Nieuwsbrief 53

Nieuwsbrief 53

vrijdag 29 november 2019

Uitwerking Pensioenakkoord

De uitwerking van afspraken over het tweede pijlerpensioen is inmiddels begonnen. Het traject wordt aangestuurd door een stuurgroep bestaande uit vertegenwoordigers van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en werkgever- en werknemer organisaties met een aantal adviserende leden uit ‘het veld’. Er is een aantal  werkgroepen ingesteld – bemand door wetenschappers, vertegenwoordigers uit het veld en van toezichthouders en CPB – die met voorstellen moeten komen voor de diverse elementen van het nieuwe stelsel, bijvoorbeeld op het terrein van de beleggingen, het omgaan met tekorten, de deling van risico’s, de overgang van het ene stelsel naar het andere (de transitie) etc.  Deze voorstellen worden door een voorbereidingsgroep gereed gemaakt voor besluitvorming  in de stuurgroep. De stuurgroep zal de besluiten die in de uitwerkingsfase worden genomen, bespreken met een klankbordgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van organisaties van ouderen en jongeren. De samenwerkende organisaties van gepensioneerden zijn tezamen met een vertegenwoordiger van de senioren uit de FNV en CNV met 5 personen vertegenwoordigd in de klankbordgroep. Daarnaast zijn de jongeren met 5 personen vertegenwoordigd.
De Pensioencommissie van de samenwerkende organisaties van gepensioneerden, ondersteunt onze vertegenwoordigers daarbij.

Op dit moment zijn er nog geen concrete voorstellen maar in de afgelopen vergadering op 19 november heeft de Pensioencommissie zich gebogen over de uitgangspunten waarop de ouderenorganisaties de voorstellen willen toetsen. De belangrijkste toetsingscriteria zijn:

·         Het uitgangspunt dat een goed, koopkrachtvast – dus goed geïndexeerd – pensioen bereikt kan worden zodanig dat de deelnemer in beginsel na pensionering zijn levensstandaard overwegend kan handhaven. Voor wat betreft de indexatie moet dat ook voor de huidige gepensioneerden en slapers gelden. Dat laatste stelt vooral ook eisen aan de transitie.

·         Premie en verplichtingen dienen op dezelfde grondslagen bepaald te worden

·         Collectiviteit met verplichte deelneming en solidariteit tussen alle groepen bij de verdeling van risico’s:  de risico’s van sterfte en langleven, arbeidsongeschiktheid en beleggingen.
Met het oog hierop moet het mogelijke worden om t.z.t. de oude rechten van zowel deelnemers, gepensioneerden als slapers in te varen in een nieuwe regeling. Gezamenlijk vermogen leidt tot hogere welvaartswinst en kan risico’s zoals boven geformuleerd beter opvangen.

·         Fondsen moeten voldoende vrijheid hebben voor hun beleggingsbeleid. In het bijzonder moet het mogelijk zijn om binnen een pensioenfonds  een beleggingsmix te realiseren die aansluit bij de mate waarin de eigen deelnemers en gepensioneerden bereid zijn beleggingsrisico’s te dragen. Dit is dus ruimer dan het idee van belegging volgens een standaard life cycle waar het akkoord van uit gaat. Eventuele tekorten moeten in een relatief korte periode van 5 tot 10 jaar ingehaald worden. De Pensioencommissie onderschrijft de wenselijkheid van het in het akkoord genoemde voorstel om een maximum te stellen aan het deel van de premie dat bestemd mag worden voor het inhalen achterstanden van bijv. 10%.

