NVOG week 46

 

 

Nieuwsbrief 46, 2017.

Publicatiedatum: vrijdag 27 oktober 2017.

LHV publiceert visie huisartsenzorg voor ouderen.

Vorige maand is door het Nederlands Huisartsen Genootschap en de Landelijke Huisartsen Vereniging een uitvoerig document gepubliceerd waarin een visie wordt gegeven hoe de huisartsen nu en in de toekomst de zorg voor ouderen gestalte moeten geven. De ondertitel luidt: Samen werken aan persoon gericht zorg.

Het geeft aan dat huisartsen een proactieve, persoonsgerichter en samenhangende zorg gericht op ondersteuning van een goede kwaliteit van leven van de oudere in Nederland nastreven. Dit is mede gebaseerd op reeds eerder verschenen toekomstvisie huisartsenzorg 2022.
Dit uiteraard in samenwerking met de praktijkassistente en praktijkondersteuners en samen met andere professionals en organisaties buiten de huisarts voorzieningen.
De visie biedt de huisarts aanknopingspunten om goede zorg te bieden aan de steeds ouder wordende bevolking in een dynamische, snel veranderende maatschappij. De visie bestaat uit drie delen: Passende zorg, werkbare zorg en toekomstige zorg. Zij gaan niet uit van een leeftijdsgrens omdat er grote verschillen bestaan tussen de inwoners op welke leeftijd men tot de meer kwetsbare ouderen gaat behoren.

De visie zal in de komende jaren door de verenigingen worden geïmplementeerd in de werkzaamheden van de huisartsen. Als men van deze visie kennis wil nemen dan kunt u deze hier downloaden.

Manifest Red ons Pensioenstelsel

Van verschillende lidorganisaties hebben wij de vraag gekregen wat zij aan moeten met het door Rob de Brouwer (adviseur van de partij 50Plus) opgestelde manifest dat aangeboden zal worden aan de politieke partijen en andere spelers in het pensioenveld. Waarschijnlijk met de nodige publiciteit.

Het bestuur NVOG heeft zich over deze vraag geboden en zijn tot de conclusie gekomen het manifest, waarin wel een paar dingen staan waar we het mee eens zijn,  niet te ondertekenen.

De belangrijkste argumenten voor ons bestuurlijke standpunt, gebaseerd op wat in algemene ledenvergaderingen, bijpraatmiddagen en in het voorzittersoverleg is besproken, zijn:

* Het manifest is niet in lijn met onze uitingen het afgelopen jaar in brieven, publicaties en gesprekken met spelers in het pensioenveld, zie bijvoorbeeld onze bijdragen over de macro stabiele rentevoet als oplossing voor de vastgelopen discussie over de risicovrije rente als belangrijkste parameter voor de dekkingsgraad.

* Het manifest past niet op de door NVOG geformuleerde uitgangspunten waaraan pensioenplannen getoetst (zullen) wordenÂ

* NVOG heeft door haar opstelling als constructieve meedenker meer positie kunnen verwerven bij de SER, de overheid en andere relevante partijen. We worden nu serieus betrokken bij de discussies en zullen ook de komende tijd erbij betrokken zijn. Een volgende bespreking bij de SER is al door Prof. Kees Goudswaard, de voorzitter van de pensioencommissie van de SER, aangekondigd. Tot enige tijd geleden ging dat nog heel anders omdat de idee bestond dat organisaties van gepensioneerden overal tegen waren en niet mee wilden denken over veranderingen in de samenleving. De inmiddels verworven positie als gesprekspartner willen we niet door een manifest in de waagschaal zetten. Dat onze positie nog sterker moet worden is wel een belangrijk actiepunt.

* En van onze belangrijkste punten in de discussie is dat wij vinden dat pensioenfondsen zelf uiteindelijk een keuze moeten hebben in de pensioenregeling. Een vernieuwd (lees aangepast) stelsel kan door pensioenfondsen worden omarmd als er voldoende waarborgen zijn voor solidariteit, collectiviteit etc., maar het hoeft niet. Een pensioenfonds moet ook kunnen kiezen voor het huidige stelsel. We mikken erop, dat die keuze op een eerlijke manier mogelijk moet zijn en dat is ook de reden dat we de discussie over de macro stabiele rentevoet heropend hebben. In deze keuze voor een vernieuwd stelsel hebben we nog wel een aantal wensen over een vernieuwd stelsel en daarom hebben we de verworven plek aan tafel bij de SER (zoals gezegd, helaas nog geen officiële plek) hard nodig.

* De trein naar de toekomst is onderweg en loopt op de benzine van de politiek maatschappelijke veranderingen in de samenleving, die om aanpassingen vragen wil het vastgelopen systeem weer vlot getrokken kunnen  worden.  Met zân allen op het rempedaal gaan zitten, lost niets op. Serieus meepraten maakt het mogelijk om te voorkomen wat we in een nieuw systeem in ieder geval niet willen. Zie daarvoor ook onze uitgangspunten.

Jaap van der Spek,
Voorzitter NVOG

Nieuwe top van ministerie VWS aan het werk.

Donderdagavond hebben wij via de tv kunnen kennismaken met de nieuw top van het ministerie van VWS.

Hugo de Jonge, voormalig wethouder van Rotterdam is de leidende minister van VWS. Hij is verantwoordelijk voor ondermeer ouderenzorg, langdurige zorg (Wlz), jeugdzorg, wijkverpleging, persoonsgebonden budgetten en kwaliteitsbeleid. Het is ook de eerste vice premier.

Bruno Bruins, voorheen directeur UWV, gaat met de titel minister zich bezighouden met de curatieve zorg, de zorgverzekeringswet, het beheer van het verzekerd pakket, het geneesmiddelenbeleid en het arbeidsmarktbeleid in de zorg.

Tenslotte gaat Paul Blokhuis, hier voor wethouder van Apeldoorn, als staatssecretaris aan de slag met de Geestelijke Gezondheidszorg, maatschappelijke opvang, beschermd wonen en preventie.

Vanuit de ouderen- en gepensioneerdenorganisaties zullen wij hen uiteraard volgen in hun werkzaamheden en uiteraard ook onze mening over zaken die de ouderen betreffen, laten weten.
Zie hiervoor ook ons commentaar op de zorgparagraaf van de plannen de vier coalitiepartners die twee weken geleden in de nieuwsbrief zijn gepubliceerd.

SER Themabrief Pensioenen en AOW.

Deze week kwam weer een Themabrief Pensioenen en AOW uit van de SER met een breed scala aan nieuws en mededelingen. U kunt de SER Themabrief hier lezen.

 

Nieuwsbrief 45

 

 

Nieuwsbrief 45, 2017.

Publicatiedatum: vrijdag 20 oktober 2017.

Actie Seniorvriendelijk Gemeentebeleid.

Vorige maand is door NVOG en KNVG bovengenoemde aktie gevoerd om in het kader van de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2018 lokale politieke partijen te wijzen op het ouderenbeleid in hun gemeente. Onlangs is in het Algemeen Dagblad en een aantal regionale bladen hierover een artikel verschenen, dat u hier kunt lezen.

Fraude in de zorg.

Onlangs woonde ik een door BNR en VVAA georganiseerd debat (dat ook via de radio werd uitgezonden) bij over fraude in de zorg.

De directeur van Per Saldo, de administrateur voor PGB is waar men zich vrijwillig bij kan aansluiten, vertelde dat bij hen slechts in 0,02% van de declaratie opzettelijke fraude is geconstateerd, dus minimaal. De opzettelijke fraude met PGBs komt vooral voor bij malafide intermediairs die hun eigen administratie bijhouden. Door hen wordt aan cliënten dikwijls een PGB opgedrongen terwijl zij de administratie voeren en zorgen voor de ondersteuning, die dan dikwijls minder is dan door hen wordt gedeclareerd bij de PGB-uitvoerder. De controle van de overheid hierop stelt niets voor. De Inspectie van de gezondheidszorg, die dit eigenlijk zou moeten controleren, zegt dat zij geen voldoende medewerkers heeft om deze controle uit te voeren, vandaar dat er regelmatig fraudes worden ontdekt en dat dan in de pers komt. Maar er wordt bijna niets aan gedaan om dit te voorkomen! Er werd gesuggereerd dat de gemeente die controle eigenlijk op zich moet nemen en mensen die een PGB willen zou moeten begeleiden, maar die heeft daar geen budget voor! Er zou ook een zwarte lijst moeten komen van malafide PGB-uitvoerders, maar dat is wegens privacy verboden. Zo blijft het een probleem!

