Nieuwsbrief 15

Nieuwsbrief 15, 2017

Publicatiedatum: vrijdag 24 maart 2017.

Centraal Economisch Plan 2017: koopkrachtdaling voor de meeste gepensioneerden.

Op vrijdagmorgen 24 maart heeft het Centraal Plan Bureau het Centraal Economisch Plan (CEP) 2017 gepubliceerd met nieuwe ramingen over de economische ontwikkeling in dit jaar en de komende 4 jaar (2018 – 2021). Uit dit plan valt het volgende af te leiden over de verwachte koopkrachtontwikkeling:
Deze zal voor de meeste gepensioneerden negatief zijn, nl. gemiddeld per jaar -0,1% (mediaan). Maar vooral hogere inkomens gaan er flink meer op achteruit, ook al in 2017.

Diverse oorzaken van de negatieve uitkomst in 2017 zijn:
• In 2017 worden de aanvullende pensioenen niet of beperkt geïndexeerd.
• De toename van de zorgpremies met 91 euro heeft een negatief effect op de koopkracht van huishoudens zonder zorgtoeslag.
• De aanpassingen in box 3 hebben wisselende koopkrachteffecten. De progressievere opbouw van het fictieve rendement is gemiddeld genomen gunstig voor de koopkracht, maar de huishoudens met de hoogste vermogens gaan een hogere heffing betalen.
• De koopkracht van gepensioneerden met een inkomen tot 36.057 euro verbetert door een verhoging van de maximale ouderenkorting met 101 euro.
• in de Macro Economische Verkenning 2017 werd de inflatie (gemeten met de CPI) nog geraamd op 0,6%. Inmiddels wordt de inflatie voor 2017 geraamd op 1,6%.
• In de puntenwolken (zie figuur 3.9, pagina 55) ligt 90% van de koopkrachtontwikkeling van de huishoudens tussen de bovenste en onderste lijn. Hierin is zichtbaar dat een klein deel van de gepensioneerden een koopkrachtdaling ondervindt van (meer dan) 4%. Het betreft met name gepensioneerden met vermogen: de daling wordt deels veroorzaakt door de progressievere rendementsheffing en deels doordat het werkelijke rendement op sparen in 2017 naar verwachting lager ligt dan in 2016.

In hoeverre de uitkomsten voor 2018 – 2021 zo blijven, is natuurlijk nu nog niet te zeggen, omdat op basis van het CEP en de onderhandelingen voor een nieuw kabinet, een nieuwe begroting voor 2018 en daarna zal worden opgesteld.

Nederland – Mantelzorgland

Met ca 3.7 miljoen mantelzorgers, waarvan ca 800.000 langdurige mantelzorgverleners is, bovenstaande titel niet overdreven, de diversiteit in mantelzorgverlening maakt dat de vraag naar ondersteuning meer en meer een zoektocht wordt vooral bij ouderen en alleen wonenden.  Via de gemeente waar men woonachtig is kan men bij de vraagwijzer terecht. Daarnaast kan men bijvoorbeeld via de wijkteams de lokale consulent raadplegen.

Waar de lokale consulent een goed luisterend oor heeft, vaak gevolgd door voorlichting en advies, is er ook een organisatie van landelijk opererende zgn. mantelzorgmakelaars die niet gehinderd door gemeentegrenzen in een bredere scoop opereert. Als voorbeeld: de zorgverlener woont in gemeente A en de hulpontvanger 30 km verder in gemeente B. Het verschil in en mogelijkheden van mantelzorg-vergoeding kan daarom verschillen, een mantelzorgmakelaar kan in een dergelijk geval de taken en zaken overnemen van de mantelzorger.

Het overbelast raken van een mantelzorger komt helaas steeds meer voor. Dit en andere regeltaken, die extra onvoorziene tijd vragen, is er mede oorzaak van dat 40 % van de werkende mantelzorger zich overbelast voelt en hiervoor zijn werk (vaak onaangekondigd) bij de werkgever tijdelijk moet onderbreken.
Wat doet de mantelzorg makelaar?

