Nieuwsbrief 38

dinsdag 18 september 2018

Persbericht – Troonrede en Miljoenennota

Reactie van KNVG en NVOG op Troonrede en de Miljoenennota

KNVG en NVOG zijn gelukkig met de uitspraak van de regering in de Troonrede dat ook de koopkracht van ouderen omhoog kan. Die koopkracht is de afgelopen vele jaren voor miljoenen ouderen tot 10% en meer gedaald door het niet of niet volledig indexeren of zelfs korten van de aanvullende pensioenen. Dat schrijnt temeer nu de overheid met belastingverlaging pronkt maar tegelijk de lasten voor ouderen voortdurend verhoogde. De voorziene verhoging van de AOW is uiteraard welkom evenals de in het vooruitzicht gestelde vermindering van de inkomstenbelasting maar compenseert de verlagingen niet.

Beide koepels stellen vast dat de  koopkrachtverbetering vooral een sigaar uit eigen doos is nadat eerder verschillende kostenverhogende maatregelen zijn getroffen. Zo werd de BTW verhoging van 19 naar 21 %, een crisismaatregel, nooit teruggedraaid, blijft de oneerlijke forfaitaire vermogensrendementsbelasting gehandhaafd en wordt de Hillen “wet” afgebouwd. Of de nu voor ouderen verwachte koopkrachtverbetering zich inderdaad zal realiseren zal afhangen van de effecten van de verhoging van de lage BTW van 6 naar 9% en die van de hogere zorg- en energielasten voor deze groep.

Het kabinet stelt vast dat het huidige pensioenstelsel de verwachtingen steeds minder waar maakt. Dat is echter voor een groot deel te wijten aan onder meer strengere rekenregels voor de pensioenfondsen, die de politiek de fondsen heeft opgelegd.

KNVG en NVOG zijn tevreden met de uitspraak van het kabinet dat de risicodeling en de collectiviteit in een aangepast pensioenstelsel gehandhaafd moet blijven. Het kabinet geeft aan dat het samen met de sociale partners wil werken aan de aanpassing van het pensioenstelsel.

Het is ronduit teleurstellend dat het kabinet er nog steeds niet aan toe is aan te geven dat met name ook de ouderenorganisaties hierbij betrokken dienen te worden. KNVG-voorzitter Joep Schouten: ‘Het is niet alleen democratisch de vertegenwoordigers van drie miljoen gepensioneerden hierbij te betrekken, het is ook nodig om voldoende draagvlak te krijgen voor een aangepast pensioenstelsel’.

Nieuwsbrief 37

vrijdag 14 september 2018

Transitie geldautomaten

In juli plaatsten wij op onze website informatie over de voorziene overgang van de bestaande geldautomatennetten naar één net van automaten, waarbij NVOG via de klankbordgroep Geldautomaten en het MOB (Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer) betrokken is. Via deze link kunt u de projectupdate nogmaals lezen. In oktober is de volgende bijeenkomst van de klankbordgroep; wij houden u van de voortgang op de hoogte.

Implementatiewet Europese betaalrichtlijn PSD2

In onze Nieuwsbrief 34 informeerden wij u over de brief die wij met KBO-PCOB en NOOM aan de Tweede Kamer stuurden over de Europese betaalrichtlijn PSD2. De Consumentenbond heeft met betrekking tot dit onderwerp een mail aan de Tweede Kamer gestuurd waarin nog een aantal aandachtspunten worden aangegeven. Zie ook de link naar de nieuwspagina van de Consumentenbond betreffende dit onderwerp.

Wie is Wie?

Samen zicht op het netwerk van de oudere

KNVG en NVOG maken deel uit van het consortium BeterOud. Binnen BeterOud werken ouderenorganisaties en professionals samen op het gebied van wonen, welzijn en zorg voor ouderen.Recent waren wij samen met ouderen en professionals uit de zorg- en welzijnshoek betrokken bij het ontwikkelen van de “Wie is Wie” tool voor ouderen. Een middel waarmee een beknopt overzicht van het netwerk van de oudere kan worden gemaakt. Handig voor de oudere zelf, maar ook voor de familie, de mantelzorgers en andere hulpverleners.