·         Indien een fonds wel besluit de nieuw op te bouwen rechten af te splitsen van alle reeds opgebouwde rechten of meer specifiek van de reeds tot uitkering komende pensioenen van gepensioneerden  en de slapers rechten, dan moet deze splitsing op evenwichtige wijze naar alle deelnemerscategorieën plaatsvinden en zodanig dat ook in het achterblijvende deel voldoende vermogenspotentieel is voor toekomstige (inhaal)indexatie.
Deze splitsing kan bijvoorbeeld vorm krijgen via 2 fondsen of via twee kringen binnen één fonds. De verdere uitwerking moet het mogelijk maken om met de governance voor de achterblijvende groep aan te sluiten bij de specifieke samenstelling van die populatie.
Attentiepunten bij de splitsing van het vermogen zijn onder meer de omstandigheid dat:
* bij veel fondsen een gedempte, niet kostendekkende premie is betaald wat ten koste is gegaan van de algemene reserves en de gepensioneerde/slapers heeft benadeeld.
*  een onevenredig groot deel van de extra rendementen uit de laatste jaren ten gunste van de jongeren is gekomen omdat de daling van de rente , (waardoor de benodigde voorziening stijgt wat  gefinancierd moet worden uit de extra rendementen)  tot gevolg heeft gehad dat de benodigde voorziening voor jongeren (veel) sterker is gestegen dan voor ouderen. Een evenwichtige verdeling zou kunnen betekenen dat er uit moet worden gegaan van een hogere disconteringsrente dan de huidige risicovrije rente die gemiddeld zo tussen de 1 en 1,5% ligt.

Bij splitsing is het voorts temeer van belang dat fondsen voldoende beleggingsvrijheid hebben aansluitend op de risicobereidheid zodat een eventuele groep achterblijvende ouderen vanuit de life cycle gedachte niet gedwongen kan worden nagenoeg uitsluitend vastrentend te beleggen.

·         Het nieuwe stelsel moet een breed draagvlak hebben. Voorwaarde daarvoor is ook dat er voldoende vertrouwen in het stelsel bestaat. Zonder instemming van de gepensioneerden komt het nieuwe stelsel er niet.

Een van de hete hangijzers is uiteraard de rekenrente. Dit onderwerp komt pas aan de orde als overeenstemming bestaat over de uitwerking van het nieuwe stelsel. Op dit moment heeft de pensioencommissie aan dit onderwerp richting stuurgroep nog maar beperkt aandacht besteed.

Enkele constateringen die de Pensioencommissie gedaan heeft:
* Pensioenfondsen moeten hun verplichtingen bepalen op liquidatiebasis, terwijl bij verreweg de meeste fondsen geen sprake is van een liquidatie. Er zou dan ook van een marktconforme waardering van verplichtingen die past in een ‘going concern’ situatie uitgegaan moeten worden.
* De keuze voor de risicovrije rente hangt samen met de zekerheidseis van het pensioen (waarvan inmiddels is gebleken dat die niet zo zeker is). Bij afschaffing van de zekerheidseis hoeft de keuze voor de risicovrije rente dan ook niet gehandhaafd te blijven. Uitgangspunt moet dan bijvoorbeeld een prudente macrostabiele rentevoet zijn. De facto leidt het hanteren van de risicovrije rente bij een niet gegarandeerde toezegging tot impliciete buffervorming.

Medio december zal de eerste besluitvormende vergadering van de stuurgroep over deelonderwerpen plaatsvinden. De stuurgroep streeft ernaar de uitwerking van de afspraken inzake het tweede pijlerpensioen eind april 2020 af te ronden.

Nieuwsbrief 52

vrijdag 22 november 2019

75-plusser met een verlopen rijbewijs mag maximaal 1 jaar blijven rijden

Vanaf 1 december 2019 mogen 75- plussers maximaal 1 jaar blijven rijden met een verlopen rijbewijs, tot het moment dat het CBR een besluit heeft genomen over hun rijgeschiktheid. Dat mag alleen in Nederland en de rijbewijscategorieën A, B, E en bij B en T. Belangrijk is ook dat een verlopen rijbewijs niet geldig is als legitimatiebewijs!

Het bovenstaande deelde het CBR onze koepel mee met haar brief van 14 november 2019. Om deze brief te lezen kunt u hier klikken.  Alle informatie die voor u van belang is, kunt u hier lezen. Iedereen die mag blijven rijden met een verlopen rijbewijs krijgt persoonlijk bericht.

Lees verder

Nieuwsbrief 50

vrijdag 15 november 2019

Kortingsdreiging lijkt afgewend

 

Het lijkt erop dat de dreigende kortingen op pensioenen die het komend jaar zouden gaan plaatsvinden, voorkomen kunnen worden. Diverse signalen uit Den Haag wijzen daarop. Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft eerder deze week gezegd dat hij “zicht heeft op een oplossing”.