Ook werd gesproken over tandartsen. Er zijn 400 verschillende codes voor tandarts-behandelingen maar of de tandarts de juiste codes gebruikt voor de behandelingen, daarop is geen controle. Volgens de zorgverzekeraars wordt slechts in 0,01% van de tandartsdeclaraties een terugvordering ingesteld, dat is weinig!  In de afspraak met de tandartsen is gesteld dat men “ethisch “zal declareren, dus moet men maar op hun vertrouwen!

Voor behandelingen in ziekenhuizen zijn er op dit moment meer dan 4000 verschillende declaratiecodes (DBCs). Dat kan uiteraard leiden tot gebruik van een verkeerde code, maar dat zal men, gezien de complexiteit van het werken in een ziekenhuis, meestal niet doelbewust doen. En zorgverzekeraars, die in de persoon van de voorzitter van het bestuur van de CZ-groep aanwezig waren, zeggen ook dat men vanwege de privacyregels nagenoeg niet kan controleren of het ziekenhuis zich in de code en ligdagen heeft “verschreven”.

Verder kwam naar voren dat in de wet nog steeds geregeld is dat zorgverzekeraars 75% van de kosten van niet gecontracteerde zorg zonder verder controle op de rechtsgeldigheid moet vergoeden. Een voorbeeld dat gegeven werd was dat men erachter kwam dat een aantal €œverslaafden regelmatig naar een verslaafdenkliniek gingen in het buitenland en er werkelijk sprake was van dure vakantiereisjes waarvan de zorgverzekeraar 75% moest vergoeden, want zij mogen dit niet controleren vanwege privacy.

Er valt nog veel op zorgkosten te besparen als zorgverzekeraars beter mogen controleren!

Joop Blom,
voorzitter comm Zorg, Welzijn, Wonen en Mobiliteit.

 

Nieuwsbrief 44

 

 

Nieuwsbrief 44, 2017.

Publicatiefdatum: vrijdag 13 oktober 2017.

Geachte lezer, deze week een uitgebreide nieuwsbrief met daarin een gezamenlijk persbericht inzake het te vernieuwen pensioenstelsel, een bericht over het Seniorvriendelijk Ziekenhuis en een tweetal reacties op een aantal onderwerpen betrekking hebbende op het deze week bekend gemaakte regeerakkoord.

PERSBERICHT: Gepensioneerden willen meepraten over vernieuwd pensioenstelsel.

De beide koepels van gepensioneerden NVOG en KNVG dringen er bij de regeringspartijen en het nieuwe kabinet gezamenlijk op aan de vertegenwoordigers van de gepensioneerden en de jongerenorganisaties nauw te betrekken bij de overgang naar een vernieuwd pensioenstelsel.
Met het afsluiten van brede maatschappelijke akkoorden op het gebied van pensioen, eventueel ook zorg en wonen, kan het kabinet, dat gebaseerd is op de kleinste mogelijke meerderheid in de Tweede Kamer, zijn draagvlak in de samenleving vergroten. Het uitsluiten van de vertegenwoordigers van de direct betrokkenen bij de mega-pensioenoperatie zal zeker niet leiden tot het gewenste draagvlak. Lees hieronder het persbericht

Persbericht 10.10.2017

Regeerakkoord: Koopkacht gepensioneerden blijft achter bij die van werkenden.

Hoewel er nog veel onduidelijkheden zijn, blijkt uit de eerste cijfers dat de koopkracht van werkenden er meer op vooruit gaat dan van gepensioneerden. Gemiddeld neemt de koopkracht van werkenden met een modaal inkomen toe met 1,4% per jaar terwijl de koopkracht van gepensioneerden naar verwachting slechts 0,7% per jaar zal toenemen. Dit zijn natuurlijk algemene cijfers, voor individuele personen of gezinnen kunnen de cijfers anders uitvallen afhankelijk van hun persoonlijke situatie. Eén van de sombere vooruitzichten voor veel gepensioneerden zal de dekkingsgraad van hun pensioenfonds zijn. Als deze in 2020 te laag is zullen de pensioenen gekort moeten worden.

Wat naar verwachting veel gepensioneerden in de portemonnee zal treffen, zijn de aanpassingen in de hypotheekrenteaftrek en het eigenwoningforfait. Om met het laatste te beginnen: Als je op dit moment de hypotheek op je huis volledig hebt afgelost, hoef je bij je inkomen geen eigenwoningforfait op te tellen. Stel dat je een woning hebt met een WOZ-waarde van € 300.000 ga je in 2050 € 664 per jaar meer belasting betalen bij een belastingtarief van 36,9%. Deze wijziging wordt weliswaar geleidelijk ingevoerd maar toch. Mensen worden gestraft voor het aflossen van de hypotheek op hun woning.

De aftrek van de hypotheekrenteaftrek wordt volgens de plannen van de nieuwe regering versneld afgebouwd waardoor de maximale aftrekbaarheid van de hypotheekrente terugloopt tot 37%.

Positief is natuurlijk de verhoging van de ouderenkorting voor lage inkomens en het geleidelijk in plaats van in één klap afbouwen van de ouderenkorting voor inkomens in de range van € 36.000 naar € 46.000.

Waar iedereen mee te maken zal krijgen is de verhoging van het lage btw-tarief van 6 % naar 9 %. Dat geldt niet alleen voor de dagelijkse boodschappen maar ook voor de kapper, leidingwater, kranten en de fietsenmaker. Naar verwachting gaat het om circa € 160 dat een gezin per jaar extra kwijt is aan boodschappen.

Waar in het regeerakkoord niets over staat maar wat wel onze aandacht blijft houden is de verzilveringsproblematiek van de hoge ouderenkorting, zowel bij echtparen als alleenstaanden met alleen AOW en eventueel een klein pensioen, en in nog sterkere mate bij aio-ontvangers.

Wij blijven de ontwikkelingen rond koopkracht, zorg en pensioenen voor ouderen en gepensioneerden de komende weken op de voet volgen en zullen u van de voortgang op de hoogte houden.

Keurmerk Seniorvriendelijk Ziekenhuis.

Woensdag 11 oktober 2017 hebben 63 ziekenhuislocaties het keurmerk Seniorvriendelijk Ziekenhuis ontvangen.

Het keurmerk
Het keurmerk Seniorvriendelijk Ziekenhuis is in 2013, samen met de ouderenorganisaties PCOB en KBO,en de pensioenorganisaties NVOG en NOOM ontwikkeld. Iedere twee jaar wordt op basis van 14 verschillende kwaliteitscriteria beoordeeld of een ziekenhuis in aanmerking komt voor het keurmerk. De huidige “trekker” van het initiatief, de seniorenorganisatie KBO-PCOB werkt daarbij nauw samen met onderzoeksbureau MediQuest. Het keurmerk 2017en 2018 is mogelijk gemaakt door financiering van zorgverzekeraar Zilveren Kruis.

Noodzaak
Uit diverse onderzoeken blijkt dat een aanzienlijk deel van de (kwetsbare) senioren er ten gevolge van een ziekenhuisopname op achteruit gaat. Dat heeft niets te maken met de reden van opname. Senioren lopen een hoger risico op complicaties rond de ziekenhuisopname en het ontslag. Denk daarbij aan vallen, acute verwardheid (delier) en medicatiefouten.

Van ziekenhuizen mag worden verwacht dat zij inspelen op de problemen die hun grootste groep patiënten (ongeveer 65%) ondervinden. Dat gaat niet vanzelf. Het keurmerk wil als aanjager fungeren en ziekenhuizen prikkelen om extra maatregelen te treffen.

Kwaliteitscriteria
Er is een veertiental kwaliteitscriteria opgesteld waar ziekenhuizen aan moeten voldoen. Iedere twee jaar worden die criteria aangescherpt. Absolute voorwaarden zijn de aanwezigheid en de inzet van een geriatrisch team alsook een goede overdracht na ontslag uit het ziekenhuis. Voordat een patient naar huis vertrekt, moeten er goede afspraken zijn gemaakt over hoe de verzorging thuis wordt voortgezet. Ondermeer met de wijkverpleging. Dit jaar is daar ondermeer bijgekomen dat de oudere patient (en/of zijn mantelzorger)goed wordt betrokken bij het behandelbeleid en is er extra aandacht voor ouderen op spoedeisende hulp (SEH). Bijvoorbeeld door bij binnenkomst van 70-plussers op de SEH een risicoscreening op kwetsbaarheid en functieverlies uit te voeren.