“Wie is Wie” tool

Het binnen BeterOud ontwikkelde hulpmiddel kan via de eigen pc of tablet worden ingevuld en daarna geprint (of opgeslagen). Het invullen is eenmalig, de gegevens worden niet opgeslagen vanwege de privacywetgeving. Het is natuurlijk ook mogelijk om een lege “Wie is Wie” te printen en deze met de pen in te vullen.

In slechts 5 eenvoudige stappen kan de eigen “Wie is Wie” worden gemaakt. De oudere kan de “Wie is Wie” alleen invullen of dit samen met bijvoorbeeld een partner, kind(eren) of hulpverleners doen. U vindt de “Wie is Wie” tool op de website van BeterOud. Klik daarvoor hier. U heeft dan de mogelijkheid om de tool direct in te vullen of een lege versie te printen.

Verzoek aan de lidorganisaties

Wij denken dat de “Wie is Wie” tool voor tal van ouderen (en hun netwerk) een handig hulpmiddel kan zijn.  Wilt u uw leden via uw communicatiekanalen op de hoogte brengen van het bestaan van de “Wie is Wie” tool?

CBS over dynamische koopkracht 2008 – 2017

Het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) heeft j.l. donderdag (13 september) een belangrijk artikel over de ontwikkeling van de dynamische koopkracht van de afgelopen jaren gepubliceerd (2008 – 2017), dus vanaf het ontstaan van de kredietcrisis.

De dynamische koopkracht is een ruimer begrip dan de meestal gebruikte statische koopkracht, d.w.z. dat de dynamische koopkracht bij voorbeeld ook allerlei incidentele salarisstijgingen van werkenden meerekent.

Het effect daarvan is o.a. dat de verschillen in koopkracht tussen werkenden enerzijds en uitkeringsgerechtigden en gepensioneerden anderzijds fors groter zijn dan in de gebruikelijke koopkrachtplaatjes.

Zie bijgaande tabel: “Koopkrachtontwikkeling naar voornaamste inkomensbron”  of bekijk de grafiek.

 De koopkrachtontwikkeling van gepensioneerden in 2017 en vergeleken met 2008.

Deze is mede afhankelijk van de hoogte van het aanvullend inkomen naast de AOW-uitkering. In 2017 nam de koopkracht van gepensioneerden met een beperkt aanvullend inkomen tot 10 duizend euro per jaar licht toe, terwijl de koopkracht bij een aanvullend inkomen vanaf 20 duizend euro, met 1 procent daalde. Deze groep gepensioneerden heeft sinds het uitbreken van de economische crisis het meest last van het niet of beperkt indexeren van aanvullende pensioenen. Hierdoor was hun koopkracht in 2017 bijna 12 procent minder dan in 2008.

Zie bijgaande tabel: Koopkrachtontwikkeling gepensioneerden naar hoogte aanvullend inkomen naast AOW” of bekijk het overzicht in een diagram.

N.B. Het gaat om mediane cijfers (CBS gebruikt daarvoor de term “in doorsnee”), d.w.z. dat de cijfers aangeven, dat 50% een hoger, en 50% een lagere koopkracht heeft. In links die zijn opgenomen in en bij het artikel van het CBS (zie onder) wordt dat nader toegelicht.

Aan het eind van het artikel wordt nog een overzichtje met ontwikkeling van inkomens van gepensioneerden toegevoegd, naar leeftijdsklassen (“Gestandaardiseerd besteedbaar huishoud inkomen”).

Voor het gehele artikel, zie onderstaande link:

https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2018/37/koopkracht-groeide-in-2017-een-half-procent

Uitslag onderzoek palliatieve zorg.