Het begint met in overleg met de mantelzorger een overzicht van de taken te maken en, waar van toepassing, een inventarisatie van de verplichtingen met betrekking tot werk en eigen gezinsleven.
Bij de vraag waarom men als mantelzorger een mantelzorgmakelaar zou willen inschakelen kan  men ook denken het voor velen (en zeker niet de alleen ouderen) vaak ingewikkeld taalgebruik en moeilijk en ondoorzichtige beschrijving van procedures en protocollen. Voeg daarbij dat de zorgmakelaar goed op de hoogte is van wet- en regelgeving en de weg naar het juiste loket. Echter in alle gevallen blijft de regie in handen van de mantelzorger.

Wat daarbij voor alle betrokkenen vermeld moet worden is dat steeds meer zorgverzekeraarsdiensten van de zelfstandige mantelzorgmakelaar vergoeden. Een mantelzorgmakelaar heeft  veelal een medische gerichte HBO opleiding. De organisatie is landelijk in ca 79 locaties werkzaam. Voor meer informatie zie de website: www.bmzm.nl M info@bmzm.nl T 085-2100640

Cor Heideman,
Lid commissie Z&W&W

Ouderenorganisaties in serieus overleg met de SER

Gisteren heeft een vertegenwoordiging van de organisaties van gepensioneerden en ouderen overleg gevoerd met de voorzitter van de SER, Mariëtte Hamer, de voorzitter van de SER pensioen-commissie, professor Dr. Kees Goudswaard, vertegenwoordigers van werkgevers, werknemers en jongerenorganisaties. Voorafgaande daaraan hadden de ouderenorganisaties de door de gezamenlijke pensioencommissie opgestelde toetsingscriteria aan de SER gestuurd.

Op de belangrijkste onderdelen ervan zijn door de SER bevredigende antwoorden gekomen. Verder hebben we gesproken over de voorliggende ideeën over een nieuw pensioenstelsel, waarvan de SER hoopt, dat die binnen een paar weken zullen leiden tot een advies aan de politici die zich bezig houden met de kabinetsformatie. Het is een serieus overleg geweest, waarin de ouderenorganisaties kwijt hebben gekund, wat zij wilden inbrengen, waarbij antwoorden zijn gekomen, waardoor wij vertrouwen hebben gekregen in wat er straks als advies gaat komen.

Natuurlijk is het een resultaat van compromissen, maar wel zodanig opgezet, dat er goed mee kan worden gewerkt. Tenslotte is het belangrijk dat het hele pensioenveld zich erin kan vinden. Dat draagvlak is nodig om te voorkomen dat politici weer met de toekomst van de pensioenen aan de haal gaan. In de plannen is ook een grotere rol begrepen van de besturen van pensioenfondsen.

De besprekingen zijn vertrouwelijk geweest en betrof voorliggende concepten die (ook door wat wij hebben ingebracht) nog kunnen wijzigen. We kunnen dus op dit moment niet veel daarover zeggen. In de NRC is er gisteren al een artikel aan gewijd en ook in Ons Pensioen (van lidorganisatie BPP) staat een interview, waarin aan de orde komt waaraan zoal wordt gedacht. Het is een interview met onder meer Dick Boeijen, die ook op onze bijpraat dag een inleiding heeft gehouden. Het interview (tevens een naslagwerk van het verhaal van Dick) is te vinden op www.pfzw-belangenvereniging.nl. (klik vervolgens op BPP en Magazine “Ons Pensioen”).

Volgende week dinsdag zijn ouderen en jongeren in overleg met staatssecretaris Klijnsma en zal een document worden aangeboden waarin jongeren en ouderen hun wederzijdse belangen tot gezamenlijke belangen en uitgangspunten hebben gemaakt. In de Nieuwsbrief van volgende week daarover meer.

Jaap van der Spek.

Nieuwsbrief 14

Nieuwsbrief 14, 2017

Publicatiedatum: maandag 20 maart 2017.

NVOG stuurt brief en nota aan SER

Jongstleden zaterdag heeft NVOG samen met KNVG, KBO-PCOB, NOOM en ANBO een brief gestuurd aan de voorzitter van de SER, mevr. Mariëtte Hamer waarmee zij haar de nota “Toetsingscriteria Pensioenstelsel” aanbieden. Het doel van deze nota is om critera aan te geven waarmee de gezamenlijke ouderenorganisaties plannen voor en (nieuw) pensoenstelsel zullen toetsen. Hier leest u de brief aan de SER-voorzitter. De nota “Toetsingscriteria Pensioenstelsel” kun u hier downloaden.