Jongstleden woensdag is op het ministerie van SZW samen met andere ouderen-organisaties ambtelijk overleg geweest en hebben wij er nogmaals op aangedrongen om niet te korten op de pensioenuitkeringen en ook om de premies niet te verhogen.

In het overleg hebben de ouderenorganisaties naar aanleiding van de brief die zij eerder aan de minister stuurden, aangegeven dat er eerst duidelijkheid moet komen over het nieuwe pensioenstelsel en de houdbaarheid ervan in een langdurige periode van lage rente.  De vakbonden, werkgevers en pensioenfondsen hebben gelijksoortige uitingen gedaan. Pas begin volgende week, als de minister een brief over dit onderwerp aan de Tweede Kamer stuurt, zal duidelijk worden wat zijn actie inhoudt.

NVOG-voorzitter Jaap van der Spek, die woensdag aan het overleg in Den Haag deelnam, heeft een artikel geschreven waarin hij uitlegt wat de huidige stand van zaken in het pensioendossier is en hoe de seniorenorganisaties op dit moment in de pensioendiscussie staan.

U kunt het artikel hier downloaden (pdf).

 

 

Lees verder

Nieuwsbrief 49

vrijdag 8 november 2019

Ziekenhuizen moet af van rompslomp!

Joop Blom van de gezamenlijke commissie Zorg, Welzijn en Wonen schreef voor deze nieuwsbrief een artikel naar aanleiding van het ING rapport waarover in diverse kranten al is geschreven.

U kunt het artikel hier lezen.

Een nieuwe Europese Commissie:  Naar een meer “age friendly” Europa

Sinds 1 november heeft de nieuw benoemde Europese Commissie onder leiding van Mevr. Ursula von der Leyen haar verantwoordelijkheid opgenomen. Benoemd zijn 8 vice-voorzitters waaronder 3 op uitvoerend niveau. Zij zullen verantwoordelijk zijn voor de top prioriteiten die verwoord zijn in de EU politieke richtlijn. De overkoepelende onderwerpen  zullen zijn: klimatologische uitdaging,  Europa voor een digitale tijdsperk, een economie die voor allen er is  en een nieuw inzet voor een Europese democratie.

Na de benoeming van mevrouw v.d. Leyen heeft AGE Platform Europe in een open brief er bij haar erop aangedrongen in de komende jaren  onder haar verantwoordelijkheid ook de demografische veranderingen speciale aandacht te geven. In haar openingstoespraak voor het Europese Parliament  beloofde zij deze aandacht aan demografische veranderingen te geven, onze democratische rechten te waarborgen en aan de noodzaak tot “life long learning”, om zo de toegang tot de arbeidsmarkt, maar ook het combineren van arbeid en familieleven mogelijk te maken, een gecoördineerd benadering op EU niveau voor demografische verandering en solidariteit tussen de generaties.

Voor het eerst is een EU vice-president benoemd die uitsluitend belast is met het dossier “democratie en demografie”.  Deze benoeming ging naar mevrouw Dubravka Suica uit Kroatië. Haar politieke opdracht is:

-het bevorderen van actief ouder worden

– werk en familie in evenwicht te brengen, toegang tot de arbeidsmarkt voor alle generaties, met speciale aandacht voor “ life long learning”

–  het adresseren van democratische deficits en het kritisch bekijken van sociale systemen ook met zicht op een ouder wordende bevolking,

– het opstellen van een Greenbook dat de lange termijn gevolgen van onze demografische ontwikkeling nader onderzoekt.

Dat het onderwerp “democratie en demografie”  in de komende tijd de speciale aandacht zal hebben onder de EU lidstaten, werd duidelijk uit het feit dat Duitsland onder haar voorzitterschap in de tweede helft van 2020 dit tot haar hoofdthema heeft gemaakt. In Juli 2020 vindt in Berlijn een Europese conferentie plaats met als hoofdthema “de rechten van de ouderen te garanderen en te versterken vooral in het licht van de toenemende digitalisering”.  AGE is gevraagd hieraan haar medewerking te verlenen.