Vorig jaar hebben wij via onze nieuwsbrief een oproep verspreid van het publieksonderzoek over goede palliatieve zorg, uitgevoerd door de kenniscentra Palliatieve Zorg van UMCG, Radboud umc en Erasmus MC, het Martini Ziekenhuis, het Nederlands Huisartsen Genootschap, het NIVEL, Zorgbelang Nederland en het Integraal Kankercentrum Nederland.

Ondanks het feit dat het onderzoek al bijna een jaar geleden heeft plaatsgevonden leek het ons, met name voor degenen die destijds aan de enquête hebben meegedaan, interessant om de uitkomsten van dit onderzoek bekend te maken.

Collectief verzekeren?

Op verzoek van de voorzitter van de Nederlandse Bond van Pensioengerechtigden verwijzen wij u naar een brief met mogelijkheden om mee te doen in een collectief, waardoor kortingen bij verzekeraars te krijgen zijn. Het is aan de verenigingen zelf om daarvan gebruik te willen maken, dan wel daarover meer inlichtingen te willen inwinnen.

nieuwsbrief 36

Nieuwsbrief 36 
donderdag 13 september 2018

Bijna een kwart miljoen senioren lopen risico geld te laten liggen.

230.000 senioren-huishoudens missen mogelijk huur- of zorgtoeslag. Dit blijkt uit onderzoek in opdracht van vijf organisaties voor senioren en gepensioneerden. KBO-PCOB, KNVG, NVOG, FASv en NOOM willen dat de overheid burgers actiever gaat wijzen op toeslagmogelijkheden en werkt aan meer gebruiksvriendelijkheid van het toeslagenstelsel.

Lees hier het persbericht dat de seniorenorganisaties deze ochtend hebben uitgebracht of lees alles op onze website. Daar kunt u ook het rapport van onderzoek dat Regioplan in opdracht van de seniorenorganisaties heeft opgesteld downloaden.

Info pensioenstelsel

From: Belinda Koops

Sent: Wednesday, September 5, 2018 2:46 PM

To: Belinda Koops ; ‘Jan Spilker’ ; NVOG intercom

Subject: Debatmanifestatie 19 november , Aankondiging Enquete

 

Geachte en gewaardeerde lidvereniging,

 

Zoals u onlangs van ons vernomen hebt houden wij op 19 november 2018 een debatmanifestatie over pensioenen in aanwezigheid van minister Koolmees.

 

Tijdens deze manifestatie zullen ook, en met name, de toetsingscriteria voor een nieuw pensioenstelsel, zoals wij die als gezamenlijke ouderenorganisaties op 25 februari 2017 hebben vastgesteld, aan de orde komen.

Ter onderbouwing van deze stellingname willen we voorafgaand aan de debatmanifestatie onze/uw leden enquêteren over deze criteria.

 

Het is de bedoeling dat de leden via u geïnformeerd en opgeroepen worden om aan deze digitale enquête mee te doen.

 

Het onderzoeksbureau Motivaction, bekend met onderzoeken naar de pensioenproblematiek, zal de enquête organiseren en de gegevens die zij via een digitale link van onze/uw leden ontvangen verwerken, analyseren en rapporteren.

 

De uitkomsten zullen tijdens de debatmanifestatie worden gepresenteerd

Hoe u de leden precies kunt informeren om aan de enquête deel te nemen, zullen wij u binnen 1 à 2 weken laten weten.

 

Wij vragen u nu om u vast voor te bereiden op wat er komen gaat.

 

Wij verzoeken u straks de feitelijke informatie over de enquête en de link naar de vragenlijst uiterlijk 28 september verspreid te hebben om de leden voldoende tijd te geven de vragenlijst in te vullen en om alles tijdig te kunnen laten

verwerken door Motivaction.