Resultaten 2017
Zo’n 93% van de Nederlandse ziekenhuislocaties heeft meegewerkt aan het onderzoek. In totaal 63 ziekenhuislocaties heeft het keurmerk verdiend. Dat zijn er 3 meer dan in 2015, ondanks de verzwaarde kwaliteitscriteria.

Bent u benieuwd of er in uw omgeving ziekenhuizen zijn die standaard extra aandacht schenken aan de behandeling van (kwetsbare) senioren en daarmee het keurmerk Seniorvriendelijk Ziekenhuis hebben verdiend? Gebruik de keuzewijzer op www.seniorvriendelijkziekenhuis.nl of klik op het logo bovenaan dit artikel voor een rechtstreekse link naar de keuzewijzer.

De coalitie-afspraken met betrekking tot de zorg.

ZORG

Op 2 maart 2016 hebben wij vanuit een aantal ouderenorganisaties een aantal voorstellen gedaan aan alle politieke partijen voor de verkiezingsprogramma’s voor de Tweede Kamerverkiezingen 2017.
Wij moeten constateren dat de coalitiepartijen daar niet zoveel mee hebben gedaan.
Wij hebben gevraagd om de marktwerking in de curatieve zorg uit te bannen en de zorg te regionaliseren conform het advies “Op weg naar de zorg in 2030” en het instellen van regionale budgetten. Nu zien wij dat daar niets mee wordt gedaan. Het systeem blijft gehandhaafd, echter men moet het met bijna 1‚¬ 2 miljard (5 %) minder doen! (ook de vereniging van ziekenhuizen heeft hierop al woedend gereageerd!). In het systeem van de zorgverzekeringen en verdere financiering van de zorg wordt geen verandering gebracht, alleen wordt het eigen risico bevroren op € 385,- Dit zal ongetwijfeld  tot extra premieverhogingen leiden. Een cadeautje uit eigen beurs!

Waar het naar de mening van NVOG fundamenteel aan ontbreekt, is een visie op de zorg op langere termijn. In de huidige voorstellen worden links en rechts enkele maatregelen genoemd maar waar de nieuwe regering op langere termijn naar toe wil is absoluut onduidelijk. Terwijl de technologische veranderingen doorgaan, de steeds sterkere vergrijzing de vraag naar zorg snel toeneemt en de inzichten op het gebied van gezondheid veranderen, blijft de nieuwe regering
“op de handen zitten. Wij hadden graag gezien dat in de regeringsverklaring de formerende partijen hun steun hadden uitgesproken aan het advies Op weg naar de zorg in 2030.

Positief is dat nieuwe regering actief gaat werken om meer zorg vanuit het ziekenhuis te verplaatsen naar het eigen huis en om de ziekenhuisopname zo kort mogelijk te houden. Bij deze benadering, die ook in het advies “Zorg op weg in 2030wordt voorgesteld, hoort een andere honorering van medisch specialisten en huisartsen, het “loslaten” van het beoordelen van ziekenhuizen op basis van omzet en een uitbreiding van de wijkverpleging. Daarover wordt in het geheel niet gesproken!

Voor de ontwikkeling van digitaal ondersteunende zorg (E-Health) wordt  10 miljoen per jaar uitgetrokken ofwel ¼ promille van de zorgkosten, een schijntje gezien de grote mogelijkheden en besparingen die het gebruik van E-Health kan op leveren in de zorg.

Voor preventie, een van de belangrijkste mogelijkheden om de kosten van de zorg in de hand te houden, wordt slechts € 40 miljoen per jaar uitgetrokken! Dat zal veel te weinig zijn voor een goed preventieprogramma.

Wij hebben overal kunnen lezen dat de zorg in verpleeghuizen door een foutje van de regering in de opdrachtverlening aan het Zorg Instituut Nederland voor het opstellen van het kwaliteitskader verpleeghuiszorg een budgetverhoging krijg van ongeveer 25 % (2,1 miljard!). Dat is uiteraard uitstekend voor de ouderen die in verpleeghuizen worden verpleegd en dat gunnen wij natuurlijk aan degenen die dit overkomt. Maar ook is duidelijk dat het extra personeel dat met dit geld zou kunnen worden aangetrokken er niet is en er zijn er ook te weinig in opleiding!

Ook hier blijkt een gebrek aan visie. Hoe verheugd wij ook zijn dat er extra geld gaat naar de verpleeghuizen, van de 80-plussers betreft het slechts nog geen 20 % die daar worden verpleegd! De 80 % die thuiszorg en wellicht ook thuisverpleging behoeven, komen er in de nieuwe plannen maar bekaaid vanaf. De budgetten voor de WMO, de thuiszorg en de thuisverpleging worden niet verhoogd!
Zorg Instituut Nederland is in opdracht van de regering momenteel bezig met het opstellen van een Kwaliteitskader Verpleging Thuis. Laten wij erop vertrouwen dat ook dit kwaliteitskader zal leiden tot een forse budgetverhoging voor de wijkzusters (of dat het bedrag dat de verpleeghuizen extra krijgen en niet kunnen gebruiken naar de wijkzusters gaat!). Wel zegt met in de coalitieverklaring dat men actief gaat werken om jongeren te bewegen om dit mooie vak te gaan uitoefenen.
Â
Het hoofdstuk “zorg” begint met de zinnen: Wij worden allemaal ouder en dat doen wij het liefst in onze eigen omgeving. Mensen moeten kunnen vertrouwen op goede zorg thuis en steun voor hun mantelzorgers  De voorstellen die er thans liggen komen niet overeen met deze mooie woorden. Het evenwicht tussen zorg en thuiszorg en-verpleging en verpleeghuizen is weg.
Het feit dat de partijleider van de Christen Unie voor elkaar heeft gekregen dat voor zijn begin 2017 geannonceerde plan Waardig ouder worden(dat NVOG niet heeft ondersteund, mede omdat er al diverse andere plannen liggen), € 180 miljoen wordt vrijgemaakt, stelt ons voor vraagtekens.

Deze opsomming maakt ons als ouderorganisaties niet blij.  Er wordt wat geschoven met geld en goede ideeën naar voren gebracht, maar van een echte hoognodige reorganisatie van de zorg is geen sprake. Jammer, want dat is nodig om de zorg in de toerkomst betaalbaar, toegankelijk en kwalitatief goed te houden. Wij hopen niet dat t.z.t.DE WAL HET SCHIP DOET KEREN in de zorg voor ouderen.
WONEN

In het hoofdstuk wonen komt naar voren dat de gemeenten door de nieuwe omgevingswet meer verantwoordelijkheden, meer instrumenten een meer vrijheidsgraden hebben gekregen in het ruimtelijk beleid en het woonbeleid. Zij zullen, wellicht ook in een regionale samenwerking moeten sturen op omvang, samenstelling en kwaliteit van de woningbouwproductie.

  1. Dat het aanbod van nieuwe woningen traag reageert op de aantrekkende vraag is deel inherent aan het bouwproces maar deels ook het gevolg van onnodig belemmerende overheidsbeleid. De landelijke overheid trekt zich dus terug en laat alles aan de gemeenten over!
    Wel zegt men dat het woningaanbod moet meebewegen met de veranderende eisen en wensen, o.a. van ouderen.  Door vergroting van het aanbod van betaalbare woningen in de vrije sector hoopt men dat de doorstromen op gang kan komen en er sociale huurwoningen vrijkomen voor degene die daarop zijn aangevezen.

Dat veel ouderen wel willen verhuizen naar een seniorvriendelijke woning en er zeer weinig aanbod is, komt in het hele verhaal niet voor! Ook dat is een gebrek aan visie. In de gemeenten zullen de ouderen ook zelf meer actief mee moeten discussiren  over de woningbouw in hun gemeente. Dat is echter wel een zaak van lange adem.
Dat hebben wij in onze actie “Seniorvriendelijk gemeentebeleid” ook geadviseerd.

 

Nieuwsbrief 43

 

Nieuwsbrief 43, 2017

Publicatiedatum: dinsdag 10 oktober 2017.