In het licht van het garanderen van de mensenrechten geven ook de Verenigde Naties hieraan veel aandacht. Een UN Open ended Working Group (UN OEWG) komt jaarlijks bij elkaar. Ook landen buiten Europa nemen hieraan deel. Hoofdonderwerp voor 2020 is “actief ouder werden en de toegangkelijkheid tot de arbeidsmarkt voor allen, en het recht en de toegang tot “lifelong learning” .  Men hoopt tot een conventie te komen om landen te stimuleren meer te doen.  Ook hierin is AGE actief betrokken.

Actief ouder worden en de gelijke rechten voor iedereen, de implementatie van de “European Social Pillar” heeft de volle aandacht in de EU politiek  de komende jaren.

Vitaliteitsdagen

Als Koepel Gepensioneerden weten wij dat er lid-organisaties zijn die voor hun leden activiteiten op het gebied van vitaliteit organiseren. Soms met de naam Vitaliteitsdag, soms onder een andere naam.

Wij weten ook dat er behoefte is aan het uitwisselen van ervaringen en het inzicht hebben in de programma’s van zo’n dag / zo’n activiteit.

Vanuit de commissie Zorg, Welzijn en Wonen hebben wij het initiatief genomen om te inventariseren welke lid-organisaties zich bezig houden met de organisatie van een Vitaliteitsdag.

Wilt u uw activiteit en uw ervaring met ons delen? Graag een mail naar Jan Pouw: janentrudypouw@gmail.com . Op basis van de ontvangen informatie zullen wij dan kijken op welke manier onze Koepel   eventueel een rol kan spelen bij de informatie uitwisseling.

Nieuwsbrief 48

vrijdag 1 november 2019

Brief aan minister: geen kortingen en premieverhogingen

NVOG/KNVG heeft samen met andere ouderenorganisaties in een vandaag gestuurde brief een beroep op minister Koolmees gedaan om voorlopig geen kortingen toe te passen en de premies niet te verhogen.

In de brief onderstrepen de organisaties dat de bijzondere economische omstandigheden met negatieve rentes veel pensioenfondsen hard dreigen te raken.

Zij  vinden dat de minister eerst moet afwachten wat de twee studies over het nieuwe pensioenstelsel en de houdbaarheid van het stelsel in een omgeving waarin rentes lange tijd laag blijven, opleveren. Pas daarna kan worden bepaald hoe verder te gaan.

Lees hier de brief aan minister.

Veilig mobiel (op de fiets)

Vorige week hebben wij uw medewerking gevraagd bij een enquête over veilige mobiliteit voor ouderen. Dit keer een voorbeeld van een project dat gericht is op de veiligheid voor de oudere fietsende verkeersdeelnemer.

Wandelen, fietsen, gebruik maken van het OV en autorijden. Allemaal mogelijkheden om ook op oudere leeftijd zolang mogelijk mobiel te blijven en deel te kunnen nemen aan het sociale verkeer. Met of zonder lichamelijke beperkingen.

Hoe zorg je er voor dat je zo veilig mogelijk mobiel blijft? Op een gegeven moment worden onze reflexen toch wat minder en heb je wellicht meer tijd nodig om beslissingen te nemen. Goed inspelen op de andere verkeersdeelnemers, ook wel anticiperen genoemd, speelt daarbij een rol. En dan maar hopen dat de anderen dat ook doen!

De fietser

In dit artikel aandacht voor de fietser. Wellicht in het bijzonder degenen die met een E-bike aan het verkeer deelnemen. Het gaat met die E-bike toch een stukje sneller dan met de “gewone” fiets en dat vereist een goed inzicht in je eigen handelen. Is het verantwoord om met een hoge snelheid bochten te nemen en hoe stabiel ben je?

Project ”Doortrappen”

Doortrappen, met als uitdagende toevoeging “veiliger fietsen tot je 100ste” is een initiatief van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en wordt uitgevoerd met medewerking van provincies en gemeenten. Landelijke partners zijn onder andere Veilig Verkeer Nederland, de Fietsersbond, BOVAG, VeiligheidNL en BeterOud. In steeds meer gemeenten wordt het project Doortrappen geïntroduceerd of zijn plannen hiervoor in ontwikkeling.