 

Het handigst zal zijn om alles per email te verspreiden. Dit heeft weliswaar het nadeel dat leden zonder email niet bereikt worden, maar we spreken wel (bij alle participerende organisaties) over enige honderdduizenden leden die

benaderd worden en bij  bijvoorbeeld  15% respons zijn dat al 100.000 ingevulde enquêtes;  dat is ruim voldoende voor een representatieve steekproef.

 

Wij rekenen op uw medewerking en u hoort binnenkort nader.

 

Met vriendelijke groet , mede namens de organiserende werkgroep,

 

Jaap van der Spek

Voorzitter NVOG

 

Nieuwsbrief 35

Nieuwsbrief 33

Nieuwsbrief 33, 2018

Publicatiedatum: vrijdag 24 augustus 2018.

Pact voor de ouderenzorg (1).

Naast onze koepels van gepensioneerden KNVG en NVOG hebben ruim 100 organisaties het Pact voor de ouderenzorg ondertekend.

Eenzaamheid, langer thuis wonen en verpleeghuiszorg zijn de belangrijkste aandachtspunten voor het Pact dat ruim 100 organisaties ondertekenden om de ouderenzorg te verbeteren in ons land.

In maart 2018 is de aftrap gegeven voor het Pact voor de ouderenzorg. Een veelomvattend programma dat door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) samen met veel organisaties en bedrijven is opgezet. Ruim honderd partners hebben het Pact ondertekend. Hieronder onder meer de Vereniging Nederlandse Gemeenten, het Nationaal Ouderenfonds, VNO-NCW, de Zonnebloem en KNVG / NVOG. Samen moeten zij aan de slag.
Het pact is een aanvalsplan, met een bundeling van krachten, dat er voor moet zorgen dat partijen samenwerken om te komen tot een betere ouderenzorg. Zowel voor de oudere in een verpleeghuis als de oudere die thuis woont. Het is een actie vanuit de overheid die partijen er toe heeft gebracht om er voor te tekenen om samen te gaan werken.

Waarom een Pact?
Met veel ouderen gaat het goed. Sommigen werken nog, anderen passen op de kleinkinderen, maken leuke uitstapjes en ook wordt er veel vrijwilligerswerk gedaan. Op een goede en leuke manier oud worden. Helaas is dat niet voor iedereen weggelegd. Sommige mensen vinden ouder worden echt een probleem en het lukt hen niet om gelukkig oud te zijn. Ze zijn steeds meer afhankelijk van anderen en voelen zich eenzaam. Hulp en ondersteuning is niet altijd makkelijk te regelen. Ook de zorg in het verpleeghuis wordt als onvoldoende ervaren.
Langer thuis wonen is het uitgangspunt. Helaas kunnen huizen en (woon) omgevingen vaak niet simpel worden aangepast en zijn er nog onvoldoende alternatieve woonvormen.

De drie programmaonderdelen van het pact:
Eenzaamheid
signaleren en doorbreken: vanuit het besef dat dé eenzaamheid niet opgelost kan worden. Er zijn niet altijd pasklare oplossingen, zeker niet bij emotionele eenzaamheid (bijvoorbeeld bij verlies van de partner). Sociale eenzaamheid kan vaak beter doorbroken worden. Verbeteren van contacten en mensen laten zien dat ze in staat zijn, ook op hogere leeftijd, een prima rol in de maatschappij te vervullen.
Langer thuis. Zorgen dat mensen met goede zorg en ondersteuning langer thuis kunnen wonen: dit deel van het Pact richt zich vooral op de grote en groeiende groep ouderen die zelfstandig thuis woont. Uitgangspunt is om zo lang mogelijk op een goede manier zelfstandig te kunnen blijven wonen. Met ondersteuning en (mantel) zorg en in een woning die aansluit bij de persoonlijke behoefte. Een hele opgave!
Verpleeghuiszorg. De kwaliteit van de verpleeghuiszorg verbeteren: er voor zorgen dat er voldoende tijd, aandacht en zorg is voor alle bewoners. De wensen van de verpleeghuisbewoner staan daarbij centraal. Het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg is hierbij de richtsnoer voor iedereen die bij de verpleeghuiszorg is betrokken.

