Nieuwsbrief 55

vrijdag 13 december 2019

Uitstel Kortingen Pensioenfondsen nader toegelicht

Op 19 november jongstleden en daarvoor op de algemene vergadering van 13 november, hebben wij u op de hoogte gesteld van het feit dat minister Koolmees de Tweede Kamer een brief heeft gestuurd waarin hij aankondigt de kortingen op de pensioenen een jaar uit te stellen en de premies op de pensioenen voorlopig te laten zoals ze zijn.

Inmiddels is bekend geworden dat de betreffende brief van de minister, na instemming te hebben verkregen in de Tweede Kamer, aan de Eerste Kamer is aangeboden op 26 november jongstleden en voor kennisgeving is aangenomen in de Commissie SZW.

Omdat er misschien misverstanden kunnen ontstaan in de loop van het komende half jaar, lichten we de regeling zoals die door de minister in zijn brief is aangekondigd, nader toe. Het is namelijk niet in alle gevallen zo dat een eventuele korting een jaar wordt uitgesteld. Daarnaast kan het zo zijn dat het bestuur van een pensioenfonds, dat wel volgens de oude regeling verplicht zou zijn tot korten en dat volgens de aangepaste regeling niet meer verplicht is, op grond van evenwichtige belangenafwegingen en/of gewichtige redenen, toch rechtsgeldig kan besluiten tot het (eenmalig of gespreid in de tijd) korten van de pensioenen. Deze informatie is ook van belang voor leden van verantwoordingsorganen op het moment dat een pensioenfonds toch besluit om tot kortingen over te gaan.

Vrijstellingsregeling

Feitelijk heeft minister Koolmees in zijn brief het volgende besloten:

A. Aanpassing artikel 140 van de Pensioenwet
Pensioenfondsen die voor de zesde achtereenvolgende keer op 31 december 2019, het zogenaamde zesde ‘meetmoment’, een dekkingsgraad onder 104,3% hebben, hoeven in 2020 toch geen korting op grond van Artikel 140 van de Pensioenwet, door te voeren.

B. Aanpassing artikel 138 van de Pensioenwet
Pensioenfondsen die volgens artikel 140 van de Pensioenwet minder dan het vereiste eigen vermogen (meestal zo’n 120-130% van de verplichtingen) in kas hebben, maar door middel van een herstelplan kunnen aantonen dat ze binnen een termijn van 12 jaar (was voorheen:10 jaar) toch over voldoende vermogen zullen beschikken, hoeven niet te korten.

Voorwaarden Vrijstellingsregeling

De aangepaste vrijstellingsregelingen onder artikel 140 en 138 gelden onder de volgende voorwaarden:

I. Dekkingsgraad minimaal 90%
Alleen fondsen met een actuele dekkingsgraad (per 31-12-2019) van minimaal 90%, of fondsen die direct een onvoorwaardelijke korting doorvoeren tot zij een dekkingsgraad van 90% hebben bereikt, kunnen van deze vrijstellingsregeling gebruik maken.

II Onderbouwing
Het pensioenfondsbestuur moet de aanpassingen goed en transparant naar alle soorten deelnemers kunnen onderbouwen.

Toelichting
Hoewel het krachtens deze regeling aannemelijk is dat het aantal pensioenfondsen dat verplicht wordt te korten onder de aangepaste regeling kleiner zal zijn dan onder de oude regeling (vooral de grote fondsen hebben dat al aangegeven) is het dus niet zo dat alle kortingen daarmee van de baan zijn. Daarnaast is en blijft het al of niet korten erg afhankelijk van de ontwikkeling van de risicovrije rente en het beleggingsresultaat van een individueel fonds in 2019. Informeert u dus bij uw pensioenfonds in hoeverre er sprake is van een verwachting dat de pensioenen gekort zullen worden.

Age Platform Europe newsletter

Op 27 november heeft het Europees Parlement de nieuwe Europese Commissie goedgekeurd met 461 stemmen vóór, 157 tegen en 89 onthoudingen.