Bewustwording

Het doel van Doortrappen is om fietsende ouderen bewust te maken van het aspect veilig mobiel blijven. Bewegen en actief blijven wordt gekoppeld aan het verbeteren van je fietsveiligheid.

In een leuke setting met een relatief kleine groep deelnemers wordt aandacht geschonken aan verkeersinzicht en de techniek van het fietsen. Ook het belang van fit zijn en fit blijven komt aan de orde. Niet alleen aandacht voor het fietsen, maar ook met bijvoorbeeld een lunch erbij of zoals in Puttershoek het geval was, na de bijeenkomst gezamenlijk een streekmuseum bezoeken. Wel op de fiets er naar toe natuurlijk!

Meer weten?

U kunt hier doorklikken naar de brochure over Doortrappen. Vanuit de brochure kan je ook de website van het project bekijken. Staat je gemeente nog niet bij de (beoogde) deelnemers? Informeer eens of er al plannen zijn. Je kunt natuurlijk ook zelf het initiatief nemen en hierover in gesprek gaan met de gemeente of plaatselijke welzijnsorganisatie. Voor ouderen, door ouderen!

SER Themabrief pensioenen en AOW

De nieuwste themabrief pensioenen en AOW van de SER staat online. Klik hier om deze nieuwsbrief te lezen.

AOW-leeftijd blijft 67.

De AOW-leeftijd blijft na uitwerking van het pensioenakkoord ook in 2025 op 67. Dat schrijft minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vandaag in een brief aan de Tweede Kamer op basis van CBS-prognoses over de gemiddelde resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd. Lees meer..

Nieuwsbrief 45

zaterdag 19 oktober 2019

Alles over de actualiteit rond pensioenen

Groot misverstand

Helaas is er iets gruwelijk mis gegaan. Tot onze verrassing werden wij geconfronteerd met berichten in de (sociale) media, als zouden Joep Schouten en ik mede-ondertekenaars zijn van de brief die een paar wetenschappers hebben geschreven naar aanleiding van de brief van 40 prominenten. Die prominenten staan voor nuancering van de wijze waarop de rekenregels in elkaar zitten en geven aan dat die ten onrechte verlammend werken op ons pensioensysteem. Voor alle helderheid, we staan achter de brief van de prominenten en juist niet achter de reactie van een paar wetenschappers, waarvan we al heel lang weten in welke hoek ze zitten.

Lees verder

Nieuwsbrief 44

vrijdag 11 oktober 2019

NVOG/KNVG vragen minister Koolmees om duidelijkheid over gemaakte afspraken.

Gisteren hebben de seniorenorganisaties een gezamenlijke brief gestuurd aan minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. In de brief uiten zij hun teleurstelling over de inhoud van de brief “Planning uitwerking pensioenakkoord” die de minister begin deze week aan de Tweede Kamer stuurde.

Naast het feit dat de seniorenorganisaties het teleurstellend vinden dat de Tweede Kamer eerder is geïnformeerd over de planning van de uitwerking dan de organisaties als direct betrokkenen, vinden zij ook dat in de brief van de minister onduidelijkheden staan.

Wij vragen de minister op korte termijn een schriftelijke bevestiging te sturen van de toezeggingen en afspraken van de afgelopen maanden. De brief is verzonden namens KNVG, NVOG, ANBO, KBO-PCOB, NOOM, FNV senioren en CNV senioren.

Brief Seniorenorganisaties aan minister Koolmees

Brief minister Koolmees aan Tweede Kamer

Ouderen en langer zelfstandig thuis wonen.

Veel wordt er gesproken en geschreven over het langer thuis wonen van ouderen.

1.       Zelfredzaamheid van thuiswonende ouderen

Studiedag:

Onlangs was er een studiedag van zorgverleners, thuiszorgorganisaties, zorgverzekeraars en gemeenten over hoe de zelfredzaamheid van thuiswonende ouderen verhoogd zou kunnen worden. De cijfers zijn bekend: Het aantal 65-plussers zal in de komende 20 jaar met ruim 50% toenemen tot bijna 5 miljoen, het aantal 90 plussers zal in de komende 20 jaar met 200% (!) toenemen tot 340.000! Maar het aantal medewerkers in de zorg zal niet evenredig gaan toenemen. Er werken nu meer dan één miljoen mensen in de zorg, er is nu al een personeelstekort. De prognose is dat in 2022 er 150.000 vacatures zullen zijn die niet vervuld kunnen worden.