De aanpak van de overheid
De rijksoverheid stimuleert, ook financieel, en voert de eindregie. Het echte werk wordt zoveel mogelijk regionaal en lokaal gedaan. Per programma onderdeel worden met en door de partners afspraken gemaakt. De uitdaging daarbij is dat plannen ook met elkaar worden gedeeld. Wat in Groningen ontwikkeld en succesvol is, kan met wat regio-specifieke aanpassingen ook in bijvoorbeeld Maastricht worden toegepast.
Ouderen moeten een belangrijke stem in het geheel hebben. Zij weten vaak het beste welke verbeteringen waardevol zijn. De bedoeling is dat er een Nationale Ouderenraad komt die een aantal malen per jaar bij elkaar komt en de activiteiten toetst. De ouderen die in de Raad zitting hebben moeten natuurlijk gevoed worden vanuit de regio’s. Een plan hiervoor wordt ontwikkeld. De ouderenorganisaties, waaronder KNVG en NVOG zijn hier nauw bij betrokken.

Wat kan het Pact voor u of uw (leef) omgeving betekenen?
Het antwoord op deze vraag geven wij u in volgende nieuwsbrieven. Per onderdeel van het Pact een korte toelichting op de geplande acties.

De tekst van dit artikel is ook beschikbaar als pdf-document. Klik hier om het te downloaden.

Nieuwsbrief 32

Nieuwsbrief 32, 2018

Publicatiedatum: vrijdag 17 augustus 2018,

Koopkracht: CPB Ramingen voor 2018 en 2019.

Afgelopen donderdag 16 augustus heeft het CPB (Centraal Plan Bureau) de conceptramingen voor dit jaar en volgend jaar gepubliceerd. Deze zullen gebruikt worden bij de kabinetsplannen van Prinsjesdag (18 september).

De afspraken uit het regeerakkoord Rutte III voor 2019 zijn hierin meegenomen, zoals bijv. de verhoging van de “lage” BTW van 6% naar 9% en de verhoging van de ouderenkorting.

Er is een negatief verschil met de verwachtingen van begin dit jaar: door een iets hogere inflatie komt de gemiddelde koopkrachtgroei (mediaan) van gepensioneerden dit jaar op nul uit (was 0,4%), en volgend jaar op 1,1% (was 1,3%).

In 2018 zal daardoor volgens deze laatste raming ruim 50% van de gepensioneerden op de nullijn blijven of een daling van koopkracht hebben maar in 2019 komt naar verwachting van het CPB slechts 4% van de gepensioneerden qua koopkrachtontwikkeling onder de nullijn uit.

Hier bekijkt u de CPB Kerngegevenstabel Koopkrachtraming augustus 2018

Hier ziet u de Toelichting op de aanpassingen in de presentatie van de koopkrachtramingen.

Via deze link komt u op de website van het CPB.

Nieuwsbrief 31

Publicatiedatum: vrijdag 10 augustus 2018.

Eigen risico zorgverzekeringen.

De discussie over het eigen risico in de zorgverzekering is al enige maanden verstomd vanwege het besluit van de regering om in deze regeringsperiode het eigen risico ad € 385,- per jaar per volwassen verzekerde ongewijzigd te laten.

Onlangs zagen wij een publicatie van VEKTIS, het rekencentrum van de gezamenlijke zorgverzekeraars over de verdeling van de hoogte van het werkelijk betaalde eigen risico per verzekerde.
De cijfers betreffen wel 2015, maar dat zal voor andere jaren niet veel anders zijn.
19 % van de verzekerden hebben geen kosten binnen het verplicht eigen risico.
20 % hadden maximaal 100 Euro aan kosten.
8% had 100 tot 200 Euro aan kosten.
5% had 200 tot 3 00 Euro aan kosten.
3 % had 300 tot 375 Euro aan kosten.
45 % van de volwassenen maakt het verplichte eigen risico wel vol.

