnteresseerden naast informatie over werken in de zorg ook praktische handvatten en beschikbare vacatures in de regio. Het aanbod is erg breed: van verzorgenden en verpleegkundigen tot activiteitenbegeleiders, laboranten, chauffeurs en ICT’ers. Voor vragen kunnen mensen contact opnemen via email, chat of telefoon. Ook een persoonlijk gesprek in de eigen regio is mogelijk.

Voor meer informatie over de campagne: www.ontdekdezorg.nl en #IkZorg.

Noot van de gezamenlijke commissie Zorg, Welzijn en Wonen: ook wanneer wij als gepensioneerden ouder worden en meer zorg nodig hebben, is het van belang  dat voldoende  mensen in de zorg werkzaam zijn. Dit gaat nu al knellen. Daarom ondersteunen wij bovenstaande actie van harte. Praat er eens over in uw omgeving!

 

Stijging AOW-leeftijd ook in 2024 niet nodig

Voor het tweede jaar op rij hoeft het kabinet de AOW-leeftijd niet verder te verhogen. Dat blijkt uit de nieuwe levensverwachting voor 65-jarigen, die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) donderdag 1 november heeft gepubliceerd. De levensverwachting van 65-jarigen loopt weliswaar weer op, maar niet zo hard dat de AOW-leeftijd ook verder omhoog moet. De AOW-leeftijd stijgt de komende jaren versneld, maar volgens afspraak, naar 67 jaar in 2021. Daarna stijgt die verder met de levensverwachting.

Het ministerie van Sociale Zaken besluit op basis van de CBS-cijfers of de AOW-leeftijd verder stijgt of niet. Dat doet men altijd vijf jaar van te voren. Vorig jaar bleek al dat de AOW-leeftijd in 2022 naar 67 jaar en drie maanden gaat, maar in 2023 niet verder omhoog hoeft.

Een 65-jarige heeft volgens de jongste cijfers van het CBS in 2024 een levensverwachting van 20,63 jaar, en dat is 2 weken meer dan vorig jaar nog werd verwacht. Maar pas bij een levensverwachting van 20,76 jaar moet de AOW-leeftijd weer met drie maanden omhoog.

In 2017 daalde de levensverwachting van 65-jarigen volgens het CBS, tenminste ten opzichte van eerdere prognoses. Dat deze dit jaar weer stijgt, ondanks de hoge sterfte tijdens de griepgolf in de winter, komt vooral door dat er minder vrouwen aan longkanker overlijden, meldt het CBS. En zij verwachten, dat de levensverwachting van ouderen zal blijven oplopen.

N.B. De levensverwachting van 65-jarigen was begin jaren vijftig, toen de AOW werd ingevoerd,  14,3 jaar. En in 2017 was het 19,9 jaar. Dus gemiddeld genomen steeg de levensverwachting van een 65-jarige elk jaar met 1 maand, in de afgelopen bijna 60 jaar.