Nieuwsbrief 13

Nieuwsbrief 13, 2017

Publicatiedatum: vrijdag 17 maart 2017.

Voorlopige premiestaffels pensioenleeftijd 68 jaar gepubliceerd

Volgend jaar wordt de pensioenrichtleeftijd voor aanvullende pensioenen in de tweede pijler (het pensioen dat men via de werkgever opbouwt) verhoogd van 67 naar 68 jaar. De opbouwperiode neemt met 1 jaar toe als gevolg van de verhoging van de pensioenleeftijd en dat betekent dat de premiestaffels voor premieovereenkomsten moeten worden aangepast. In de loop van 2017 zal een nieuw staffelbesluit beschikbaar komen op basis van een pensioenrichtleeftijd van 68 jaar.

Maar pensioenuitvoerders hebben veel eerder behoefte aan nieuwe staffels want anders kunnen ze die nieuwe premiepercentages straks niet op tijd in hun systemen doorgevoerd hebben. De belastingdienst heeft daarom nieuwe voorlopige (dus geen definitieve) staffels bekend gemaakt op basis van pensioenleeftijd 68 jaar. Deze zijn vastgesteld op grond van de bestaande fiscale pensioenregels. Dat wil zeggen dat de nieuwe premiepercentages zijn afgeleid van een middelloonregeling met een opbouwpercentage van 1,875% per dienstjaar. Het is echter nog niet zeker of dit ook zo blijft.

Wanneer men de nieuwe voorlopige staffelpercentages met die van uit het besluit van januari 2017 vergelijkt, dan blijkt dat de staffelpercentages over de hele linie lager zijn. Blijft het ambitieniveau ongewijzigd (75% van het gemiddelde pensioengevend loon), dan zullen de premiepercentages nog lager worden.

Bron: Pensioenweblog, Hans Swagten

Geïnteresseerden kunnen de voorlopige premiestaffels van de Belastingdienst hier bekijken.

Ondertekening samenwerking uitgesteld

In onze nieuwsbrief van 20 januari informeerden wij u over het feit dat NVOG en KNVG zullen toetreden tot de binnenring van Beter Oud en dat een samenwerkingsovereenkomst zou worden getekend.

De ondertekening van het samenwerkingsverband, die voor 24 maart a.s. stond gepland, is echter uitgesteld. De reden daarvan is dat niet alle bestuurders er op die datum bij kunnen zijn en dat een andere mogelijkheid zicht voordoet, namelijk een bijeenkomst met de ambassadeurs van BeterOud én de bestuurders van de consortiumpartijen.

De ondertekening zal naar wordt verwacht eind april/begin mei plaatsvinden. wij houden u op de hoogte.

Nieuwsbrief 12

Nieuwsbrief 12, 2017

Publicatiedatum: vrijdag 10 maart 2017.

Zorgcoöperaties in de lift

Er zijn nu al zo’n 350 zorgcöperaties werkzaam in Nederland (in april 2015 waren het er nog 130!). Deze burgerbewegingen, waarin buurt- en dorpsgenoten elkaar ondersteunen, de sociale banden versterken en zo nodig zorg voor elkaar organiseren, kunnen rekenen op veel enthousiasme.

Deze maand wordt het landelijk netwerk voor zorgcoöperaties: ‘Nederland Zorgt Voor Elkaar” (NLZVE) officieel opgericht. Dit ook om een landelijk gesprekpartner te zijn voor de politiek en voor grote institutionele partijen. Vanuit het landelijk netwerk wordt een helpdesk opgezet voor burgers die een zorgcöperatie willen opzetten ook komt er een website boordevol informatie over de lessen die bestaande zorgcoöperaties hebben geleerd.

De zorgcoöperaties zijn dus volwassen geworden, 10 jaar nadat de eerste zorgcoöperatie in Hoogeloon werd opgericht. Zelfs in Amsterdam zijn al 20 zorgcoöperaties, daar stadsdorpen genoemd. Er zijn zelfs ruim 20 coöperaties die ook zorg leveren die de maatschappelijke ondersteuning ontstijgt! Maar dat gaat soms wel al te ver.