De rol van de samenleving:

Het beleid van de overheid is erop gericht dat men zo lang mogelijk in een eigen huis blijft wonen.  Professionele hulp voor degenen die dat nodig hebben zal niet evenredig gaan toenemen, terwijl mantelzorg door kinderen of vrijwilligers ook maar beperkt mogelijk zal zijn. Er zit nog wel zorgpotentieel in de samenleving. Men zou bijvoorbeeld meer in voltijd of in ieder geval met grotere dienstverbanden kunnen werken en meer mogelijkheden kunnen creëren om werk beter met zorg te kunnen gaan combineren. Ook zal technologie (E-Health) en hulpmiddelen in de zorg en inrichting van woningen van ouderen tot minder zorg door professionals en mantelzorg kunnen leiden.

De zelfredzaamheid van ouderen zal ook verhoogd moeten worden. Maar belangrijk is ook dat veel mensen door gezond te leven meer jaren in goede gezondheid oud kunnen worden. Ook daar moet aandacht aan besteed worden in het belang van de ouderen zelf en de samenleving die qua leeftijdssamenstelling aan het veranderen is.

De rol van de woningcorporaties:                   

Ook woningcorporaties hebben laten weten hun rol op in de zorg voor de oudere bewoner beter op te pakken. Zij hebben ook steeds meer kwetsbare ouderen als bewoners. Door hun taak in de samenleving zijn woningcorporaties beperkt in wat ze op het gebied van zorg en maatschappelijke hulp kunnen doen, doch zij zien ook manieren om oudere te helpen om veilig en prettig thuis te kunnen blijven wonen. Een veilig huis kan enerzijds helpen om te voorkomen dat ouderen bv. vallen en in het ziekenhuis terecht komen en anderzijds ook het wonen van de ouderen plezierig houden. De woningcorporaties willen ook steeds meer samenwerken met de thuiszorg en de maatschappelijke dienstverlening. Ook zeggen zij dat niet alleen nieuwbouw het antwoord moet zijn op de vragen van ouderen. Er moet zeker ook aandacht zijn voor het beter gebruiken van de huidige woningvoorraad

Wij hopen dat het niet alleen bij “studie” blijft, maar dat dit ook daadwerkelijk wordt aangepakt. Het project “Langer Thuis” van het Pact voor de Ouderenzorg van het ministerie van VWS werkt ook hieraan, echter dat moet niet alleen landelijk zijn impact hebben, maar zeker ook in de regio en lokaal!

2.       Het wonen zelf

Vorige week organiseerde de commissie ”zorg” van de Twee Kamer een rondetafelgesprek over wonen en zorg voor ouderen met en drietal aandachtspunten:

·         De woonbehoefte van ouderen.

·         De ontwikkeling van verpleeghuizen

·         Passend wonen buiten het verpleeghuis.

De bedoeling van het rondetafelgesprek gesprek is dat de Tweede Kamer luistert naar en discussieert met deskundigen uit de samenleving. Aanwezig waren een 10-tal Kamerleden, vertegenwoordigers van de senioren/gepensioneerdenorganisaties en 10 vertegenwoordigers van organisaties in woon- en zorgsector. Vooraf hadden zij een notitie ingebracht over hoe zij over het wonen voor ouderen dachten en welke ideeën en aanbevelingen zij hebben om daar verbetering in aan te brengen.

Algemeen was de mening dat juist de lokale overheid veel meer activiteiten moest gaan ondernemen om de problemen in de ouderenhuisvesting te voorkomen. Echter daar moet de landelijke overheid wel de mogelijkheid toe geven. Vele gemeenten hebben een onvoldoende inzicht in de demografische opbouw van hun bewoners en de daaruit voortvloeiende woningbehoefte en woningomgeving in de komende jaren.