PERSBERICHT: Gepensioneerden willen meepraten over vernieuwd pensioenstelsel.

De beide koepels van gepensioneerden NVOG en KNVG dringen er bij de regeringspartijen en het nieuwe kabinet gezamenlijk op aan de vertegenwoordigers van de gepensioneerden en de jongerenorganisaties nauw te betrekken bij de overgang naar een vernieuwd pensioenstelsel.
Met het afsluiten van brede maatschappelijke akkoorden op het gebied van pensioen, eventueel ook zorg en wonen, kan het kabinet, dat gebaseerd is op de kleinste mogelijke meerderheid in de Tweede Kamer, zijn draagvlak in de samenleving vergroten. Het uitsluiten van de vertegenwoordigers van de direct betrokkenen bij de mega-pensioenoperatie zal zeker niet leiden tot het gewenste draagvlak.

Hier onder  leest u het persbericht.

PERSBERICHT

10 oktober 2017

Gepensioneerden willen meepraten  over vernieuwd pensioenstelsel

De beide koepels van gepensioneerden, KNVG en NVOG, dringen er bij de regeringspartijen en het nieuwe kabinet gezamenlijk op aan de vertegenwoordigers van de gepensioneerden en de jongerenorganisaties nauw te betrekken bij de overgang naar een vernieuwd pensioenstelsel.  Met het afsluiten van brede maatschappelijke akkoorden op het gebied van pensioen, eventueel ook zorg en wonen, kan het kabinet, dat gebaseerd is op de kleinste mogelijke meerderheid in de Tweede Kamer, zijn draagvlak in de samenleving vergroten. Het uitsluiten van de vertegenwoordigers van de direct betrokkenen bij de mega-pensioenoperatie zal zeker niet leiden tot het gewenste draagvlak.

Het kabinet wil samen met de sociale partners de stap zetten naar een vernieuwd pensioenstelsel, dat een persoonlijk pensioenvermogen combineert met behoud van collectieve risicodeling.  De Nederlandse overheid stelt daarbij de kaders vast en zal ook financieel bijdragen aan het opvangen van de lasten van de afschaffing van de doorsneesystematiek en de overstap op een nieuwe manier van pensioenopbouw.

Zowel de vormgeving van het nieuwe contract als de transitie vraagt om verdere uitwerking. Het nieuwe kabinet zal dit in nauwe samenspraak met sociale partners oppakken. ‘Een dergelijk proces draagt bij aan vertrouwen en een breed maatschappelijk draagvlak’, zo stelt het regeerakkoord. De beide koepels van gepensioneerden wijzen erop, dat daarmee 3 miljoen gepensioneerden buitenspel staan.

Het regeerakkoord haalt veel overhoop, stellen de organisaties vast. Een reeks voorgenomen maatregelen grijpt direct in op de inkomens en vermogenspositie van ouderen. De financiële positie van ouderen wordt niet alleen direct beïnvloed door aanpassing van het pensioenstelsel, maar ook door fiscale maatregelen en maatregelen op het gebied van wonen en zorg. KNVG en NVOG zullen het kabinetsbeleid met name ook op de samenhang van die maatregelen beoordelen.

Noot voor de pers:
Voor nadere informatie over dit bericht kunt u contact opnemen met
Jaap van der Spek, voorzitter NVOG, telefoon 06 22445140, jaapvdspek@planet.nl
Joep Schouten, voorzitter KNVG, telefoon 06 51837180, jjpschouten@planet.nl
 

Nieuwsbrief 42

 

Nieuwsbrief 42, 2017.

Publicatiedatum: vrijdag 6 oktober 2017.

Geachte lezer, in deze nieuwsbrief bieden wij u een bijdrage aan van mevr. R. Matthijsen die voor NVOG in Lissabon een conferentie over ouder worden bijwoonde alsmede een artikel met commentaar van de commssie zorg over een aantal zaken die momenteel in de zorgsector spelen.

Houdbaarheid van de samenleving voor alle generaties.

“ A sustainable Society for all Ages”
UNICE Ministerial Conference on Ageing. (Lisbon – 21st and 22nd Sept. 2017)

Inleiding

Het ouder worden van de populatie, hoofdzakelijk in onze westerse wereld, is in de tegenwoordige tijd een van de grootste uitdagingen. Het eist een gezamenlijk antwoord van ons allen: de overheden, beleidsmakers en de burgers. In 2002 werd in Madrid een “International Plan of Action on Ageing”  (MIPAA) door alle Europese en een aantal buiten-Europese landen aanvaard met een tiental commitments t.o.v. de houdbaarheid van onze samenleving voor alle generaties. De landen verplichtten zich ook om de zoveel jaren een implementatie rapport te presenteren, “Regional Implementation Strategy (MIPAA/RIS)”, over wat zij tot nu toe bereikt hebben en wat hun strategie voor de toekomst is.  Deze rapportage vond nu voor de 4e keer plaats in het kader van de UNECE (United Nations Economic Commission for Europe)  Ministeriële Conferentie.  Gastheer was Portugal.

Verslag.

De lidstaten rapporteerden over de ontwikkelingen in hun landen over de 4  prioriteiten uit het MIPAA akkoord die waren vastgelegd in de derde UNECE Ministeriele Conferentie in Wenen in 2012. Deze vier prioriteiten waren:

1. langere participatie op de arbeidsmarkt  2. Non discriminatie en het erbij horen van ouderen in onze samenleving. 3. Stimuleer en garandeer een zelfstandig en gezond leven ook op latere leeftijd 4. Bevorder de solidariteit tussen de generaties.

1. Langere participatie op de arbeuidsmarkt

Uit de bijdragen werd duidelijk dat alle lidstaten met dezelfde uitdaging te maken hebben. De statistiek laat zien dat tegen 2030 meer dan 1/5 van de mensen binnen de ECE regio 65 en ouder zal zijn.

De noodzaak om zo lang mogelijk te participeren op de arbeidsmarkt werd door alle landen beaamd, evenals de noodzaak daartoe het potentieel, de kennis en de ervaring van oudere medewerkers te erkennen en te benutten, en het positieve imago van ouderen te bevorderen.Â

Maar dit vraagt om een aangepaste strategie op de arbeidsmarkt, vooral ook het bevorderen van en toegang geven tot “ life long learning”, een intensievere en effectieve consultatie tussen alle partijen op nationaal, regionaal en lokaal niveau. Men moet beter voorbereid zijn op een zich sterk veranderende arbeidsmarkt op grond van de zich snel en ingrijpend ontwikkelende technologie. Noorwegen gaf aan dat in de komende jaren ca. 25% van de huidige arbeidsplaatsen in hun land niet meer nodig zullen zijn.Â

Ook de vertegenwoordiger van de ILO benadrukte sterk de noodzaak om tot een flexibele arbeidsmarkt te komen ook t.o.v. pensioenen. Wij moeten meer een levenscyclus benadering ontwikkelen, hetgeen in de scandinavische landen al volop in ontwikkeling is. Veel landen zijn bezig de pensioenleeftijd  langzaam te verhogen maar ook de financiële houdbaarheid van de pensioenen nadrukkelijk onder de aandacht te brengen. Hierbij hoort ook het afschaffen van de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen.

2. Non-discriminatie en het erbij horen in onze samenleving enÂ
3.Zelfstandig en gezond leven.

Benadrukt werd ook de positieve bijdrage die ouderen zowel aan de economie alsook aan de maatschappij geven. Als consumenten stimuleren zij innovatie en dragen bij nieuwe markten in de “silver economy” te doen groeien. Zij geven hun bijdrage als vrijwilligers in de maatschappij en in hun families en zijn een belangrijke factor in een houdbare en inclusiefmaatschappij van alle leeftijden.
Waardig  ouder kunnen worden is een belangrijk onderdeel van de MIPAA. Dit betekent dat de rechten van allen beschermd moet worden, dat ouderen ten volle in de maatschappij kunnen participeren en niet door speciale wetgevingen of programma’s gediscrimineerd worden. Innovatie, dienstverlening en nieuwe technologieën moet het mogelijk maken voor ouderen om langer in hun vertrouwde omgeving te kunnen blijven wonen.

