Nieuwsbrief 4, 2017
Publicatiedatum: vrijdag 27 januari 2017.
Herberekening koopkracht 2017 (Nibud).
Het Nibud heeft met Prinsjesdag 2016 de koopkrachteffecten berekend van het kabinetsbeleid voor het jaar 2017 (NVOG Nieuwsbrief van 20 september 2016). Nu is dat met de definitieve cijfers per 1 januari 2017 opnieuw door hen gedaan. Zij hebben voor 100 voorbeeldhuishoudens (waarvan 16 met AOW) de gemiddelde koopkrachtwijziging voor 2017 berekend (Nibud koopkrachtberekenaar). De uitkomsten zijn negatiever dan verwacht op Prinsjesdag, o.a. door de hogere zorgpremie, en ook is nu de verwachte inflatie (prijsstijging) voor 2017 hoger (1% i.p.v. 0,6%). Per saldo resulteert dit in een lager maandbedrag van € 5 à € 7 voor de laagste inkomens en dit loopt op tot enkele tientallen euro’s voor hoge inkomens.
Bijvoorbeeld:
• Een alleenstaande oudere met alleen AOW gaat er € 12 per maand op vooruit (was € 17).
• Een alleenstaande oudere met AOW + € 15.000 (per jaar): per maand € 8 achteruit (was € 4 vooruit).
• Een echtpaar met alleen AOW gaat er € 13 per maand op vooruit (was € 20).
• Een echtpaar met beiden AOW en € 15.000 voor één partner: per maand € 12 achteruit (was € 6 vooruit).
• Een echtpaar met beiden AOW, € 15.000 voor de ene partner en € 5.000 voor de andere: per maand € 7 achteruit (was € 11 vooruit).
Nationaal Debat Politieke Keuzes in de Zorg.
Op zaterdag 21 januari vond in een vol theater Carré in Amsterdam het nationaal zorgdebat plaats, georganiseerd door de “Nieuwe Zorg”, “Het roer moet om” (zie hun websites) en zorgnetwerk VvAA.
Het was een heel spektakel. Eerst werd door afgevaardigden van diverse zorgonderdelen naar voren gebracht wat men vond wat moest veranderen.
Vanuit de verpleging en wijkverpleging werd het tekort aan verpleegsters, zeker ook van een lager niveau dan 4, aan de kaak gesteld. Het welzijn van de patiënten komt hierdoor in gevaar. Ook kwam naar voren de problematiek dat de verpleging en verzorging onder 3 verschillende wetten valt: De Wet Langdurige Zorg (WLZ), de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) en de Zorgverzekeringswet (ZVW) en dat de uitvoerders daarvan hierover onvoldoende met elkaar communiceerden en elkaar dikwijks in de weg zitten.
Een voorzitter van de Raad van Bestuur van een zorgverzekeraar gaf aan dat de bevolking meer moet beseffen dat de zorg niet gratis is maar duur en dat wij een prachtig systeem hebben door de solidaire bekostiging van de zorg, maar dat als wij niet ingrijpen in de beheersing van de kosten, het systeem uit de hand loopt.
Een directeur van een groot ziekenhuis gaf aan dat het marktdenken niet past in de zorginkoop. Hij vindt het te gek dat hij rekening moet houden met alle wensen van de individuele zorgverzekeraars. Er moet een regionale financiering komen voor alle zorgactiviteiten in de regio met regionale controle. Er moet geen concurrentie in een regio zijn maar samenwerking tussen alle zorgverleners.
Een huisarts vertelde dat er veel te veel bureaucratie in de zorg is. Alles moet worden vastgelegd en er is nagenoeg geen kwaliteitscontrole. Hij was ook voor samenwerking in de regio met alle zorgverleners en geen concurrentie.
Een psychiater gaf aan dat volgens hem de vraag naar psychiatrische begeleiding sterk groeit, mede gezien de ingewikkeldheid van de samenleving maar dat de budgetten sterk verlaagd zijn. Er is geen enkele controle op kwaliteit maar wel op de administratie. 25% van zijn tijd is hij daarmee bezig. Hij vraagt om populatie bekostiging, dus een budget per wijk of praktijk.
Een zeer groot probleem dat naar voren kwam is het feit dat zowel zorgverzekeraars als de inspectie voor de zorg én instituten van alles willen controleren in tijd en aantallen maar niet de kwaliteit. Dit past bij de opmerking van een groep verpleegsters in een verpleeghuis onlangs bij een bezoek van staatssecretaris van Rijn: “Wij willen vonken, niet vinken”. Helaas was er namens de patiënten/cliënten niemand die zijn of haar mening gaf!
Wel werden de uitkomsten van een bevolkingsenquête nog naar voren gebracht waaruit o.a. bleek dat 2/3 van de bevolking wel vertrouwen in de zorg heeft, dus 1/3 niet! 75% van de bevolking wil niet 20% per jaar meer betalen voor de zorg, dan moet de belastingen maar meer bijdragen (Dit betalen wij ook zelf!!) Een belangrijk punt bij allen was de bureaucratie in de zorg, dat moet sterk verminderen!