Inmiddels zijn veel artikelen over de benoeming van mevrouw Ursula von der Leyen gepubliceerd maar wat zijn de verwachtingen van een belangenbehartigingsorganisatie als Age Platform Europe?

U kunt het hier online lezen in de nieuwsbrief van Age Platform Europe.

Veranderingen Wmo

Per 1 januari 2020 verandert iets in de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Het abonnementstarief dat in 2019 voor maatwerkvoorzieningen is ingevoerd wordt definitief en wordt uitgebreid naar algemene voorzieningen met een zogenoemde duurzame hulpverleningsrelatie. Ook wordt de eigen bijdrage verhoogd.

Eigen bijdrage

De eigen bijdrage, het zogenoemde abonnementstarief, wordt verhoogd naar maximaal 19 euro per maand (dit was 17,50 euro per 4 weken). Voor de eigen bijdrage wordt niet gekeken naar inkomen of vermogen. Gemeenten mogen de eigen bijdrage verlagen.

In een aantal situaties hoeft er geen eigen bijdrage te worden betaald, bij voorbeeld als al een eigen bijdrage voor de Wet langdurige zorg (Wlz) wordt betaald.

De eigen bijdrage moet worden wordt betaald in de maand waarin hulp of ondersteuning wordt verleend. Dat was in 2019 anders (betaling achteraf) en daarom kan het gebeuren dat begin 2020 verschillende facturen tegelijk betaald moeten worden.

De beschikking voor 2020 wordt door het CAK, die in opdracht van de overheid regelingen uitvoert, begin 2020 verzonden. Wanneer dat precies gebeurt is afhankelijk van het tijdig aanleveren van de informatie door de gemeenten. Vertraging ligt hierbij op loer omdat er administratief gezien veel verandert.

Meer over de eigen bijdrage Wmo leest u op www.hetcak.nl/wmo2020

Het abonnementstarief

Het abonnementstarief (19 euro per maand) geldt in principe voor alle Wmo maatwerkvoorzieningen. Dat zijn voorzieningen die passen bij uw persoonlijke situatie. Denk hierbij aan persoonlijke begeleiding of woningaanpassingen. U krijgt een maatwerkvoorziening als de algemene Wmo voorzieningen voor u niet de juiste oplossing is. Wat de juiste oplossing is wordt in een gesprek met u bepaald, het zogenoemde keukentafelgesprek.

Brieven uit Canada: 1945-1965

In de naoorlogse jaren zijn ongekend veel Nederlanders geëmigreerd, het merendeel vertrok naar Canada. Zij werden hiervoor aangemoedigd door de regering. Met 10 miljoen inwoners zou het land namelijk te vol zijn. Wat volgde was een bijzonder fenomeen. Maar liefst 4 procent van de bevolking verhuisde in een tijdsbestek van 15 jaar.

Freelance journalist Minke de Vogel zoekt voor een journalistiek onderzoeksproject naar brieven die in de periode 1945-1965 zijn geschreven door Canadese emigranten. Zij vertellen op een bijzonder manier hoe het toen geweest moet zijn om te emigreren. Een lastige zoektocht, want de meeste brieven zijn waarschijnlijk weggegooid. Toch is zij begonnen met dit onderzoek, want de brieven vormen een waardevolle informatiebron. Ze vertellen hoe de Nederlanders de emigratie in die periode werkelijk hebben ervaren.

Mocht u brieven van emigranten in uw bezit hebben en Minke willen helpen, dan kunt u haar bereiken via: tel. 06 21397858  –  e-mail: minkeella@gmail.com

Minke de Vogel is als freelance journalist actief voor diverse tijdschriften en kranten. In april 2020 verschijnt haar boek 70’s, Het levensgevoel van de jaren zeventig in advertenties (I.s.m. co-auteur Roelof Bouwman)

SER Themabrief Pensioenen en AOW

De laatste themabrief van dit jaar staat boordevol nieuws over beide hierboven genoemde onderwerpen. U leest de themabrief online door hier te klikken.

Geplaatst in KG, Niet op voorpagina, Standaard.