Deze conferenties dienen er ook toe dat landen en organisaties van elkaar kunnen leren, door ervaringen en voorbeelden uit te wisselen. Het beleid met betrekking tot ouder worden en de implementatie  hiervan moet worden gezien als een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van alle partijen in de maatschappij. Er is een noodzaak tot effectieve samenwerking tussen de overheden, onderzoekers, de sociale partners en NGO’s.
4. Solidariteit tussen de generaties.
De voorzitter van het Europees Jeugd Forum beaamde de noodzaak tot intensieve communicatie tussen de generaties. Er is een tendens, ook door de media aangewakkerd, om de jonge tegen de oude generatie uit te spelen. Hij pleit voor een UN charter dat de rechten van jong en oud zou moeten vastleggen.

Het was duidelijk dat de demografische ontwikkeling in de komende jaren een uitdaging voor alle ECE landen zal zijn. Een gemeenschappelijke benadering, uitwisseling van good practice, tussen alle instanties is essentieel. Ook de noodzaak tot  communicatie en samenwerking met de jongere generatie werd door alle partijen zeer sterk beaamd. Een her-definiëring met name door wetenschappers van “wat is oud” werd sterk benadrukt.
Slot

Wij, NGOs en AGE platform Europe, hadden de hoop dat de MIPAA / Ministerial Declaration in het slotcommuniqué benoemd zou worden als “Convention”. Dit zou een minder vrijblijvend karakter naar de landen toe hebben. Helaas zijn de Ministers bij de “Declaration” gebleven. Maar de afgelopen jaren laten zien dat de bepalingen van de MIPAA  in toenemende mate het beleid van de overheden beinvloeden.
De drie aanbevelingen voor de komende 4 jaren voor de volgende RIS (reporting on the Regional Implementation Strategy) zijn:

1. Het potentieel van oudere mensen te onderkennen en te waarderen.
2. Een langer arbeidsleven te stimuleren en de mogelijkheden hiertoe te bevorderen.
3. Een waardevol ouder worden te garanderen.

R. Matthijsen
NVOG (International Affairs)
Member of the Council of AGE platform Europe

Notities over de zorg.

De zorgcommissie heeft voor deze nieuwsbrief een drietal kanttekeningen opgesteld, die wij hieronder graag aan u doorgeven.

1.  Het Zorginstituut heeft geadviseerd om, als men kiest voor thuisverpleging i.p.v. verpleging in een verpleeghuis, de kosten van de verpleging geheel ten laste van de Wet Langdurige Zorg te brengen en niet meer gedeeltelijk onder de Zorgverzekering.  Ongeveer 30% van de 287.000 patiënten die langdurige zorg ontvangen, hebben gekozen voor verpleging thuis en vallen hieronder. Een goed advies dat hopelijk door de regering wordt opgevolgd. Veel patiënten die thuisverpleging al hebben, weten dikwijls niet waar zij aan toe zijn en tot wie men zich moet wenden om de zorg te ontvangen en gefinancierd te krijgen!

2.  De Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMo) wordt uitgevoerd door de gemeente waar men is ingeschreven en de wijkverpleging thuis wordt gefinancierd uit de zorgverzekering. Dat werkt niet goed. Een meerderheid van de wijkverpleegkundigen (65%!) heeft meegemaakt dat gemeenten cliënten die vragen om hulp uit de WMO weleens afschuiven op de wijkverpleging. Daardoor krijgen de nu al overbelaste wijkverpleegkundigen extra werk op hun schouders die volgens de afspraken die zijn gemaakt, door de gemeente moet worden geregeld. De samenwerking tussen de gemeente en de wijkteams waar de wijkverpleegkundige is opgenomen laat nogal eens te wensen over. Men vergeet dat het om patiënten/cliënten gaat en niet om wie de zorg moet betalen! Daar moeten oplossingen voor gevonden worden enwij vinden dat de gemeente daarin het voortouw moet nemen! (bron: NIVEL-rapport, evaluatie van de wijkverpleging).

3.  Uit een onderzoek van Gupta Strategists blijkt dat 46% van de zorg die in het ziekenhuis plaats vindt, ook en beter thuis kan plaatsvinden! Dat zou de ziekenhuiskosten (en dus als gevolg daarvan ook de zorgpremie!) aanmerkelijk doen verlagen. De eerste en belangrijkste barrière om dit te veranderen zit in de mensen zelf. Het gaat hierbij zowel om zorgprofessionals en medisch specialisten als om de patiënten zelf.  Hun vaardigheden en manier van denken zijn gericht op zorg verlenen en ontvangen in het ziekenhuis. Volgens de onderzoekers heerst er nog veel koudwatervrees, omdat de verplaatsing van zorg uit de omgeving van het ziekenhuis om een ingrijpende verandering in de werkwijze, cultuur en mentaliteit in de zorg vraagt. Het organiseren van zorg thuis kan een stuk complexer zijn dan in het ziekenhuis en vraat om samenwerking tussen verschillende zorgverleners en organisaties. Bovendien vereist het ook nieuwe vaardigheden van de individuele zorgverlener zoals het coördineren van zorg. Momenteel is er nog te weinig aandacht voor het aanleren van deze nieuwe vaardigheden.

Wij hebben al eerder geschreven dat er grote veranderingen in de organisatie en structuur van de curatieve zorg moeten plaatsvinden wil deze zorg betaalbaar, toegankelijk en kwalitatief goed blijven. Wij hopen en verwachten dat de zorgsector maar ook de politiek deze adviezen van Gupta Strategists goed tot zich laat doordringen en maatregelen gaat voorbereiden. Maar ook de huidige en toekomstige patiënten/cliënten moeten zich op dit soort veranderingen gaan voorbereiden, want uiteindelijk gaat het om behoud van goede en betaalbare zorg!

Nieuwsbrief 41

 

Nieuwsbrief 41, 2017

Publicatiedatum: vrijdag 29 september 2017.

NVOG wil verdere stappen nemen om overleg over toekomstig pensioenstelsel vlot te trekken.

Organisaties van gepensioneerden: “MSR uitweg voor pensioen na vastlopen overleg sociale partners”

De koepels van organisaties van gepensioneerden KNVG en NVOG vinden dat het tijd wordt dat organisaties van gepensioneerden en ouderen betrokken worden bij de vastgelopen discussie over de pensioenen. Nu de sociale partners er niet uitkomen vinden de koepels dat zij verantwoordelijkheid moeten nemen om, in samenwerking met sociale partners en jongeren, een eerste stap te zetten om tot een oplossing te komen. Om de impasse te doorbreken willen KNVG en NVOG met de sociale partners en de jongeren onderzoeken wat de consequenties voor de verschillende generaties zijn bij de invoering van de zogeheten ‘macrostabiele rentevoet’ (MSR) als alternatief voor de veel verguisde risicovrije rente (RTS).

De MSR biedt voor werkenden/jongeren en gepensioneerden een evenwichtige oplossing zowel voor toekomstige als voor bestaande pensioenregelingen. De MSR is eerder al door de SER, de sociale partners, de pensioenfederatie en pensioendeskundigen geadviseerd voor zowel de berekening van de premie als voor de verplichtingen.

MSR. De macro stabiele rentevoet kan de huidige risicovrije rente (de huidige rekenrente) vervangen, die tot instabiliteit en een hogere kans op korting leidt en waarover al jaren discussie is. De MSR wordt berekend op basis van een verwacht portefeuille rendement onder aftrek van de loon-/prijsinflatie. De bepaling van dit verwachte rendement en de loon-/prijsinflatie dient dan wel objectief te worden vastgesteld op basis van het advies van de door de overheid ingestelde commissie parameters. Dit past goed in de gedachte dat pensioenuitkeringen niet zeker en derhalve ook niet risicovrij zijn, maar wel zo stabiel en waardevast mogelijk moeten zijn. De huidige risicovrije rente biedt deze stabiliteit en waardevastheid niet.

Hantering van de MSR leidt naar het oordeel van de ouderenorganisaties tot meer stabiele uitkeringen in zowel het bestaande als een toekomstig pensioenstelsel, voorkomt onnodige kortingen, leidt tot een betere inflatiebescherming en maakt een mogelijke transitie naar een nieuw pensioenstelsel eenvoudiger en transparanter.