De zorgcoöperaties werken vooral voor ouderen, waarbij jonge ouderen meestal het initiatief hebben genomen om de informele zorg in hun buurt of dorp te organiseren.
De regering activeert deze vorm van maatschappelijke participatie maar ondersteunt dat zelf niet. Soms zijn gemeenten bereid om enige ondersteuning te geven omdat deze coöperaties maatschappelijk een grote toegevoegde waarde hebben.

Als u in uw dorp of wijk het initiatief wil nemen om een dergelijke coöperatie op tet zetten kijk dan eens op internet. Er is veel over te vinden. En het meewerken in zo’n coöperatie geeft veel voldoening.

Nieuwsbrief 11

Nieuwsbrief 11, 2017

Publicatiedatum: maandag 6 maart 2017.

NVOG vraagt staatssecretaris Klijnsma om heroverweging standpunt inzake rekenrente

Naar aanleiding van Kamervragen heeft het ministerie van SZW aan het CPB gevraagd om de effecten van invoering van een bodem in de rekenrente te bepalen. Op 30 januari j.l. kwam het CPB met het rapport “Effecten van bodem in rekenrente voor pensioenfondsen”. In haar reactie op dit rapport (kamerbrief van 30.01.2017) kwam staatssecretaris mevrouw Klijnsma tot de slotsom dat zij het onverstandig vindt om de rekenrente te verhogen en daarmee te speculeren.

De pensioen- en ouderenorganisaties zijn het met de conclusie van de bewindsvrouw echter in het geheel niet eens en hebben in een uitvoerige brief, die vandaag aan mevr. Klijnsma is gestuurd, hun teleurstelling uitgesproken over de manier waarop zij op de inhoud van CPB-notitie heeft gereageerd. In de brief waarin de ouderenorganisaties uitleggen waarom zij de bevinding van de staatsecretaris niet delen en waarin een aantal zijn conclusies vastgelegd, vragen zij de staatssecretaris haar standpunt in heroverweging te nemen. U kunt de brief aan de staatssecretaris, die is ondertekend door NVOG, KNVG, KBO-PCOB en NOOM hier lezen.

Een kopie van brief is gestuurd aan de Tweede en Eerste Kamer, de minister van Financiën, DNB, het CPB, de SER en het Koninklijk Actuarieel Genootschap.

Nieuwsbrief 10

Nieuwsbrief 10, 2017

Publicatiedatum: vrijdag 3 maart 2017.

Organisatie curatieve zorg richting 2030 in de steigers

Vorig jaar hebben wij al  in de Nieuwbrief geschreven dat de aan de regering aangeboden voorstellen om de zorg richting 2030 te reorganiseren om deze betaalbaar, toegankelijk en van goede kwaliteit te houden, zouden worden uitgeprobeerd in proeftuinen. Eén van deze proeftuinen is de gemeente Uden en het ziekenhuis Bernhoven aldaar.

Tot op heden rekenen zorgverzekeraars ziekenhuizen via de marktwerking af op de gemaakte ‘productie’. Dat werkt kostenverhogend. Ook is het nu zo geregeld dat zorgverzekeraars medisch specialisten als ‘kleine zelfstandigen’ betalen op basis van het aantal polibezoeken en ingrepen. Dit is dus niet gericht op efficiënt werken, maar op zoveel mogelijk inkomen ontvangen!

Patiënten uit het ziekenhuis houden
Het ziekenhuis Bernhoven heeft nu als leidraad zoveel mogelijk patiënten uit het ziekenhuis te houden. Daarvoor zijn er intensieve contacten met de gezamenlijke huisartsen in Uden en houden specialisten regelmatig ook hun spreekuur in de huisartsenpraktijk. Daarnaast zijn alle medisch specialisten in dit ziekenhuis, die daarvoor vrijgevestigde kleine zelfstandigen waren, in loondienst van het ziekenhuis getreden. De prikkel om zoveel mogelijk patiënten te zien en omzet te maken is daarmee verdwenen, die om uitstekende kwaliteit te leveren uiteraard niet.
Veel zorg en controles die nu in ziekenhuizen plaatsvinden kunnen ook prima door de huisartsen worden gedaan. Dat is veel goedkoper en voor de patiënten veel gemakkelijker.  “Wij willen de overbodige zorg eruit halen, nietsdoen was geen optie, dan hadden wij op termijn de deuren moeten sluiten”, stelt de directeur Peter Bennemeer van het ziekenhuis Bernhoven (Het ziekenhuis zat financieel aan de grond!).