De gemeenten moeten ook veel meer nadenken over het welzijn van de ouderen en over tussenvormen van wonen, bijvoorbeeld in wooncomplexen voor ouderen. Ook moet er meer aandacht komen voor alleenwonende ouderen. Investeren in wonen en welzijn betekent minder zorg, lagere kosten en hogere kwaliteit van leven voor de ouderen. Uiteraard moet ook aandacht worden gegeven aan de woonlasten voor ouderen!

Wij hebben de hoop dat de Tweede Kamer met alle informatie over wonen van ouderen die zij die middag hebben gekregen het een en ander zal gaan doen.

Joop Blom.

Geraamde statische koopkracht 2020 van AOW-gerechtigden, volgens model NVOG/KNVG

In bijgaande grafiek (onderaan dit artikel) wordt een prognose gegeven van de koopkrachtverandering in 2020 ten opzichte van 2019. Deze is gebaseerd op ons eigen NVOG/KNVG-model, zoals ontwikkeld door Ronald Beelaard van de Commissie Inkomen en koopkracht. In de grafiek geven we voor een aantal situaties en inkomens de effecten weer van de regeringsplannen. Links de effecten voor alleenstaande AOW-ers, rechts voor paren. In de grafiek staat naast elkaar wat er gebeurt zonder korting/indexatie en wat er gebeurt als er 1% resp. 2% zou worden gekort.

Zonder korting (en geen indexatie)

Voor de gepensioneerden wordt er gemiddeld nog een lichte koopkrachtstijging verwacht.

*  De stijging bedraagt voor alleenstaande AOW-ers met alleen AOW 2% (€24,60 per maand), en daalt vrij snel naar circa 0,5% bij aanvullende pensioenen die geringer zijn dan de bruto AOW zelf.

*  Voor paren met alleen AOW is de stijging 1,5% en die daalt naar bijna nul voor hogere aanvullende pensioenen.

Stel: er komt een korting van 1% of 2% op het aanvullend pensioen

Bij een korting van 1% of 2% komt de koopkracht onder nul voor paren met beiden aan aanvullend pensioen vanaf samen circa €17.000. Voor alleenstaanden gebeurt dat iets eerder.

Bij de wat hogere aanvullende pensioenen zal het procentuele koopkrachtverlies ruwweg de helft van de korting bedragen.

Verschillen met Nibud en CPB

Ons koopkrachtplaatje wijkt op een aantal punten af van die van Nibud resp. CPB (zie nieuwsbrief 42). De verklaring daarvoor is niet helemaal helder omdat we de details van Nibud en zeker die van het  CPB niet kennen.

Zaken die in ieder geval in onze eigen berekeningen zitten

*   De wijzigingen in belastingheffing en toeslagen zoals die in het belastingplan 2020 (onderdeel van de miljoenennota) zijn opgenomen, incl. het verdwijnen van een belastingschijf.

*   Aanpassingen in het belastingplan 2019 (dat inmiddels tot wet is verheven), voor zover die wijzigingen betrekking hebben op 2020.

*   Zo nauwkeurig mogelijk berekende AOW uitkeringen voor beide helften van 2020. Deze is gebaseerd op het tot nu toe bekende (2019) indexcijfer voor de cao-lonen, dat invloed heeft op het minimumloon voor beide delen van het volgend jaar, welke op zich weer invloed heeft op de AOW-uitkering.

 Inflatieontwikkeling volgens de HICP inschatting van het CPB. Dit is een EU gedefinieerd indexcijfer dat – in tegenstelling tot de vaak gebruikte CPI – geen lastenontwikkeling van koopwoningen bevat.  De lasten van huurwoningen maakt daar wel deel van uit, maar die  wordt geneutraliseerd door de van toepassing zijnde huursubsidie.

*  Door het ministerie ingeschatte ontwikkelingen op het gebied van zorgkosten, zoals de zogenaamde standaardpremie, inkomensafhankelijke bijdrage en zorgtoeslag.

*  Het zogenaamde verzilveringsprobleem, optredend  bij kleinere inkomens.

Zaken die niet in deze berekeningen zitten, maar in het model wel mogelijk zijn

*  Combinaties van inkomen uit vroegere arbeid (= AOW + pensioen) en inkomen uit tegenwoordige arbeid (= werk).