Toekomstbestendig pensioen. Dat er aanpassingen van het pensioenstelsel nodig zijn, nu het huidige stelsel niet goed functioneert, wordt ook door de gepensioneerden onderschreven. Zij ervaren, net als de werkenden die nog een pensioen opbouwen, dat de huidige regels leiden tot achterblijvende inflatiecorrectie (indexatie) en volstrekt onvoldoende opbouw om straks een goed pensioen te krijgen. Daarom willen zij actief meewerken aan nieuwe modellen en voorstellen doen voor nieuwe oplossingen. De organisaties van gepensioneerden komen op voor de belangen van 3,5 miljoen gepensioneerden, maar ook voor de belangen van de komende generaties die net zo goed recht hebben op een goed pensioen.

Met de invoering van MSR zijn niet alle problemen in pensioenland opgelost, maar wel een heel belangrijke. Invoering van MSR is niet alleen een eerste belangrijke stap, maar ook voorwaarde om herstel van vertrouwen mogelijk te maken. En dat vertrouwen is nodig, wil een aanpassing van het stelsel kans van slagen hebben. De discussie over de pensioenen tussen de vakbonden en werkgevers is vastgelopen. De organisaties van gepensioneerden achten de tijd gekomen dat sociale partners, jongeren en de overheid met hen rond de tafel gaan zitten om het voorstel tot hantering van de MSR te onderzoeken en te komen tot een breed maatschappelijk gedragen akkoord. Zo’n akkoord is goed voor alle generaties en voor Nederland.

Lees ook de tekst van de brief en de bijlage die aan de Tweede Kamer is gestuurd.

Het e-consult

Het NIVEL (het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg) doet regelmatig onderzoek naar zaken op het gebied van eHealth. Recent publiceerde NIVEL over de ervaringen van patiënten en zorgverleners op het gebied van e-consult. Voor ons een goede reden om er een paar woorden aan te wijden.

Wat is een e-consult?
In feite niet meer en minder dan het stellen van een medische vraag via een website of e-mail aan de zorgverlener, veelal de huisarts of een medische specialist.

Hoe bekend is het e-consult?
Zo’n 60% van de huisartsen en ook een groeiend percentage van de medisch specialisten biedt u de mogelijkheid om online vragen te stellen. Toch is de kans niet zo gek groot dat u wel eens van het e-consult heeft gehoord. Laat staan dat u er zelf gebruik van heeft gemaakt.
Door de zorgverleners wordt (te) weinig aandacht aan het e-consult gegeven. De mogelijkheid wordt geboden, maar er wordt vaak niet over gesproken of nadrukkelijk naar verwezen. Terwijl het e-consult een mooie vorm van communicatie met de patiënten kan zijn. Niet in plaats van het face to face contact, maar ernaast, zoals ook het telefonisch consult.

Waarom zou u het e-consult gebruiken?
De meerwaarde van een e-consult is dat u op het moment dat het u uit komt een vraag aan uw zorgverlener kunt stellen. Een vraag die u anders tijdens de reguliere openingsuren van de huisartsenpraktijk telefonisch moet stellen, waarbij u afhankelijk bent van de beschikbaarheid van de huisarts of een praktijk-assistent met verstand van zaken.
Het e-consult biedt u ook de mogelijkheid om in alle rust uw vragen te formuleren.
Wanneer de zorgverlener het goed organiseert heeft u binnen een afgesproken tijdsbestek, vaak 24 tot 48 uur, antwoord. De zorgverlener mailt, maar kan er ook voor kiezen om u te bellen of u uit te nodigen voor het spreekuur.

Wanneer kunt u het e-consultgebruiken?
Denk aan vragen over uw medicijnengebruik, vragen over leefstijladviezen, vragen over (uitslagen) van een onderzoek, vragen over een eerder (ook face to face ) consult en zaken die te maken hebben met controle bij chronische aandoeningen.
Niet geschikt zijn spoedeisende zaken, (fysieke) klachten waarbij mogelijk lichamelijk onder zoek nodig is en emotionele problemen.

Hoe verder?
Van uw kant gewoon eens proberen als de situatie zich daarvoor leent. De zorgverlener moet u inspireren om van het e-consult gebruik te maken. Het zou jammer zijn wanneer deze eHealth toepassing niet goed van de grond komt.

De zorgpremie en het eigen risico

In de nieuwsbrief van vorige week hebben wij enige informatie en commentaar gegeven over /op de begroting 2018 van het Ministerie van VWS. Wij waren daarin ook pessimistisch over de ontwikkeling van de nominale premie.

Afgelopen dinsdag werd in de Tweede Kamer en de Eerste Kamer op verzoek van de (vermoedelijk) komende regeringspartners met spoed een bijzonder wetsontwerp over het eigen risico en de nominale zorgpremie aangenomen. Met de tegenstem van de gehele oppositie werd het handhaven van het eigen risico op € 385 en een geringe verhoging van de premie goedgekeurd.

Echter de zorgverzekeraar DSW, als kleinste zorgverzekeraar bijna uitsluitend werkzaam voor individuele cliënten (zij kennen ook geen collectiviteit kortingen!) in de omgeving van Rotterdam/Schiedam, kondigde aan dat zij de premie met € 0,50 per maand  zouden verlagen (na een forse verhoging in 2017 met 10%!) en het eigen risico met € 10 per jaar zouden verlagen.

Dit terwijl zij halverwege het jaar nog publiceerden over 2016 op een totaal van nominale premies van € 458 miljoen (2 % van de totale nominale premies in Nederland!) een verlies van € 50 miljoen te hebben en dit hadden gedekt uit hun reserves!

Uiteraard komt hun besluit positief over naar de markt maar of de grote zorgverzekeraars dat kunnen en willen volgen, nadat hun reserve in de laatste jaren enorm zijn gedaald, valt te betwijfelen. Dit blijkt ook nog eens uit een publicatie van het branche rapport 2017 van de Algemene ziekenhuizen in Nederland waarin werd gesteld dat door de toename van de groei van het aantal patiënten en de daardoor hogere kosten er nagenoeg geen ruimte meer is om te investeren in noodzakelijke vernieuwingen in de ziekenhuizen. Maar Chris Oomen, de algemeen directeur, heeft wel veel reclame hiermee gemaakt voor DSW!

Wij verwachten dat de het nieuwe kabinet in het komend jaar veel nadacht zal besteden aan de financiering en toegankelijkheid van zowel de curatieve als langdurige zorg. Wij zullen dit uiteraard volgen en daar invloed op trachten te hebben.

Nieuwsbrief 40

 

Nieuwsbrief 40, 2017

Publicatiedatum: vrijdag 22 september 2017.

De Miljoenennota.

Afgelopen dinsdag heeft het kabinet Rutte zijn plannen bekend gemaakt voor het jaar 2018. Hoewel dit kabinet demissionair is en eigenlijk alleen maar “op de winkel mag passen” zijn de plannen die ze heeft vastgelegd in de Miljoenennota zodanig dat ze een reactie waard zijn. Op de terreinen waar NVOG opkomt voor de belangen van haar leden geven we hieronder onze reactie.

Koopkracht.

In de Troonrede meldt onze koning: “De regering heeft ervoor gezorgd dat alle groepen, ook sociale minima en ouderen, in 2018 in ieder geval hun koopkracht behouden”.

Dat is een slimme formulering, die aangeeft dat voor de meeste gepensioneerden het (voorlopige) koopkrachtplaatje voor 2018 (licht) positief is. Maar blijkens de Miljoenennota resp. de begroting van Sociale Zaken, komt het koopkrachtplaatje voor 24% van de gepensioneerden negatief uit en dat zijn vooral de hogere inkomens.
Dat komt deels door het niet-indexeren van de pensioenen, maar ook omdat een vorm van compensatie, nl. een verhoging van de ouderenkorting, slechts geldt voor inkomens tot iets meer dan € 36.000.
De ouderenkorting is een extra korting – naast de algemene heffingskorting – op de loon-/inkomstenbelasting, en kent 2 treden:
• De hoge korting is verhoogd van € 1292 naar € 1418, en geldt tot een inkomen van € 36.057 (2017-grens).
• De lage korting bedraagt slechts € 72, en geldt voor inkomens hoger dan die grens.
Wij zijn overigens (met een meerderheid van de Eerste Kamer) van mening dat een meer gelijkmatige afbouw van de ouderenkorting passender zou zijn. Nu is het voor inkomens net boven de grens wel relevant  jaarlijks na te denken over eventuele aftrekposten.
Naast de gepensioneerden zullen ook ouderen met een vroegpensioen-regeling en een hoger inkomen, koopkracht verliezen. Dat blijkt o.a. uit een overzicht, dat het Nibud heeft gemaakt voor een honderdtal standaard-huishoudens (zie de bijlage bij deze Nieuwsbrief of kijk op www.nibud.nl).
Enkele voorbeelden uit het Nibud-rapport:
• Echtpaar met AOW en aanvullend pensioen van € 30.000 resp. € 10.000: geraamd koopkrachtverlies € 500 per jaar
• Alleenstaande met AOW en aanvullend pensioen van € 30.000: geraamd koopkrachtverlies € 420 per jaar
• Alleenstaande met vroegpensioen van € 30.000: geraamd koopkrachtverlies € 350 per jaar.