Taakverdelingen binnen de huisartsenpraktijk
Natuurlijk is het ook belangrijk dat er specialisaties komen binnen de huisartsenpraktijk. De in een samenwerkingsverband werkende huisartsen gaan zich ook specialiseren, waardoor het overnemen van het werk van medisch specialisten ook beter kan gebeuren. Daar is men in Uden ook volop mee bezig. De patiënten zijn dan niet meer afhankelijk van de eigen huisarts alleen, maar die kan collega’s om raad vragen bij bijzondere ziektegevallen .
En wat vinden de patiënten ervan? Die zijn zeer positief over deze veranderingen. Ook het beleid dat ouderen langer thuis moeten blijven wonen zal door deze veranderingen veel beter kunnen worden uitgevoerd. En het eigen risico wordt ook steeds minder aangesproken, omdat de huisartsenzorg niet onder het eigen risico valt!

Zorgverzekeraars ondersteunen veranderingen
De behandelingen in deze proeftuin gaan beter en sneller. De zorg moet uiteraard wel anders worden georganiseerd. Daarom hebben de 119 huisartsen met 65 partijken in de regio Oss-Uden-Veghel een eigen zorggroep ‘Synchroon’ opgericht om de kwaliteit van de zorg te waarborgen en te verbeteren.
En wat doen de zorgverzekeraars? Die ondersteunen deze veranderingen volop. De meeste inwoners van de deze regio zijn verzekerd bij VGZ of CZ. Die hebben de handen ineengeslagen en de regio de mogelijkheid gegeven om het budget dat men als regio jaarlijks kreeg op een andere wijze te verdelen. Dit is dus het begin van een zgn. regiobudget.
Dat is door de bestuursleden Ab Klink van VGZ en Wim van de Meeren van CZ persoonlijk begeleid. Er was wantrouwen van twee kanten toen het door het ziekenhuis Bernhoven ter sprake werd gebracht. Het loslaten van de productieprikkel was ook voor de andere zorgverzekeraars die in de regio patiënten hebben een groot probleem, maar zij zijn met de proef bijzonder tevreden.

Ik sprak laatst een lid van de Raad van Bestuur van een ander groot ziekenhuis. Die vertelde dat zij de directie van Bernhoven hadden gevraagd om dit project toe te lichten!

Als NVOG hebben wij in ons advies aan de politieke partijen gezegd dat wij voor regionale financiering van de zorg zijn. Dat is beter voor de uitvoering en het kostenniveau van de zorg. Dit voorbeeld doet ons dan ook deugd en wij hopen dat het navolging zal krijgen.

Joop Blom, voorzitter commissie ZWW van NVOG/KNVG

Lichte stijging dekkingsgraden pensioenfondsen

De financiële situatie van de Nederlandse pensioenfondsen is in de afgelopen maand iets verbeterd. De huidige dekkingsgraad van het gemiddelde fonds steeg met maximaal 1%-punt naar 104%.

De zorgverzekeringen en het Eigen Risico.

Van de NVOG commissie Zorg, Welzijn en Wonen kwam deze week een aritkel binnen naar aanleiding van een publicate van Vektis, het rekencentrum van de zorgverzekeraars. Aan de hand van dat overzicht is de NVOG samen met andere ouderenorganisaties gaan kijken wat de effecten zouden kunnen zijn als de regering zou overgaan tot het afschaffen of het verlagen van het eigen risico. Het voorlopige advies van de ouderenorganisaties is om tot een inkomenafhankelijk eigen risico komen. U kunt het artikel hier downloaden.

DNB nieuwsbrief Pensioenen

De Nieuwsbrief Pensioenen februari van De Nederlandsche Bank is verschenen. U kunt de nieuwsbrief hier lezen.