*  Situaties waarbij een van de partners in 2019/20 nog niet AOW-gerechtigd is.

*  Eigen woning, bijtelling en/of aftrek wegens hypotheek.

*  Inkomsten uit aanmerkelijk belang volgens box 2 (tarief verandert in 2020).

*  Inkomsten en vrijstellingen in box 3 (verandert voortdurend iets mee en zo ook in 2020).

*  Huren en huurtoeslag.

Grafiek Prinsjesdag 2019-1.3 Verwachting koopkrachtontwikkeling gepensioneerden

Algemene Vergadering 13 november 2019

Op woensdag 13 november a.s. zal in Culemborg weer een Algemene Vergadering van NVOG en KNVG worden gehouden. Evenals de vergadering van 11 september zal deze bijeenkomst vrijwel geheel in het teken staan van de voorgenomen fusie.

De uitnodiging, de agenda en bijbehorende vergaderstukken zijn vandaag per e-mail aan de lid-organisaties gestuurd. Leden van aangesloten verenigingen kunnen zich tot 9 november opgeven bij Belinda Koops van het NVOG secretariaat: nvog@gepensioneerden.nl

Nieuwsbrief 43

vrijdag 4 oktober 2019

Bewegen met dementie

Dat bewegen goed is voor de mens, mag als bekend worden verondersteld. Uit een langjarig onderzoek blijkt dat bewegen juist voor mensen met dementie heel belangrijk is. Als positieve effecten van bewegen worden genoemd minder somberheid, angst en rusteloosheid. Meer bewegen door demente mensen kan de onrust overdag en ’s nachts aanzienlijk verminderen.

Kenniscentrum Sport heeft samen met professor Eric Scherder en de onderzoeksgroep “Laat het brein niet indutten, beweeg slim en verminder de kans op dementie” een digitale beweeggids voor mensen met dementie gemaakt. Kenniscentrum Sport is één van onze partners in het Consortium BeterOud.

De beweeggids bestaat uit verschillende beweegmodules met uitleg en instructies. De beweeggids kan gebruikt worden door iedereen die te maken heeft met ouderen met dementie. Niet alleen in de zorg, maar zeker ook door mensen die een familielid met dementie hebben of als vrijwilliger betrokken zijn bij mensen met dementie. Een beweegopleiding is niet nodig om de oefeningen en tips toe te kunnen passen.

Voor de beweeggids klikt u hier.

Nederlander voelt weinig voor het delen van bankgegevens

Zoals bekend hebben NVOG, KBO-PCOB en NOOM zitting in de werkgroep Toegankelijkheid en Bereikbaarheid van het MOB (Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer). In het verleden publiceerden wij o.a. artikelen over de Geldmaat, het met contant geld kunnen betalen bij overheidsinstellingen (en apotheken!) en over de PSD2-betaalrichtlijn.

Over dit laatste onderwerp treft u hieronder een link aan naar een artikel over het onderzoek van De Nederlandsche Bank naar de bereidheid van Nederlanders om hun betaalgegevens af te geven. Uit het onderzoek blijkt duidelijk dat men vooral terughoudend is om bankdata te delen omdat men weinig vertrouwen heeft in techbedrijven.

De gezamenlijke seniorenorganisaties blijven zich via het MOB inzetten voor verdere beschermende maatregelen voor met name de kwetsbaren.

Lees hier het DNB-bulletin over het delen van bankgegevens.

Minicursus Vitaal verouderen

Leyden Academy is een kennisinstituut dat wetenschappelijk onderzoek doet naar onderwerpen op het gebied van vitaliteit en veroudering. Leyden Academy vindt het belangrijk dat de kennis waarover zij beschikt ook voor u toegankelijk is.

Om te ervaren wat u zelf kunt doen om ervoor te zorgen dat u op een vitale en plezierige manier uw leven kunt invullen, heeft Leyden Academy een minicursus Vitaal verouderen ontwikkeld.

Deelname aan deze minicursus per email is gratis. Inschrijven doet u via https://www.leydenacademy.nl/minicursus-vitaal-verouderen/  De minicursus start op 25 oktober 2019.