Alle bovenstaande uitkomsten en aannames zijn gebaseerd op fictieve voorbeeldsituaties.
De werkelijkheid zal voor iedereen afwijken, en vaak in negatieve zin (vooral voor huishoudens die naast allerlei lokale lasten ook nog extra zorgkosten hebben in de vorm van eigen bijdragen WMO). Zoals ook te lezen valt in het maandag 18 september gepubliceerde onderzoek van Regioplan (zie nieuwsbrief 39), zijn al die kosten zowel fors als ook sterk verschillend, afhankelijk van de woongemeente.
Tezamen met andere seniorenorganisaties doen wij een oproep aan het nieuw te vormen kabinet, de eigen bijdragen te verlagen en minder te laten verschillen per gemeente, door een bindend convenant daarover af te sluiten.Â

Zorg.

Het financieel beeld van de zorg in 2018.
Wij constateren dat de begroting 2018 een heel ander beeld geeft dan die van 2017. In de begroting wordt ook vooruitgezien naar komende jaren. Dacht men in 2016 dat de totale kosten van de zorg in 2018 t.o.v. 2017 met 2% zouden stijgen, thans prognosticeert de minister in de begroting een kosten stijging van 5,4%!  En in de begroting is vermeld dat moet rekening gehouden worden met eenzelfde kostenstijging per jaar tot een totale uitgave van meer dan 90 miljard Euro in 2022 En dat moet door alle burgers tezamen worden opgebracht door premies en eigen bijdragen en 25% uit de belastingen!
De kosten stijgen explosief. Dat was al voorzien en er liggen adviezen om de zorg efficiënter en goedkoper te maken, waar echter nog weinig mee is gedaan. Wij zullen trachten daar ook onze bijdrage aan te leveren, de zorg wordt anders onbetaalbaar voor de Nederlandse inwoners.

Wat gaat 2018 ons brengen?
Door een ingreep van de ” regering in wording “ deze week blijft het eigen risico voorlopig op € 385. Vele politieke partijen hebben er voor gepleit om het eigen risico te verlagen of zelfs te schrappen. Maar omdat het geld dan anders ergens vandaan moet komen, zou dit moeten worden gecompenseerd door een fikse verhoging van de zorgpremie, zowel de nominale als de inkomensafhankelijke. Wij verwachten dat in de komende maanden daar veel discussie over zal zijn in de Tweede Kamer.
De regering verwacht een stijging van de nominale premie met ongeveer 6%, dat wordt 7% door het schrappen van de verhoging van het eigen risico. De nominale premie wordt echter bepaald door de zorgverzekeraars. Gezien de uitlatingen van zorgverzekeraars over het krimpen van hun reserves door subsidie van de premie in de afgelopen jaren, verwachten wij een premiestijging van ongeveer 10% (vorig jaar werd door de regering 2% geprognosticeerd, het werd gemiddeld 8%!)
De inkomensafhankelijke premie, die gepensioneerden zelf moeten betalen en wordt ingehouden op het pensioen en de AOW (voor werkenden betaalt de werkgever dit!) stijgt voor gepensioneerden van 5,40% naar 5,65%, dus bijna 5 %!.  Of ook het maximale belastbaar inkomen van ruim € 53.000 stijgt horen wij in december! Wij denken van wel.
Voor de lagere inkomens (<€27.000 alleenstaanden en <€33.000 voor echtparen) is het een goede zaak dat als compensatie de zorgtoeslag met ruim 10 % stijgt. De exacte gegevens hierover worden in december gepubliceerd, omdat rekening wordt gehouden met de gemiddeld werkelijke premies die door de zorgverzekeraars worden berekend.

Het valt ons tegen dat het budget voor wijkverpleging (€ 3,5 miljard) en de WMO (€ 8,- miljard, inclusief jeugdzorg) nagenoeg hetzelfde blijft in 2018 en ook de komende 4 jaar, terwijl de vraag naar thuiszorg en wijkverpleging enorm toeneemt!
Dit staat in geen verhouding tot het budget voor de ouderenzorg in verpleeghuizen dat in 2017 € 9,2 miljard bedraagt en de komende jaren met gemiddeld 5% per jaar wordt verhoogd. Daar zullen wij de nieuwe regering op aanspreken.
De premie voor de langdurige zorg ad 9,65% van het inkomen in de eerste en tweede schijf van de inkomstenbelasting wordt niet verhoogd, maar de inkomsten zullen toenemen door de verlenging van de tweede schijf en, volgens de begroting, door de economische groei!

De Zorgbegroting bevat 344 (!) dichtbeschreven A4 pagina’s. Wij moeten nog veel bestuderen maar de belangrijkste conclusies zijn hier beschreven. Er zal nog veel over gediscussieerd en wij zullen de belangen van de gepensioneerden voor hun zorg een hun welzijn en de financiering daarvan goed in het oog blijven houden!Â

Tot slot nog een staatje uit de begroting waaruit de gemiddelde kosten per volwassene in 2017 en 2018 zijn te zien per onderdeel. Klik hier voor dit overzicht.

Â

Pensioenen.

In de begroting 2018 is vrijwel niets nieuws of concreets opgenomen over het nieuwe pensioenstelsel. Dat wordt overgelaten aan de nieuwe regering. We zullen blijven benadrukken dat het overleg over een nieuw pensioenstelsel of wijzigingen in het huidige stelsel niet alleen een zaak is van werkgevers en werknemers, maar dat ook gepensioneerden als directe belanghebbenden bij het overleg actief moeten worden betrokken.

Week tegen Eenzaamheid.

In augustus 2017 hebben wij in de nieuwsbrief aandacht besteed aan het onderwerp eenzaamheid.

Eenzaamheid is vaak een onzichtbaar probleem. Eenzame mensen vallen niet altijd op en vragen (meestal) niet zelf om hulp. Dat maakt het signaleren ervan lastig. Waar wij het in deze nieuwsbrief hebben over eenzaamheid bedoelen wij de sociale eenzaamheid: minder contact met andere mensen dan gewenst. Het sociaal netwerk is te klein.

De week tegen Eenzaamheid die gisteren is begonnen en duurt tot 1 oktober 2017 is een mooie gelegenheid extra aandacht voor dit soms beladen onderwerp te vragen. Onder het motto “Kom erbij!” worden in heel Nederland tal van activiteiten ontplooid. Al die activiteiten hebben één ding gemeen: de sociale contacten staan steeds centraal. Het kan dan gaan om meer of betere of blijvende sociale contacten. Net waar iemand behoefte aan heeft.

De grote inspirator van de week tegen Eenzaamheid is de Coalitie Erbij. In deze coalitie werken partijen als Humanitas, Nationaal Ouderenfonds, Nationale Vereniging de Zonnebloem, Het Leger des Heils, Sensoor, maar ook KPN met haar mooiste Contact Fonds als kernleden samen. Allerlei andere (ook ouderen) organisaties zijn ook lid van Coalitie Erbij. Een krachtenbundeling om mensen die zich eenzaam voelen of dreigen te vereenzamen te steunen.

Het spreekt voor zich dat eenzaamheid zich in alle leeftijdscategorieën kan voordoen. De initiatieven die door de partners van Coalitie Erbij worden ontplooid zijn dan ook gericht op jong en oud. Gelukkig niet alleen in de week tegen Eenzaamheid, maar gedurende het hele jaar.
Uw vereniging of organisatie kan haar steentje bijdragen om het eenzaamheidsprobleem aan te pakken. Dat zou op twee manieren kunnen:

• Besteed binnen uw vereniging aandacht aan signalen van eenzaamheid. Vaak zien oud-collega’s dat er iets verandert of dat iemand ineens niet meer op bijeenkomsten komt of kan komen. U kunt zorgen voor een klimaat waarbij aandacht voor elkaar als normaal wordt ervaren. Een keer iemand bellen om te checken hoe het gaat of vragen of er vervoer nodig is om bij de bijeenkomst te komen wellicht? Er zijn ongetwijfeld lidorganisaties die hun activiteiten op dit gebied met u willen delen.