Daarna kwamen de politieke partijen aan de beurt aan de hand van stellingen. Aanwezig waren de woordvoerders Zorg in de Tweede Kamer van de CDA, CU, D66, Groen Links, 50PLUS, PvdA, SGP, SP en VVD. De PVV liet verstek gaan.
Over de stelling “De administratie en controle in de zorg zijn onaanvaardbaar hoog“ was iedereen het wel eens. Gezegd werd dat men (de politiek!) te weinig vertrouwen heeft in de medewerkers/sters in de zorg. Applaus uit de zaal, maar… “politiek doe er dan wat aan” was het antwoord!
Met de stelling:” “Concurrentie en marktwerking de zorg vervangen door samenwerking in de zorg” waren alle politieke partijen (behoudens de VVD!) het eens. Terug naar samenwerking was hierbij het motto. En van wantrouwen naar vertrouwen!
De stelling: ”Mijn politieke partij gaat door aanpassing van de wet zorgen voor 50% reductie van de administratieve lasten in de zorg” werd door iedereen onderschreven behalve door de VVD,
Naar voren werd gebracht dat het steeds maar op incidenten reageren van Tweede Kamerleden het vertrouwen in de zorg ook geen goed doet. Op de vraag van discussieleider Tom van ’t Hek of men wilde beloven hier voorzichtiger mee om te gaan, werd in het algemeen positief gereageerd.
Ten slotte de stelling:” Kwetsbare bevolkingsgroepen worden in de steek gelaten door de politiek“. Daarover kwam naar voren dat de verschillen in de WMO-uitvoering tussen gemeenten te groot is en dat er veel te veel ” lucht” in de zorg zit; die eruit moet. Zeker 30% van de bevolking is niet in staat hun zorg zelf te regisseren en te organiseren.
De heer Dijsselbloem, die namens de PvdA aanwezig was, gaf nog eens aan dat het schrappen van het eigen risico in de zorgverzekering een gat in de financiering zou scheppen van 4 miljard Euro, een bedrag toch ergens vandaan moet komen. Bijna niemand was het eens met een aanvullende stelling: “De zorg voor kwetsbare ouderen moet worden verbeterd desnoods ten koste van andere zorg”!
Het was een uitstekende bijeenkomst waar de politiek iets van kan meenemen. Veel zaken kwamen naar voren die wij als NVOG ook onderschrijven en waarvoor wij ons inzetten om dat samen met andere organisaties te veranderen. Dat neemt niet weg dat over het algemeen, mede gezien wat in andere landen gebeurt, de curatieve en langdurige zorg in Nederland van uitstekende kwaliteit is (wel erg kostbaar en veel te bureaucratisch) maar dat het altijd beter kan.
In de komende weken zullen in het kader van de verkiezingen nog regelmatig debatten hierover plaats vinden, ook in de media.
Joop Blom.
Workshop Ontwikkeling Dekkingsgraad
De Werkgroep Jaarverslagen & Indexaties biedt aan leden van NVOG-lidorganisaties – en iedereen die daarvoor belangstelling heeft – dit jaar weer een tweetal mogelijkheden aan om deel te nemen aan een workshop.
In de Workshop Ontwikkeling Dekkingsgraad wordt uitleg gegeven over het begrip dekkingsgraad en de factoren die van invloed zijn op het verloop ervan. U kunt daarbij denken aan de invloed van de premie-inkomsten, de beleggingen en de kosten, maar ook van de marktrente en de actuariële grondslagen. De gegevens daarvoor zijn te vinden in de Balans en de Staat van baten en lasten. Een door de Werkgroep ontwikkeld model berekent het effect op de dekkingsgraad en dat vormt de basis voor het trekken van conclusies.
De data waarop deze 1-daagse workshop wordt aangeboden zijn dinsdag 28 maart 2017 en dinsdag 18 april 2017 (in de zaal van het NVOG gebouw in Utrecht). Het aanvangstijdstip is 10.00 uur en de verwachting is dat we om ongeveer 15.00 uur af kunnen sluiten. In principe wordt gewerkt met een groep van maximaal 10 deelnemers. Inschrijving vindt plaats op volgorde van aanmelding.
De kosten per deelnemer bedragen € 25,00 inclusief lunch. Reiskosten zijn voor eigen rekening. Een week vóór aanvang van de cursus ontvangt de deelnemer het programma, deelnemerslijst en een routebeschrijving naar het kantoor van NVOG in Utrecht.
Hoewel niet noodzakelijk, is het een pre als deelnemers enige kennis hebben van jaarrekeningen van pensioenfondsen of een financieel-administratieve achtergrond hebben. Leden van een belangenvereniging, die lid zijn in een verantwoordingsorgaan van hun pensioenfonds, kunnen er hun voordeel mee doen.
Belangstellenden kunnen zich vóór 11 maart 2017 aanmelden (onder vermelding van naam, organisatie, mailadres, telefoonnummer en de datum van voorkeur) bij J. Poppelaars, e-mail jpoppelaars@kpnmail.nl. of telefoon 076-5414150.
Namens de Werkgroep Jaarverslagen & Indexaties NVOG/CSO, J. Poppelaars