Dus bijna de helft van de bevolking heeft meer kosten dan het eigen risico. Het gemiddelde eigen risico bedroeg toen € 284,-

Vorig jaar ging de discussie over het schrappen van het eigen risico. Dat zou dan vervangen moeten worden door een verhoging van de premie met het gemiddelde bedrag. De helft van de bevolking zou er dan op vooruit zijn gegaan, zij betaalden meer dan het gemiddelde eigen risico, de andere helft op achteruit, omdat zij minder dan het gemiddelde betaalden. Dat zag de regering echt niet zitten!  De discussie zal in 2021 wel weer oplaaien!

Nieuwsbrief 30

Publicatiedatum: vrijdag 3 augustus 2018.

Pensioenen: Scoren met lage dekkingsgraad.

Ook met lage dekkingsgraad kun je scoren in de pensioenranglijst.
Bij ambtenarenpensioenfonds ABP dreigen door een te lage dekkingsgraad nog kortingen en het fonds kan pensioenen al jaren niet indexeren. Toch staat ABP bij de tien best scorende pensioenregelingen in de ranglijst van The Pension Rating Agency (TPRA), die deze week voor de tweede keer wordt gepubliceerd.

De hoge score van ABP illustreert volgens Michael Deinema van TPRA dat ‘dekkingsgraden niet alles zeggen’, hoe vervelend een kortingsdreiging en het uitblijven van compensatie voor inflatie ook zijn. Zeker zo belangrijk is hoe goed de pensioenregeling is. ‘De vraag is: word je liever geïndexeerd in een regeling waar je weinig opbouwt, of word je liever gekort op een hoge opbouw’, zegt Deinema. ‘Dat laatste levert toch een beter pensioen op.’

Voor het tweede jaar op rij scoort TPRA de pensioenregelingen die Nederlandse pensioenfondsen aanbieden. ‘Verschillen tussen de pensioenregelingen zijn groot en dat heeft een grote impact op de financiële toekomst van werknemers’, aldus Deinema. ‘Inzicht daarin is volgens ons noodzakelijk, daarom maken we deze rating publiek en beschikbaar voor iedereen’.

Goede indicator
Dit jaar zijn meer dan 200 fondsen met elkaar vergeleken. Een megaklus, waar tot nog toe verder niemand zich aan waagt. Pensioenregelingen zijn moeilijk te vergelijken omdat bijna iedere regeling uniek is. Dat probeert TPRA op te lossen door regelingen te beoordelen op meerdere criteria. De belangrijkste is: hoeveel pensioen wordt er eigenlijk opgebouwd? Dat wordt gemeten in een percentage van het salaris. Een fonds waar het fiscaal maximaal toegestane percentage wordt opgebouwd, scoort het hoogst en daar doet ABP het goed.

De onderzoekers hebben ook gekeken naar de premiedekkingsgraad: wordt er genoeg premie betaald voor wat het fonds belooft? ‘Wij denken dat dit ook een goede indicator is voor hoe betrokken sociale partners zijn bij de regeling. Een hoge premiedekkingsgraad suggereert dat zij bereid zijn de prijs te betalen die nodig is om hun beloftes na te komen.’ (Op dit punt doet het ambtenarenpensioenfonds het overigens minder.) Daarnaast is onder meer een goed nabestaandenpensioen is belangrijk.

Bisdommen
De best scorende fondsen in de top tien zijn zonder uitzondering regelingen van grote partijen die in staat zijn relatief veel premie in te leggen, zoals banken (Rabobank en ABN Amro), zorgverzekeraars, grote ondernemingen (Shell, Unilever, KLM Hoogovens) en de overheid (ABP). De maximaal fiscale pensioenopbouw wordt dan doorgaans wel gehaald.
Vreemde eend in de bijt zijn de pensioenregelingen van de Bisdommen van de katholieke kerk. Die staan zowel in de top tien van best scorende regelingen (het pensioen voor de pastoraal medewerkers) als in het lijstje laagst scorende (de regeling voor het huishoudelijk personeel).