• U kunt uw leden wijzen op het bestaan van organisaties die zich inzetten voor hulp aan eenzame ouderen (maar niet alleen voor ouderen!). Vrijwilligers zijn bij bijna alle initiatieven hard nodig. Denk bijvoorbeeld aan Humanitas Maatje, Bezoek aan huis van de Zonnebloem, Contactcirkel van het Rode Kruis. Een mooi initiatief is ook de Zilverlijn van het Nationaal Ouderenfonds. Mensen die zich hiervoor aanmelden, worden met een zekere regelmaat gebeld. Zomaar een praatje, even een luisterend oor of een goed gesprek. Het geeft ongetwijfeld een goed gevoel om op deze manier je medemens te helpen.
Met zijn allen kunnen wij helpen of zonodig geholpen worden.

Niewsbrief 39

 

Nieuwsbrief 39, 2017

Publicatiedatum: maandag 18 september 2017.

Prinsjesdag en lokale lasten.

Dit jaar zullen de plannen en cijfers die worden bekend gemaakt met Prinsjesdag (a.s. woensdag 20 september), zeker niet de definitieve uitkomst zijn voor wat we in 2018 mogen verwachten. Want daarvoor zal er eerst een nieuw kabinet moeten komen.

We zullen de plannen uiteraard wel analyseren, en daar ook snel over communiceren, maar daarnaast hebben we (met andere organisaties voor gepensioneerden en ouderen) besloten om de focus dit jaar vooral te leggen bij de lokale lasten. Dus bij de zorg- en andere kosten waarmee  huishoudens te maken krijgen, vanuit de gemeenten, en die niet of nauwelijks worden opgenomen in de reguliere koopkrachtplaatjes.

Samen met de seniorenorganisaties KBO-PCOB, FASv, KNVG en NOOM heeft de NVOG opdracht gegeven aan onderzoeksbureau  Regioplan om te onderzoeken of het voor de koopkracht van senioren uitmaakt in welke gemeente zij wonen.

Regioplan heeft deze zomer een steekproef genomen in twaalf verschillende Nederlandse gemeenten (1 in elke provincie). En daar is gekeken naar de hoogte van eigen bijdrage Wmo, de gemeentelijke woonlasten, waterschapsheffing en motorrijtuigenbelasting.
Per gemeente zijn daarvoor 3 fictieve huishoudens gekozen, elk met relatief hoge zorgkosten. Het gaat om:
• een echtpaar (waarvan 1 partner met AOW) met relatief goed inkomen en enig vermogen;
• een echtpaar met AOW en gemiddeld aanvullend pensioen; en
• een alleenstaande AOW-er met klein aanvullend pensioen.

Wat blijkt? De jaarlijks te betalen lokale lasten zijn fors en lopen flink uiteen.
Ook al is door forse maatschappelijke druk de maximale wmo-bijdrage in 2017 verlaagd, de lokale lasten zijn nog steeds substantieel en de verschillen per gemeente blijven (te) groot.
Deze verschillen lopen op van 395 euro voor huishoudens met een laag inkomen, tot 807 euro voor huishoudens met een hoog inkomen. De onderzochte lokale lasten vallen in Amsterdam het laagst uit. Maar in bijvoorbeeld de gemeenten Utrechtse Heuvelrug, Hulst en Almelo zijn senioren minder goed af.
De onderzoeksuitkomsten versterken dus het beeld dat gemeenten het verschil maken in koopkracht. U kunt het onderzoeksrapport van Regioplan downloaden met de link onderaan dit artikel.

Oproep
De seniorenorganisaties roepen nu het nieuwe kabinet en gemeenten op om een bindend convenant af te sluiten: verlaag de eigen betalingen. Voorkom daarmee de verdere stapeling van kosten die de zorg inmiddels zo duur maakt dat steeds meer mensen de zorg (zoals bezoek aan tandarts of dagbesteding) gaan vermijden.

Daarnaast kunnen gemeenten van elkaar leren. Zo hebben de gemeenten Meierijstad en Roosendaal de eigen bijdrage voor Wmo-zorg geheel afgeschaft voor alle inwoners met een inkomen beneden modaal, ook de AOW-gerechtigden.
Zorg moet betaalbaar en toegankelijk zijn en blijven voor iedereen, in alle gemeenten!

Rapport Regioplan koopkracht senioren 

Nieuwsbrief 37

 

 

Nieuwsbrief 37, 2017

Publicatiedatum: vrijdag 15 september 2017.

Verantwoording ziekenhuiskosten moet op de schop.

De kosten die een ziekenhuis in rekening brengt voor gesprekken met specialisten en onderzoeken, maar ook voor opnames en ingrepen, zijn niet alleen voor een leek moeilijk te volgen en te begrijpen maar ook voor de zorgverzekeraars en overheid.

Door de huidige wijze van declareren door de ziekenhuizen en andere zorgverleners bij de zorgverzekeraars zijn de kosten voor heel Nederland pas 3 jaar (sic!) na het kalenderjaar echt bekend! Dat geeft voor de overheid  en de zorgverzekeraars ook een probleem om de kosten voor volgende jaren te begroten. Als je geen idee hebt van de kostenontwikkeling in 2016 en 2017 dan is het moeilijk in te schatten (zowel bij de overheid als bij de zorgverzekeraars) hoe de kostenontwikkeling van 2018 eruit zal gaan zien! Toch moet een begroting worden gemaakt en moeten zorgverzekeraars hun premie tijdig bekend maken.

Het komt ook voor dat verzekerden de declaratie voor hun eigen risico door dit systeem pas ver nadat het jaar dat de behandeling heeft plaatsgevonden krijgen! Dat is ook niet bevorderlijk voor het inzicht in de kosten voor de patiënt!

Minister Schippers heeft dan ook een commissie in het leven geroepen, de commissie Transparantie en Tijdigheid, die met voorstellen moet komen om duidelijkheid te scheppen over de kosten van de medisch specialistische en zorg en de curatieve geestelijke gezondheidszorg.

De commissie heeft nu haar voorstellen op tafel gelegd en de minister voorgesteld om het declaratiesysteem veel eenvoudiger te maken en ervoor te zorgen dat de zorgverleners tijdig declareren bij de zorgverzekeraars.

Ook adviseren zij voor een eenvoudiger systeem voor het verrekenen van het eigen risico binnen de specialistische zorg en ook een voor de patiënt beter herkenbaar systeem van de in rekening gebrachte handelingen. Dat is ook hard nodig als je op je persoonlijke pagina de kosten voor behandelingen ziet staan. Daar is nu dikwijls geen touw aan vast te knopen! De demissionair minister heeft het advies naar d e Tweede Kamer gestuurd maar laat een reactie op het advies over aab het nieuw kabinet.

Wij zien volgende week hoe de minister op basis van een nog onduidelijk verleden de kosten voor 2018 heeft ingeschat, waarop zij de premie 2018 gaat prognosticerenn. Het zal wel te laag zijn!

Verpleegzorg thuis.

Wij lezen in een publicatie dat de thuiszorgorganisaties massaal een patiëntenstop hebben ingesteld omdat hun met de zorgverzekeraars overeengekomen budgetten aan het opraken zijn.  Thuiszorgaanbieders doen dat in stilte omdat zij contractueel verplicht zijn patiënten aan te nemen die thuis verpleegzorg nodig hebben!

Het weigeren van patiënten kan leiden tot volle ziekenhuisbedden omdat patiënten niet naar huis kunnen omdat daarvoor verpleegzorg thuis nodig is. Door het langer thuis blijven wonen van patiënten stijgt uiteraard de vraag naar thuiszorg. Daar zullen de zorgverzekeraars (en de landelijke oveerheid die de landelijke budgetten vaststelt!) rekening mee moeten houden. Het zullen dikwijls ouderen zijn die dit overkomt!

Laten wij hopen dat dit geluid, al zo vroeg in het jaar, op onwaarheid berust.  De Patiënten Federatie Nederland zoekt dit verder uit. Wij wachte