Medisch specialisten
Uit de ranglijst zijn een paar bredere trends te vissen: zo scoren ondernemingspensioenfondsen (opf’en) beter dan bedrijfstakpensioenfondsen. ‘Opf’en hebben een sterke sponsor, het bijbehorende bedrijf, met meer binding met de deelnemers’, zegt Deinema.

Bij de laagst scorende regelingen valt op dat daar een aantal beroepspensioenfondsen bij zitten, zoals de medisch specialisten en de huisartsen. ‘De deelnemers van deze fondsen moeten hun premie helemaal zelf opbrengen. Daarnaast hebben zij waarschijnlijk ook andere inkomstenbronnen voor hun pensioen.’

DC-regelingen                                                                                                                                         Over het algemeen scoren zogeheten defined contribution-regelingen, beschikbare premieregelingen, lager dan andere pensioenregelingen in de TPRA-ranglijst. Maar daar kan niet de conclusie aan verbonden worden dat dit type regeling per definitie een slechter pensioen oplevert.

Het komt volgens Deinema vooral doordat er minder premie wordt ingelegd. Terwijl bij andere fondsen de premie de afgelopen jaren gestegen is om de verslechterde vooruitzichten te compenseren, blijft die in een dc-regeling constant. Als er goede rendementen worden behaald, kan het pensioen hoger uitvallen dan nu wordt verwacht.

Dit artikel van van verslaggever pensioen Martine Wolzak is overgenomen uit Het Financieele Dagblad van vrijdag 3 augustus 2018. In het hieronder toegevoegde pdf document kunt u de hoogste en de laagste scores van een aantal fondsen zien.

Hoog-Laag score

Duitse oudere blijft vaker thuis.

In Duitsland worden de zorgbehoevende ouderen zo lang mogelijk thuis verzorgd, het liefst door eigen kinderen. De kosten voor de ouderenzorg zijn veel lager (macro ongeveer 70% lager!) dan in Nederland. De druk op de mantelzorg is echter groot. Er zijn wel verpleeghuizen, maar als men daar wordt opgenomen moet men in principe de kosten zelf betalen. Al het vermogen boven de € 10.000 kan worden ingezet voor de zorg. Kinderen moeten mee betalen (naar vermogen!) als de ouder de kosten niet kan opbrengen.

Positief is in Duitsland dat de mantelzorger wordt ondersteund!  Men kan kiezen tussen en tegoedbon waarmee verpleegkundige zorg kan worden ingekocht of een zgn. mantelzorgforfait, een bedrag per maand waarin men volledig vrij is hoe dit te besteden. Dit bedrag kan oplopen tot ongeveer € 600,- per maand (niveau 2 uit 3 niveaus), is belastingvrij en wordt uitgekeerd door de zorgverzekeraars in Duitsland. Daarnaast krijgen mantelzorgers een vergoeding van € 150,- per maand voor de emotionele belasting en zij kunnen allerlei cursussen volgen over de verzorging van hulpbehoevende ouderen. Ook is het mogelijk om de ouderen een of twee weken per jaar tijdelijk in een verpleeghuis te laten opnemen om bv. van een vakantie te genieten.

Er zijn in Duitsland dus relatief veel minder verpleeghuizen dan in Nederland en als ouderen naar een verpleeghuis gaan doen zij dit op een veel hogere leeftijd dan in Nederland.
In Nederland geven wij ongeveer 3,5 % van het bruto Nederland product uit aan langdurige zorg, in Duistland is dat 1%. Dat betekent dus een veel lagere last voor de samenleving, maar een veel hogere last voor het individu en zijn/haar directe omgeving als men als oudere zorg nodig heeft.
Het is maar de vraag wat beter is!